ZEG HET MET EEN NUMMERPLAAT

GEPERSONALISEERDE NUMMERPLAAT "Er zijn geen strikte criteria om te bepalen welke nummerplaten wel of niet kunnen."

Belgen die er 2000 euro voor overhebben, leggen hun ziel bloot in hun nummerplaat. Een gepersonaliseerd kenteken is geen voorrecht meer van parlementsleden, ministers en diplomaten alleen.

Licenseplate.be. Daar moet je zijn om volop te proeven van de creativiteit van de Belgen in hun keuze van gepersonaliseerde autonummerplaten. 712 vrijwillige spotters vullen de database met foto’s van wat ze op ‘s lands wegen tegenkomen, en hun oogst loopt in de duizenden. Vaststelling: veel nummerplaten zetten simpelweg het merk van de auto extra in de verf (PRSCH, GTI, RR), of afficheren de naam van hun bezitter (type: LUDO). Expressiever zijn FURIOUS en GRR, of statements van zelfverklaarde hardrijders: CATCH ME, I M LATE, GO-FAST en SCHNELL. Maar het merendeel bestaat uit cryptische afkortingen die voor de buitenwacht het mysterie over de bestuurder vergroten, zoals HYPNOSE en 7-JJ. Uiteraard zijn er de onvermijdelijke lolbroeken, zoals het paar dat in het blad Libelle vertelde: “Mijn man en ik hebben impulsief besloten een gepersonaliseerde nummerplaat te kopen. Ik bestelde HAHAHA, hij HIHIHI. We zijn vrolijke mensen, ja.”

Interessant is dat de website ook statistieken bijhoudt van de ‘waarnemingen’ per merk. De hitparade is duidelijk een Duits onderonsje: BMW (16,81%), Mercedes (15,23%), Porsche (11,33%) en Audi (9,52%). Die top vier alleen is goed voor meer dan de helft van de tellingen. Of de observatiemethodiek wetenschappelijk waterdicht is, staat niet beschreven, maar dat wagens uit de betere stallen en gepersonaliseerde kentekens samengaan, klinkt meer dan plausibel.

Buitenkansje voor de overheid

Op het ogenblik dat we dit schrijven staan 12.815 gepersonaliseerde nummerplaten geregistreerd bij de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV). In 1998 waren dat er nog 750. Hun aantal nam een hoge vlucht sinds de regelgeving voor nummerplaten in 2014 drastisch is versoepeld. Sindsdien mag een combinatie uit één letterteken bestaan. De procedure is eenvoudiger dan vroeger. Online is ze in een wip afgehandeld, en voor wie het niet snel genoeg kan gaan, is er een rushprocedure.

Een gepersonaliseerd kenteken verwerven werd gemakkelijker, maar ook aanzienlijk duurder. Want een belasting die vrijwillig wordt betaald zonder gezanik over uitgeperste citroenen, is een buitenkansje voor de overheid. Het tarief – technisch een ‘retributie’, want je krijgt iets in de plaats – steeg van 620 euro in de jaren negentig naar 1000 euro in 2014. In november 2015 verdubbelde minister van Mobiliteit Jacqueline Galant (MR) die prijs tot 2000 euro.

Handel in nummerplaten

Toch was het er Galant niet om te doen de kassa dubbel zo hard te doen rinkelen. De maatregel diende naar verluidt om de handel in gepersonaliseerde nummerplaten tegen te gaan. Sommigen zouden kentekens met gewilde combinaties opkopen – bijvoorbeeld een rist voornamen – en die via websites verkopen voor een hogere prijs. Wat daar laakbaar aan is, blijft onvermeld. Trouwens, een nummerplaat is toch persoonsgebonden en bijgevolg kun je die toch niet doorverkopen? “Het verhandelen van gepersonaliseerde nummerplaten is wel degelijk mogelijk”, zegt Sven Heyndrickx, de woordvoerder van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. “Bijvoorbeeld: ik reserveer de kentekenplaat BENTLEY en betaal de retributie van 2000 euro. Vervolgens bied ik die combinatie te koop aan. De koper betaalt mij een fors bedrag om de plaat te laten schrappen bij de DIV. Daardoor is die weer beschikbaar voor reservatie door iemand anders, die uiteraard de retributie van 2000 euro opnieuw moet betalen.”

Wat de beweegreden achter de prijsverhoging tot 2000 euro ook was, sindsdien is het aantal aanvragen drastisch gezonken, wordt bij de DIV bevestigd. In de beginperiode, in 2014, waren er 600 per maand, sinds januari dit jaar gaat het om enkele honderden. Wellicht speelt ook mee dat het aantal leuke combinaties stilaan krimpt, al zijn er mathematisch bekeken nog honderden miljoenen keuzes.

Salsa style

Het kon niet uitblijven dat over sommige combinaties stampei zou ontstaan. De Belgische Liga tegen het Antisemitisme vond het schandalig dat er een Mercedes rondrijdt met de nummerplaat SS, volgens de eigenaar de initialen van zijn naam en tegelijk een eerbetoon aan zijn vrouw, die een verdienstelijke danseres is – salsa style. Intussen heeft de DIV ook al EVA-SS en JOOD uitgereikt, en HH, waarin velen, en de Liga in het bijzonder, ‘Heil Hitler’ menen te kunnen lezen.

De combinatie AK-47, de officiële naam van het kalasjnikov-machinegeweer, deed eveneens menige wenkbrauw fronsen. De Krant van West-Vlaanderen snorde de eigenaar op en vroeg hem waarom hij precies die nummerplaat wou. Zijn antwoord: “Het zat gewoon in mijn hoofd.” Of AK-47 niet onnodig agressief overkomt? Antwoord: “Het is een zware bak, het moet agressief zijn.”

De federale overheidsdienst Mobiliteit en Verkeer is vrij coulant als het om inhoudelijke beoordelingen gaat. Sven Heyndrickx: “Er zijn geen strikte criteria om te bepalen welke nummerplaten wel of niet kunnen. In grote lijnen mogen er geen racistische of beledigende combinaties worden aangevraagd. Maar we hebben nog geen enkele nummerplaat geweigerd.” Wie een nummerplaat van de weg wil halen, moet maar naar de rechter stappen, vindt de dienst. Tot nu heeft niemand zich die moeite getroost. SEX-069 en ander ongein kunnen dus rustig blijven rondtuffen.

Vanity plate

In de publieke opinie kleeft aan de gepersonaliseerde nummerplaat een geur van zelfvergroting en onnodig smijten met geld. Niet voor niets wordt in het Engels gesproken van een vanity plate, losjes vertaald een ‘ijdeltuitplaat’. Denk aan de XXL-001 op de Rolls-Royce Phantom van Jeroen Piqueur en de zes kusjes (XXX XXX) op de Ferrari van Michel van den Brande, bekend van The Sky is the Limit.

Vanuit een iets onthechter standpunt is het fenomeen te begrijpen als een daad van verzet tegen de anonimisering van de samenleving. Met zo’n kenteken ben je niet langer een nummer in een administratief register, maar iemand die zijn identiteit zelf gekozen heeft. De auto in het algemeen is een instrument in “de dorst naar differentiatie van individuen die de sociale ladder beklimmen”, luidt het in de studie Les plaques d’immatriculation comme moteurs de la sémiosis van de communicatiewetenschapper Costin Popescu. Een auto is een geliefkoosd instrument om een imago naar de buitenwereld te projecteren. Dat gebeurt middels de keuze van een merk, de kleur, de rijstijl, met als bekroning een hoogstpersoonlijke nummerplaat: unieker kan bijna niet meer.

Els Maes schreef in een essay daarover in De Morgen: “We vinden het normaal dat mensen hun hoogst unieke wezen aan de wereld presenteren via hun kleren, baarden, brillen, kapsels, tatoeages en juwelen. Gezien de hoeveelheid tijd, geld en moeite die mensen spenderen om zichzelf een eigen stijl aan te meten, zou het bijna zonde zijn om die uren in de auto te laten passeren als neutrale grijze filemuis.”

Er waren tijden dat alleen de koning (1), parlementsleden (P-platen), ministers en rechters (A) en diplomaten (CD) zich konden onderscheiden met een speciale nummerplaat. Het kringetje van die politieke elite is nu opengebroken. Iedereen kan zich een eretitel aanschaffen voor op de kofferbak. We zouden bijna durven te zeggen dat we hier een vrucht plukken van de democratisering, al is die in dit geval hoofdzakelijk weggelegd voor de beter verdienende klasse.

FILIP HUYSEGEMS

“Het zou bijna zonde zijn die uren in de auto te laten passeren als neutrale grijze filemuis”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content