Zelfstandige apotheker in het nauw

De kleine zelfstandige apotheker voelt steeds meer de hete adem van de machtige coöperatieve vennootschappen en de Duitse apotheekgigant Celesio. De remedie? Samenwerking en superieure dienstverlening, stelt de apothekersbond APB.

De apothekersmarkt is erg lucratief, maar toch geraakten de inkomsten van apothekers steeds meer afgeroomd door de plafonnering van de marges op verkochte geneesmiddelen. Daarom probeert de sector een aangepast vergoedingssysteem aan de overheid te slijten (zie kader: Wat krijgt de apotheker?).

De zelfstandige apotheker voert de strijd om de inkomsten terwijl de sector geruisloos maar gestaag verandert. De apotheekketens, met op kop de coöperatieve ketens die ontstaan zijn uit de politieke zuilen, bouwen hun marktaandeel mondjesmaat verder uit. Bovendien komen enkele buitenlandse ketens steeds nadrukkelijker om de hoek loeren. Die werken net als de coöperatieven met eigen farmagroothandels en profiteren financieel volop van die verticale integratie.

De zelfstandige apothekers reageren ongerust, maar de APB, de Belgische beroepsvereniging van de zelfstandige apotheker, pleit voor kalmte en is overtuigd van de toekomstkansen van de onafhankelijke apothekers. Die zijn nog altijd goed voor 85 % van de ruim 5160 apotheken. Buitenlandse commerciële ketens groeiden op zes jaar tijd weliswaar van 0,3 % naar 3 % van de markt.

Vooral Lloydspharma, de erg discreet opererende Belgische dochter van de Duitse apotheekgigant Celesio, is op koopjesjacht gegaan. Celesio is sinds 2001 actief op de Belgische markt en heeft 102 Belgische apotheken ingelijfd. Het is met ruim 20.000 apotheken de Europese marktleider.

Sinds de herfst van vorig jaar heeft Celesio er voor de Belgische markt een geduchte concurrent bij, de Nederlandse en eveneens beursgenoteerde farmadistributiegroep OPG. Die beloofde al vijf jaar geleden naar de Belgische markt te trekken, maar heeft nog lang getwijfeld vooraleer een eerste pakketje van vijf apotheken te kopen. OPG heeft nog enkele andere apotheken op het oog, maar wil eerst de winstgevendheid van haar vijf apotheken verhogen vooraleer agressiever de markt op te gaan. “Richting honderd apotheken zie ik ons op dit moment nog niet gaan”, zegt woordvoerster Catrien van Buttingha Wichers.

Dat OPG een afwachtende houding aanneemt, heeft ook te maken met de machtige coöperatieve apotheken in ons land. België is wat dat betreft een Europees buitenbeentje. Enkel in Italië is er een min of meer vergelijkbare situatie.

Het aantal apotheken in handen van de coöperatieven schommelt al een aantal jaren tussen de 11 en 12 % van het totaal, maar dat marktaandeel zal ongetwijfeld groeien. De Lindeboom, de apotheekketen in de schoot van de Christelijke Mutualiteit, die vroeger gekend was onder de naam De Volksmacht, is namelijk een late inhaalbeweging gestart op Multipharma, zijn tegenhanger bij de Socialistische Mutualiteiten, die zo’n 250 apotheken in portefeuille heeft.

Bij de strijd om de goed gelegen en winstgevende apotheken dreigen de individuele apothekers en aspirant-apothekers steeds meer achter het net te zullen vissen. Zo betaalde OPG voor zijn vijf apotheken in ons land 6,5 miljoen euro, waarbij zowat 900.000 euro voor de vaste activa en niet minder dan 5,1 miljoen euro goodwill.

Van Buttingha Wichers geeft toe dat de Belgische markt “best duurder” is, omdat de apotheken bij ons relatief klein zijn vergeleken met andere landen. Maar toch loont de investering de moeite. “De apotheekmarkt is in algemene zin een aantrekkelijke markt”, zegt de OPG-woordvoerster.

Nadere details over de overnameprijzen gaf OPG niet, maar de wel vaker aangehaalde vuistregel van 1 keer de jaaromzet hanteert de groep niet. “Wij kijken eerder naar multiples van het bedrijfsresultaat.” De omzet kan trouwens sterk variëren. Zo komt de omzet voor een gewone apotheek gemiddeld uit op 875.000 euro, tegen gemiddeld 1,07 miljoen euro voor een Celesio-apotheek en 1,56 miljoen euro bij Multipharma.

De ketens bouwen intussen hun macht ook verder uit door verticale integratie, zeg maar een gesloten bevoorradingscircuit voor de apotheken via eigen aankoopcentrales. Bij De Lindeboom heet die centrale Escapo en bij de Socialistische Mutualiteit Multipharma. Ook Lloydspharma werkt met een eigen aankoopcentrale. De zelfstandige apotheken stellen daar tegenover Febelco, een coöperatieve groothandel waarvan zo’n negenhonderd apothekers lid-aandeelhouder zijn.

De zelfstandige apothekers dreigen dus het gelag te betalen van de groeiplannen van de coöperatieven en van een keten als Lloydspharma. Die mikken vrijwel steeds op de, naar Belgische normen, grotere apotheken met een omzet van minstens 1 à 1,2 miljoen euro.

Dat de grote ketens de Belgische markt nog altijd als aantrekkelijk beschouwen, verhult enigszins de onvermijdelijke probleemgevallen in de sector. Vooral in de stadskernen zijn er te veel apotheken en dringt een uitzuivering zich op. “Het heeft geen zin kleine apotheken, waarvan de leefbaarheid in vraag kan worden gesteld, in leven te houden. Daar bewijs je niemand een dienst mee, noch de apotheker noch de patiënt”, zegt Filip Babylon, de voorzitter van de apothekersbond APB.

Blijft natuurlijk wel het feit dat ons land nog altijd uitzonderlijk veel apotheken telt. België heeft ongeveer 1 apotheek per 2000 inwoners, Nederland 1 per 8300, Zweden 1 per 10.400 en in Denemarken 1 apotheek per 17.000 inwoner. Enkel in Cyprus zijn er gemiddeld meer apotheken per capita dan bij ons.

Rond de millenniumwissel telde België bijna 5280 apotheken. Sindsdien hebben de ketens dat aantal doen dalen door ondermaats presterende apotheken te sluiten. Per apotheek werken er gemiddeld 1,6 à 1,7 apothekers; in totaal van 8500 à 9000. Tel daar de apotheekassistenten bij en het aantal werknemers stijgt naar 12.000 tot 15.000.

De zelfstandige apotheker moet intussen de verdediging organiseren tegen de groeiende kracht van de ketens en klopt steeds vaker aan bij de APB voor steun. “De druk stijgt”, zegt Babylon. “We zien het een beetje met lede ogen aan dat al die grote rendabele apotheken naar grote groepen gaan.”

De APB-voorzitter pleit voor een betere samenwerking tussen de zelfstandige apothekers om weerwerk te kunnen bieden. “Een van de grote uitdagingen wordt het zoeken naar goede vormen van samenwerking. Het is een proces dat een mentaliteitswijziging vraagt van onze leden, die in vele gevallen ook als concurrenten tegenover elkaar staan.”

De APB probeert de apothekers beter te wapenen door hen beter op te leiden. “Wij kunnen als federatie helpen met wetenschappelijke opleiding, maar ook bij het aanleren van een beter beheer van apotheken. Die moeten economischer gerund worden, met stockbeheer, een goede bedrijfsvoering en een goed personeelsbeleid”, zegt Babylon, die apothekers adviseert volop de kaart van de dienstverle- ning te trekken.

“De job van apotheker is totaal aan het veranderen. In de jaren waren ze vooral bereiders van geneesmiddelen. Nu zijn ze meer verdelers van producten. Tegelijkertijd is de apotheker steeds meer een zorgverstrekker die probeert patiënten mee te begeleiden in het gebruik van zijn geneesmiddelen. Een van de grote problemen bij geneesmiddelengebruik is therapietrouw. Je kan daar als zelfstandige apotheker voor een stuk het verschil maken.”

De APB heeft een omvangrijke wetenschappelijke databank, die de apotheker kan helpen in zijn contact met de klant. Die databank laat toe de historiek van de patiënt te screenen in het gebruik van medicijnen. De apothekersbond bouwde voorts een ‘navormingsinstituut’ uit, voor de opleiding en bijscholing rond allerlei ziektebeelden.

Het valt intussen op dat Lloydspharma zich als grote speler listig heeft gepositioneerd door lid van de APB te worden. Zo profiteert het mee van de vele diensten van de bond om de zelfstandige apotheker te steunen.

Klanten adviseren betekent weliswaar regelmatig dat de apotheker hen moet afraden bepaalde producten te kopen. “Daardoor zit er spanning op het systeem en zijn we de jongste jaren op zoek gegaan naar een volledig nieuw vergoedingssysteem, dat veel meer losgekoppeld is van de prijs van het geneesmiddel en veel meer rekening houdt met de zorg die wordt besteed aan de klant of patiënt. We geloven dat dit de toekomst is van ons product.”

Dienstverlening is belangrijk, maar de prijs is dat niet minder. Geneesmiddelen zijn niet goedkoop en veel klanten zijn gevoelig voor prijsvoordelen. De coöperatieve apothekers waren de voorlopers van kortingen via een getrouwheidskaart. De zogenaamde ristorno’s, die een uiteindelijke korting van 7 à 10 % verzekert.

De socialistische mutualiteit voerde als eerste het terugbetalingssysteem in, maar de CM-apotheken volgden snel. Intussen spelen heel wat grotere apotheken het nog harder en geven hun klanten een onmiddellijke korting tot 10 % op voorschriftvrije middelen. “We weten allemaal dat zoiets effect heeft”, geeft Babylon toe.

Hij verwijst graag naar een grote enquête van de farma-industrie enkele jaren geleden, waaruit blijkt dat het gros van de klanten spontaner advies wil van de apotheker. Als er nieuwe en betere producten op de markt komen, willen ze daarover geïnformeerd worden. Dat geldt ook voor goedkopere producten, maar pas op de derde plaats, benadrukt Babylon.

Ondertussen kijken de apothekers met lede ogen toe hoe Belgen in Nederlandse supermarkten de klassieke pijnstillers en andere voorschriftvrije middelen inkopen. “We kunnen het best doen alsof de apotheken geen monopolie op die producten hebben. Iedere klant moet je verdienen. Die gaat kopen waar hij denkt de beste verhouding tussen prijs en kwaliteit te krijgen. Wel, de kwaliteit van de producten staat in de apotheek buiten kijf.

“Maar de overheid moet weten wat ze wil. Ik stel alleen maar vast dat veiligheid voor alles wat te maken heeft met gezondheid, in Europa een ‘hot topic’ is. In België heeft ieder geneesmiddel, ieder doosje een unieke barcode. We hebben in samenwerking met het Britse bedrijf Aegate een systeem van monitoring in apotheken ontwikkeld tegen nagemaakte geneesmiddelen. We zijn daarin pionier voor Europa. Een ander verkoopskanaal kan die zekerheid niet bieden”, stelt Babylon.

Naast voltijds voorzitter van de APB is hij zelf apotheker en eigenaar van een apotheek. Die laat hij in handen van twee apothekers en een assistente. “Ik sta de zaterdagvoormiddag zoals vele apothekers in West- en Oost-Vlaanderen, in mijn apotheek en doe wachtdiensten. Een ding weet ik zeker: ik laat mijn apotheek nooit over aan een keten of coöperatieve.” (T)

Door Bert Lauwers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content