Zuinig, zoals beloofd

Nooit was de keuze in het segment van de compacte SUV groter dan vandaag. Met populaire Europeaanse auto’s als de Renault Captur, de Opel Mokka of de iets grotere Ford Kuga, en veel Aziatische modellen. In die laatste groep rijden er een paar razend populaire rond, zoals de ix35 van Hyundai of de Qashqai van Nissan. Maar er zijn ook minder bekende modellen. Zoals deze SX4 S-Cross van Suzuki, die met zijn vele troeven meer aandacht verdient.

De reden waarom hij niet op het verlanglijstje van de meeste mensen staat, is tweeledig. Ten eerste is de SX4 een heel andere auto dan de vorige versie, die klein en gedrongen was, een beetje avontuurlijk en frivool. Een vrijetijdsauto, zeg maar. De naam SX4 wordt nog altijd met dat profiel geassocieerd, terwijl de nieuwe versie een heel andere auto is: groter en gezinsvriendelijker. Ten tweede is Suzuki niet de eerste naam waaraan je denkt voor de aankoop van een nieuwe SUV. Ten onrechte.

Dat de SX4 stevig gegroeid is, merk je vooral aan de binnenruimte. Achterin is er voldoende beenruimte en plaats voor drie volwassenen. De koffer heeft nu een inhoud van 430 liter, tegenover amper 270 vroeger. Het zorgt ervoor dat deze Suzuki van een vrijetijdsautootje geëvolueerd is naar een volwassen gezinswagen in de compacte middenklasse. In het interieur zien we natuurlijk veel plastic, maar het is allemaal van goede kwaliteit en krasvrij. Het instrumentenpaneel met blauw gerande wijzerplaten is rustgevend en ziet er kwaliteitsvol uit. Op slechte wegen hadden we wel last van een moeilijk thuis te wijzen gepiep aan het linkerraam. Het kan natuurlijk altijd gaan om een probleempje aan de testwagen, maar ook dan zou het niet mogen.

De grootste troef van deze SX4 schuilt onder de motorkap. De 1.6 turbodiesel van Italiaanse makelij (Suzuki werkt samen met Fiat) is de perfecte krachtbron voor deze auto. Niet te groot en met 120 pk meer dan voldoende vermogen. Misschien wat luidruchtig bij de start, maar dat gevoel verdwijnt zodra de motor op bedrijfstemperatuur komt. Dan is hij altijd paraat en verrast hij met zijn stevige hernemingen. Dat dankt hij aan het maximale koppel van 320 Nm, dat al bij een lage 1750 toeren beschikbaar is. Perfect om overal heel soepel door het verkeer te rijden. Maar de grootste pluim geven we aan het verbruik: we bleven moeiteloos onder de vijf liter toeren. En dat was niet eens veel meer dan het officiële normverbruik van 4,4 liter, dat we in de meeste andere testauto’s met minstens een liter en vaak veel meer overschrijden.

JO BOSSUYT