Ziek zijn wordt een dure grap

Morgen, 19 september, begint minister van Sociale Zaken Rudi Demotte met rondetafelgesprekken om de noden van de zorgverstrekkers te kennen. Het grootste probleem zal weer zijn: wie moet dat betalen? In een nieuwe nota doet het VBO enkele suggesties. Maar één ding is zeker: ziek zijn wordt steeds duurder.

Onze ziekteverzekering is ziek. Chronisch ziek, er is geen sprake van een simpel griepje. Als de uitgavengroei zo doorgaat, komt de betaalbaarheid van het collectieve stelsel in het gedrang. Zelfs Frank Vandenbroucke ( SP.A) – nu minister van Pensioenen en in de vorige regering minister van Sociale zaken – zegt dat de factuur van de ziekteverzekering niet zo kan blijven stijgen.

Nochtans liet juist hij tijdens de vorige legislatuur het budget van de ziekteverzekering zowat met een kwart stijgen tot 15,3 miljard euro. Maar nu vindt Vandenbroucke de jaarlijkse groeinorm van 4,5 % voor het budget van de ziekteverzekering te veel. En hij is niet de enige met besparingsblues. Ook het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO) gaat aan de alarmbel hangen.

Het VBO stippelt in een nota een nieuw beleid voor de Belgische gezondheidszorg uit. Bij het huidige groeitempo zou in 2050 al 14 % van het bruto binnenlands product (BBP) worden opgeslokt door uitgaven in de gezondheidszorg, zo berekende het VBO. Dat is hallucinant veel. Directeur-generaal Pieter Timmermans: “Het is nodig om nieuwe controlemechanismen te ontwikkelen en de financiering van het systeem te herzien. We mogen niet langer alles afwentelen op het werknemersstelsel en er moet meer ruimte komen voor een aanvullende ziekteverzekering naast het collectieve systeem.”

Vergrijzing is duur

Alle Europese landen kampen intussen met hetzelfde probleem: door de vergrijzing weegt de gezondheidszorg steeds zwaarder op het overheidsbudget. Terwijl onze noorderburen dat fenomeen onder controle kregen, bleef in België het prijskaartje stijgen. In 2000 al tot 8,7 % van het BBP en zelfs 9 % in 2001.

Toch is het VBO erg mild voor de koers van het beleid van de jongste jaren. “Het beleid onder Vandenbroucke was eigenlijk een inhaalbeweging. In de jaren negentig waren er een aantal besparingen doorgevoerd, maar structureel bestond er op sommige terreinen achterstand,” zegt Bernadette Adnet, specialist gezondheidszorg bij het VBO.

Die inhaalbeweging tussen 1999 en 2003 zorgde wel voor een gemiddelde jaarlijkse groei van 4,2 %, terwijl de regering destijds 2,5 % als norm vooropstelde. Die normen in de ziekteverzekering lijken gemaakt om te overschrijden. Ook de 1,5 % die onder de regering van Jean-Luc Dehaene ( CD&V) gold, werd nooit gehaald. Desondanks pleit het VBO in zijn voorstel voor een groeinorm van maximaal 3,5 %. Het koppelt daaraan wel een fonds waarin tijdens hoogconjunctuur geld wordt opgespaard voor maatregelen tijdens de laagconjunctuur. Zeg maar een soort Zilverfonds voor de ziekteverzekering.

Werkgever krijgt zwartepiet

In elk pleidooi over de betaalbaarheid van de ziekteverzekering komt de verdeling van de kosten over een collectief en privé-stelsel aan de orde. Steevast krijgt de werkgeversorganisatie de zwartepiet doorgespeeld als pleitbezorger van een geprivatiseerde gezondheidszorg naar Amerikaans model. En is dat juist niet het duurste en minst efficiënte?

“Inderdaad, Amerika geeft 14 % van zijn BBP uit aan gezondheid,” zegt Timmermans. “Laat één ding vooral duidelijk zijn. Wij zijn tegen een totaal vrije markt in de ziekteverzekering en voor een gecorrigeerd sociaal stelsel. Dat werkt in België prachtig, maar de financiering ervan staat op de helling. Die realiteit blijven ontkennen, is de grootste garantie dat er ooit een geneeskunde met twee snelheden zal komen.”

Overigens neemt de patiënt al een groot deel van de kosten voor zijn rekening. Uit de gezondheidsenquête die het ministerie van Volksgezondheid organiseerde in 2001 blijkt dat 9 % van de Belgische gezinnen een bepaalde geneeskundige behandeling moest uitstellen om financiële redenen. Volgens de Beroepsvereniging van Verzekeringsondernemingen levert de overheid 78 % van de inspanning, 18 % komt van de patiënt en 3 % van de aanvullende verzekeringen.

Het VBO pleit daarom voor een beter wettelijk kader waarbinnen de aanvullende verzekering kan worden georganiseerd en mutualiteiten en privé-verzekeraars elkaar eerlijk kunnen beconcurreren. Timmermans: “Sommige mutualiteiten gebruiken vandaag hun aanvullende diensten als commercieel argument om leden te werven. Bijvoorbeeld de vaccinatie tegen meningitis C. De regering kon alleen middelen vrijmaken om te vaccineren tot de leeftijd van vier jaar, de mutualiteiten bieden de inenting via een aanvullende verzekering tot achttien jaar. Er is dus sowieso een markt van aanvullende verzekeringen.”

De hamvraag blijft echter: durft de maatschappij dit debat te voeren? Tot op heden wordt elk idee in die richting in de kiem gesmoord omdat een gedeeltelijke privatisering het huidige stelsel zou kapotmaken. Timmermans: “Wij redeneren juist omgekeerd: om dat te behouden, moet je zorgen dat het basisstelsel betaalbaar blijft dankzij een goed aanvullend systeem.”

Het koekoeksei van de onthaalmoeders

Maar eigenlijk is het grote vraagstuk niet alleen of het geld nuttig wordt besteed, maar ook hoe het systeem op een efficiënte en rechtvaardige manier wordt gefinancierd. Het VBO stelt dat de sociale zekerheid van de privé-sector voor 94 % de totale stijging van de geneeskundige verzorging betaalt. In de periode 1999 tot 2003 was dat 3,3 miljard euro. Gezien de prioriteit om de loonkosten in België te verlagen om de concurrentiepositie van onze bedrijven te handhaven, is het volgens de werkgevers onmogelijk om deze inspanning vol te houden.

Timmermans: “Er worden de jongste jaren nogal wat koekoekseieren in het mandje van de sociale zekerheid gelegd. Dat moet stoppen. Bijvoorbeeld in de ziekteverzekering is het werknemersstelsel het grootste stelsel. Te pas en te onpas worden maatregelen afgewenteld op dat stelsel. Voorbeeld: een beter statuut voor de onthaalmoeders moet volgens dat stelsel worden gefinancierd. Wij hebben niets tegen die maatregel, maar vinden dat de regering ook de moed moet hebben om een extra taks te heffen voor die extra kosten. En die extra belasting moet er komen op personenniveau, niet in de werkgeversbijdragen.”

Een regionale gezondheidszorg?

Het VBO pleit ook voor meer controle en responsabilisering. Traditioneel zijn de vergrijzing en de hogere techniciteit van de geneeskunde de verklaring van de stijgende uitgaven in de gezondheidszorg. Vergrijzing kan je beleidsmatig niet verminderen, de stijgende uitgaven in de technische geneeskunde kan je natuurlijk wel proberen terug te schroeven. Timmermans: “Wij vinden dat de versnippering van het budget van de geneeskundige verzorging de farmaceutische industrie steevast opzadelt met een te klein budget. Zij kan zich daaraan niet houden en krijgt bijgevolg zware belastingen opgelegd. Dat mag wel stoppen nu. Zij heeft haar groei wel zelf gefinancierd.”

Uiteindelijk draaide het beleid de jongste jaren ook om het wegwerken van misbruiken in de gezondheidszorg. Steeds weer klinkt de remedie van het regionaliseren van de ziekteverzekering. Het VBO kiest positie en maakt duidelijk dat een regionalisering niet de oplossing kan zijn. “Wij pleiten voor een universele geneeskundige verzorging, dus een verplicht systeem dat identiek is voor alle Belgen. Dat beginsel is een van de waarborgen voor de eenheid van België,” zo schrijft Adnet in de nota.

Bovendien wil het VBO de ziekenzorg meer organiseren via verzorgingsnetwerken met voorkeursziekenhuizen en voorkeurszorgverleners. En preventie beter promoten. Het belangrijkste gevolg van dat alles is ook dat de zogenaamde vrije keuze van de patiënt eraan zal moeten geloven. Timmermans: “Op elke hoek van de straat staat een universitair ziekenhuis. Je ziet toch wel specialisaties ontstaan zoals in Aalst, dat bekend is om zijn hartchirurgie. Je hoeft de vrije keuze van de patiënt niet weg te nemen, maar je kunt ze wel sturen door de beste terugbetaling te koppelen aan bepaalde voorkeursziekenhuizen voor een bepaalde pathologie. En neen, we willen niet naar een stalinistische gezondheidszorg, wij geloven in de gecorrigeerde vrije markt. Vergelijk het met een slingerbeweging waarvan de slinger nu wel te veel in de ene richting slaat.”

Johan Van Overtveldt Roeland Byl

“Je hoeft de vrije keuze van de patiënt niet weg te nemen, maar je kunt ze wel sturen door de beste terugbetaling te koppelen aan bepaalde voorkeursziekenhuizen.”

“De sociale zekerheid van de privé-sector betaalt voor 94 % de totale stijging van de geneeskundige verzorging.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content