Ze werken zich arm

“Ik krijg sinds de crisis brieven van ondernemers die in armoede leven. Dat gebeurde vroeger zelden”, zegt Unizo-topman Karel Van Eetvelt. Specialisten voelen aan ellebogen en knieën dat de armoede in ons land stijgt. En die armoede treft niet alleen de zwaksten, ook de zelfstandigen en de middenklasse.

De armoedebestrijders krijgen er nieuwe klanten bij: de werkende middenklasse en de zelfstandige ondernemers. “Als de armoede stijgt, kan het niet anders dan dat ze de middenklasse binnensluipt”, beweert Bea Cantillon, de directeur van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck. 15 procent van de Belgen moest al rondkomen met een inkomen dat onder de armoedegrens ligt. 14 procent van de zelfstandigen zou in armoede leven. De situatie kan er ondertussen nog schrijnender uitzien, want deze percentages werden berekend voor de crisis. Er zijn voldoende tekenen om aan te nemen dat de armoede sindsdien gevoelig steeg.

Neem nu de situatie bij Tussenstap, een vzw voor ondernemers in moeilijkheden, opgericht door Unizo en het sociaal verzekeringsfonds Zenito. De organisatie noteerde vorig jaar 647 oproepen, de helft meer dan in 2008. Een deel van de verklaring is waarschijnlijk dat de vzw pas drie jaar geleden werd opgestart en ondertussen aan bekendheid won. De bevindingen van het sociaal verzekeringsfonds Securex Integrity bevestigen dat er meer aan de hand is. Bijna 300 zelfstandigen vroegen daar uitstel van betaling van sociale bijdragen. Dat zijn er niet weinig voor een maatregel die pas met het herstelplan in 2009 werd ingevoerd.

De economische crisis is al snel de grote boosdoener. Nog nooit waren er zoveel faillissementen. Volgens dataleverancier Graydon gingen vorig jaar 9515 bedrijven over de kop, een record. Ook werknemers ontspringen de dans niet. “De gevolgen van de crisis worden eerst aan de onderkant van de middenklasse gevoeld. Laaggeschoolden, allochtonen, jongeren, de klassieke groepen”, analyseert Cantillon. Door de crisis komen zij vaker in technische of economische werkloosheid terecht. Of vallen ze helemaal zonder werk. Het aantal personen dat aanspraak kan maken op een leefloon lag daardoor vorig jaar opvallend hoger dan in 2008. De zelfstandige handelaars ondervinden aan den lijve dat hun klanten wegblijven. De middenklasse, die ze enkele jaren geleden nog trouw bedienden, moet de hand op de knip houden. En zo sluit de cirkel zich.

“Het gaat dus vaak om verdoken armoede”, zegt Karel Van Eetvelt, de gedelegeerd bestuurder van Unizo. Het water staat veel van die ondernemers ondertussen aan de lippen. Velen wachten te lang om toe te geven dat hun zaak niet meer draait. Ze werken zich dus arm. “Het zijn vaak oudere mensen die me hun armoedeverhaal vertellen. Zij hadden weinig marge om in deze moeilijke economische periode op terug te vallen, maar ze zijn te trots om bij het OCMW aan te kloppen.”

Crisis slechts gedeeltelijk excuus

Alle armoedeproblemen op de economische situatie afwentelen, is te simpel. Zo kampten veel van de nieuwe armen al langer met financiële problemen, die nu worden verscherpt. De afglijding in de armoede is vaak ook te wijten aan veranderingen in de persoonlijke situatie, zoals echtscheiding of gezondheidsproblemen.

Ook boven het niveau van de individuele gevallen sluimerde de armoedeproblematiek al langer. “In de periode voor de crisis zagen we maar een lichte stijging van de armoede. Dat leek goed nieuws, maar het was tegelijk erg verontrustend”, legt Cantillon uit. “In de periode voor de crisis waren alle parameters zeer gunstig. De tewerkstelling steeg sterk, de uitgaven van de overheid voor de gezondheidszorg en de sociale zekerheid stegen, en de demografische leeftijdsopbouw was goed. In die omstandigheden had de armoede eigenlijk moeten dalen.”

Een crisis hoeft bovendien niet per se armoede in de hand te werken. Tijdens de crisis in de jaren zeventig vielen er ook verschillende veranderingen samen, met een enorme stijging van de werkloosheid tot gevolg. Toch bleek dat de armoede afnam in die periode. Verklaring? De instroom van vrouwen op de arbeidsmarkt compenseerde het effect van de de-industrialisatie.

Cantillon is er toch niet gerust in. “We zijn in een periode terechtgekomen waarin alle parameters de verkeerde kant zijn uitgegaan. De sociale uitgaven en de mogelijkheden van het beleid om reme-diërend of zelfs investerend op te treden, komen onder druk door de vergrijzing en de stijging van de overheidsschulden. Wij gingen er tot nu toe altijd van uit dat we de vergrijzingskosten konden oplossen door het overheidstekort voldoende snel weg te werken. Nu hebben we op zeer korte termijn die overheidsschuld weer zien toenemen.”

Vooroordelen

Het fenomeen van zelfstandigen die in armoede vallen, is voor verschillende hulporganisaties nieuw. En niet elke hulpverlener reageert even fijngevoelig. “De opleiding van maatschappelijke werkers is in veel gevallen niet voldoende om zelfstandigen in moeilijkheden te kunnen helpen”, geeft Dirk De Clerck toe. De coördinator van het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling bemerkte de afgelopen maanden ook een toename van ondernemers die een beroep doen op hen, vooral ten gevolge van faillissementen.

Geertje Van Doorne, coördinator juridische dienst bij het OCMW Gent, legt de problematiek bloot. “Bij zelfstandigen zijn de inkomsten niet zo controleerbaar. De belastingaangifte van zelfstandigen dateert van twee jaar eerder, daarmee kunnen ze hun inkomen dus niet bewijzen. Het is bovendien niet de taak van een OCMW om het gebrek aan inkomsten van een slecht draaiende zaak bij te passen. Als zelfstandigen hun zaak stopzetten, doen we een sociaal onderzoek via de kruispuntbank. Merken we dat ze werken en ons dit bewust niet hebben gemeld, dan overwegen we een sanctie zoals bij iedereen die we daarop betrappen.” Verschillende diensten en OCMW-kantoren proberen zich nu wel meer te specialiseren om zelfstandigen correct te kunnen opvangen.

Er zijn nog grenzen waarop de nieuwe armoededoelgroepen en hun hulpverleners botsen. Wie als loontrekkende aan de slag was voor hij een bedrijf oprichtte, kan nog vijftien jaar aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering als het misloopt. Wie nooit in loondienst werkte, heeft dat recht niet. Na een faillissement kan de uitkering van de faillissementsverzekering wel een jaar soelaas bieden, maar snel starten in een nieuwe baan, lijkt in theorie toch de beste oplossing om werkloosheidsrechten op te bouwen.

In de praktijk is het niet zo eenvoudig. Hoe ouder je als ondernemer bent als je in loondienst treedt, hoe meer opeenvolgende dagen je voor een werkgever moet werken voor je bij ontslag kunt terugvallen op een werkloosheidsuitkering. Dat is niet evident als je uitzendjobs aan elkaar moet rijgen.

De overheid beloont daarom bedrijven die oudere werkzoekenden in dienst nemen, maar ook dat vormt vaak geen oplossing op langere termijn. Er doen nog altijd veel verhalen de ronde van mensen die weer aan de deur worden gezet nadat het bedrijf geen extra centen meer krijgt toegestopt om hen aan het werk te houden. Het OCMW van Leuven probeert ondernemers die in armoede leven daarom eerst in de sociale economie in te zetten om er de nodige rechten op te bouwen.

Solidair systeem

Moeilijk te genezen dus, maar hoe moet je armoede dan werkelijk voorkomen? “Het onderwijs- en arbeidsbeleid spelen een zeer cruciale rol”, vindt Henk Termote van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting. “Het onderwijs slaagt er vaak niet in om de vaardigheden van leerlingen uit kansengroepen te benutten, wat hen in een ongunstige startpositie op de arbeidsmarkt brengt. Daarnaast gaan de laagbetaalde banen, met een beperkte contractduur en onregelmatige werkroosters, meestal naar de zwaksten in de maatschappij. Die dubbele vicieuze cirkel moet worden doorbroken.” Termote pleit ook voor hogere uitkeringen.

Cantillon treedt hem bij. “Het beleid was er met karikaturen als de jobkorting op geënt om mensen die het al goed hadden nog meer stimulansen te geven. Tegelijk daalden de uitkeringen de voorbije twintig jaar in een poging mensen sneller weer aan het werk te krijgen. Er werd geactiveerd, niet herverdeeld. Herverdelen was taboe, zelfs bij linkse partijen. De politieke visie en de moed ontbreken nog altijd. Zijn de politici misschien te veel bezig met de waan van de dag? De koek zal niet meer zo groeien als in het verleden. Herverdelen moet dus weer op de agenda komen. Het is nodig om de economie aan te zwengelen.”

“Vlaams minister voor Armoedebestrijding Ingrid Lieten wil zeker herverdelen via de sociale zekerheid”, reageert Benny Biets, adjunct-kabinetschef Armoede. “Voor het Vlaams actieplan Armoede zal de focus liggen op kinderen die in armoede leven, maar we willen ook de hand reiken naar landbouwers en zelfstandigen. Daarom zitten we samen met de sociale partners, academici en mensen die in armoede leven.”

Unizo stofte alvast het idee voor een werkloosheidsuitkering af, maar de grote ongelijkheid tussen ondernemers lijkt deze optie al meteen weer op de helling te zetten. “De ene vindt altijd dat hij te veel moet betalen, de andere vindt dat hij te weinig krijgt”, verklaart Cantillon. “We moeten daarom zoeken naar een solidair systeem”, vindt Van Eetvelt. “Het lijkt me geen goed idee om de zelfstandigen aanspraak te laten maken op het werkloosheidsstatuut van werknemers, maar ze moeten wel meer middelen krijgen om een korte periode in armoede te kunnen overbruggen. Op lange termijn moet dit worden opgenomen in het sociaal statuut voor zelfstandigen. De tekorten van de RSZ worden vandaag toegedekt. Misschien kan er voorlopig ook hulp komen voor zelfstandigen in armoede?” Het idee om het sociaal statuut van de zelfstandigen aan te passen en een mogelijkheid zoeken om op korte termijn te helpen, worden bekeken, zegt Biets.

Het failliet van de welvaartsstaat?

Er zijn ingrijpendere veranderingen nodig om de ommekeer op lange termijn op gang te trekken. De welvaartsstaat zoals we die kennen staat ter discussie. “We moeten ons afvragen wat er is misgelopen met ons actieve welvaarts- en investeringsbeleid”, zegt Cantillon. “De tewerkstelling is enorm gestegen en de overheid dacht dat dat het beste middel tegen armoede was. Blijkbaar niet. Het is een probleem dat je in alle welvaartsstaten, in alle socialemarkteconomieën in het rijke Westen, ziet. De communautaire spanning maakt het in België alleen een beetje erger.”

“Economische groei was een fetisj. We moeten nadenken over hoe we in de diepte kunnen groeien, naar een andere betekenis van economische groei. Ook Europa is hiermee bezig. Dat je niet alleen economische groei moet meten, maar dat je ook moet weten hoe de economische groei is verdeeld. Wie meekan en wie niet. De wereld verandert niet plots, maar je ziet wel dat alles in die richting opschuift.”

Gaat die hele vooruitgang toch niet te traag? “Het gaat inderdaad traag, maar het gaat wel vooruit. Het is een tanker die je maar langzaam van koers kunt doen wijzigen. In zeker opzicht is dat ook goed, want op die manier doe je geen gekke dingen. Het sneller laten gaan lukt niet in een democratie. En een verlichte despoot bestaat meestal niet”, besluit Cantillon.

opinie. Eerlijk is het armst, blz 13.

Door Sjoukje Smedts

Veel ondernemers wachten te lang om toe te geven dat hun zaak niet meer draait. Ze werken zich dus arm

De zelfstandige handelaars ondervinden aan den lijve dat hun klanten wegblijven. De middenklasse moet de hand op de knip houden

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content