Zes in één band

Digitale radio-uitzendingen bieden meer en vragen minder.

Sinds september zendt de VRT digitale radiosignalen uit volgens de Europese DAB-norm. DAB staat voor Digital Audio Broadcasting: het signaal wordt, vooraleer het op antenne gaat, gedigitaliseerd en pas in het toestel van de luisteraars weer in analoge muziek- of spraakinformatie omgezet. Naast andere voordelen van puur zendtechnische aard, brengt DAB ook de klassieke voordelen van de digitalisering: betere geluidskwaliteit of lagere gevoeligheid voor storingen bijvoorbeeld. De VRT heeft vandaag al elf DAB-zenders in gebruik: in Antwerpen, Attenrode-Wever, Brussel, Egem, Genk, Gent, Oostende, Schoten, Sint-Pieters-Leeuw, Veltem en Waver-Overijse. In de loop van 1998 moet de ontvangst in heel Vlaanderen mogelijk worden.

Wachten op toestellen

Niet dat die elf DAB-zenders al veel luisteraars hebben. Vooralsnog kunnen alleen een heel beperkte schare ‘proefluisteraars’, die testtoestellen of prototypes in huis kregen, de digitale radio-uitzendingen ontvangen. Er zijn namelijk nog geen (commerciële) digitale radiotoestellen beschikbaar. De eerste digitale radio’s en tuners worden wel nog dit jaar verwacht, waarbij de autoradio’s normaliter de spits zullen afbijten. Later volgen tuners, gewone radio’s en DAB-insteekkaarten voor de… pc. Als medium voor draadloze datatransmissie maakt DAB naast de klassieke radio-uitzendingen immers ook andere diensten mogelijk. De standaard voorziet naast de stereo audiokanalen ook ruimte voor twee pure datakanalen.

DAB verschilt

uiteraard fundamenteel van de bestaande analoge zendstandaarden zoals FM. Het is net zoals GSM een Europees systeem dat in principe ontworpen werd voor mobiele ontvangst en het resultaat van het Eureka 147-project dat in de jaren ’80 met subsidies van de Europese Commissie is opgezet. De eis was dat naast geluid DAB de mogelijkheid moest bieden om tegelijk ook programmagebonden gegevens zoals programmaherkenning, muziektitels en tekst uit te zenden, samen met verkeersinformatie en andere data. Functies die in het huidige FM-bestel door RDS ( Radio Data System) worden verzorgd. Allerhande experimenten die de EBU ( European Broadcasting Union) heeft ondernomen in samenwerking met de industrie (onder meer Philips en Thomson) hebben uiteindelijk geleid tot de ETSI 300 401 standaard. Deze standaard is intussen vrijgegeven, waardoor ook de niet-Europese industrie met DAB-apparatuur (zenders en ontvangers) op de markt kan komen.

Draadloze datatransmissie

DAB zoals in de Europese norm vastgelegd, is technisch bekeken een systeem voor draadloos datatransport. De kern ervan is de COFDM-modulatiemethode die gebruikt wordt voor het manipuleren van de digitale gegevens die de klankinformatie vertegenwoordigen. COFDM staat voor Coded Orthogonal Frequency Division Multiplex. Het systeem gebruikt 1536 aparte draaggolven met een gezamenlijke bandbreedte van 1.5 Mhz (FM: 100 kHz) en een transportcapaciteit van ongeveer 2.4 megabit per seconde. Dat is goed voor 6 hoogwaardige stereo audiokanalen. Op één frequentie wordt niet één programma geplaatst – zoals bij analoge radio – maar een heel pakket. De bitstromen van die uitzendingen worden binnen de toegewezen frequentie volgens een vast patroon over de 1536 draaggolven verdeeld. In DAB-terminologie heet zo’n pakket een ensemble. Hoeveel verschillende programma’s er in het ensemble (of: op die frequentie) uiteindelijk een plaats kunnen krijgen, hangt af van wat de “eigenaar” van die frequentie daar precies mee doet. Hij kan verschillende programma’s en diensten met een verschillende behoefte aan bandbreedte combineren, zolang hij niet boven de 2,4 megabit per seconde gaat.

Wat niet hoort, niet deert

De samenstelling van een ensemble is bijgevolg zeer flexibel. Daarom schrijft de DAB-standaard voor dat in een speciaal dienstkanaal een exacte beschrijving zit van de volledige samenstelling van het ensemble.

De grote transmissiecapaciteit van de Digitale Audio Broadcasting zoals deze in de ETSI-standaard is gedefinieerd, wordt ook mee mogelijk gemaakt door het gebruik van datacompressie. Of juister: datareductie, want bij de term compressie wordt gedacht aan een on-intelligent en lineair samendrukken van de gegevens. De intelligente methode die bij DAB wordt gebruikt, is verwant met de PASC-codering ( Precision Adaptive Sub Coding), die ook wordt gebruikt in het DCC-systeem van Philips en de ATRAC-codering van Sony‘s minidisk. Zij berust op de vaststelling dat de mens niet alle frequenties waarneemt, wanneer hij er met verschillende tegelijk wordt geconfronteerd, omdat sommige frequenties elkaar maskeren en/of beneden de gehoordrempel blijven. Wat niet hoorbaar is, wordt dan ook weggefilterd zonder we dat in het uiteindelijk resultaat merken. Op deze manier kan men tot een zevenvoudige bitreductie komen. Een stereoprogramma van cd-kwaliteit neemt daardoor slechts 192 kilobit per seconde (kbps) in beslag in plaats van de 1408 kbps die het op de CD nodig heeft.

Ruime capaciteit

Samen met de overige Europese landen zijn afspraken gemaakt over de te gebruiken frequentieplanning, die fundamenteel verschilt van de analoge frequentieplanning. Op een in juli 1995 in Wiesbaden gehouden CEPT-planningsconferentie ontstond de idee om voor de frequentieblokken van de DAB ruimte te vinden in de tv-banden en in de nieuwe 1,5 GHz band, die eerder door de International Telecommunication Union(ITU) was toegewezen voor digitale satellietradio. In één klassiek tv-kanaal is ruimte voor 4 DAB-blokken van 1,5 Mhz. Op dit ogenblik heeft elk land genoeg bandbreedte toegewezen gekregen om naast een algemeen, landelijk ensemble, ook een regionaal ensemble uit te zenden. Naarmate het gebruik van DAB toeneemt, zullen nog meer frequenties voor andere ensembles ter beschikking komen.

De VRT biedt sinds september 1997 één ensemble van zes diensten aan: de vijf VRT-radionetten plus een extra-service: DAB klassiek.

Of DAB de huidige

FM-uitzendingen zal verdringen, is niet meteen duidelijk. Op korte termijn zeker niet, zoals onder meer blijkt uit de plannen van sommige constructeurs om toestellen op de markt te brengen die zowel FM als DAB aankunnen. Op lange termijn, bij populair worden van de digitale radio, is het zeker niet uit te sluiten dat de huidige analoge zenders geleidelijk worden afgebouwd. Gelet op de huidige overbezetting van de frequentiebanden en omdat DAB veel efficiënter gebruik maakt van het spectrum dan FM, kan men inderdaad verwachten dat er in de komende jaren een toenemende druk zal ontstaan om de klassieke analoge radio zo niet af te schaffen, dan in ieder geval snel te reduceren.

GUIDO MEULEMAN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content