Ze spelen met vuur

De euro wordt langs alle kanten aangevallen, maar de ECB wil hem kost wat kost overeind houden.

Lidstaten waarvan het budgettaire tekort ontspoort, moeten voortaan onder curatele gesteld worden zolang het deficit niet teruggebracht wordt tot 2 % van het bbp. De Europese Centrale Bank (ECB), die niet bij machte is om rechtstreeks lidstaten ter hulp te snellen, wil gelijkaardige maatregelen als die toegepast door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in werking zien treden. Met alle gevolgen van dien.

Sommige Europese regeringsleiders willen bepaalde speculatieve praktijken aan banden leggen. Frankrijk en Duitsland denken onder meer aan een verbod om naakte posities met behulp van credit default swaps (CDS’en) aan soevereine debiteurs op te leggen. De Europese Commissie ziet eerder heil in het oprichten van een eigen ratingagentschap. Anderen willen de werkzaamheden van speculatieve fondsen geografisch beperken. Kortom, niemand wil de kern van het probleem aanpakken: een verbod op het gokken op de prijsvorming van financiële activa.

Dat alles is welkom voor de Angelsaksische speculanten. Zij geven de indruk dat ze de val van de euro bewerkstelligen. Ze hoeven zich geen zorgen te maken: hun speelterrein wordt keurig door de Europese regeringsleiders voorbereid.

De houding van de ECB is gedoemd om tot een mislukking te leiden. Griekenland wordt geacht zijn budgettaire tekort op minder dan drie jaar van 12,7 naar 3 % terug te brengen. Maar hoe moet het land dat doen? Daar staat de ECB niet bij stil. Sinds de aanvang van de crisis kampen alle lidstaten met een aanzwellend budgettair tekort. De dag waarop de centrale banken hun kredietfaciliteiten zullen stopzetten of drastisch inperken, zullen de interesttarieven stijgen, wat de financiële posities van elk land verder zal ondermijnen. En gezien de verwaarloosbare groei kan er geen sprake zijn van belastingverhogingen.

Daaruit zal logischerwijze een reeks ratingverlagingen voortvloeien. Met een verdere rentestijging als gevolg en, vermoedelijk, een tijdelijke ontwrichting van de markt door de massale uitoefening van CDS’en. Dat is een straatje zonder einde. Sommige ratingagentschappen hebben voor zo’n catastrofe gewaarschuwd. Het meest overtuigende betoog kwam van Standard & Poor’s. Dat agentschap becijferde het gevolg van een gemiddelde rentestijging met 3 % op de financiën van de betrokken landen (niet alleen Europese). De uitslag is angstaanjagend. Voor Griekenland, dat al zo’n rentestijging heeft moeten doorstaan, betekent de verhoogde schuldenlast een aderlating van haast 4 % van zijn bbp. Zo’n groeiperspectief voor de komende jaren is volstrekt utopisch. Voor België zou hetzelfde fenomeen tot een punctie van ongeveer 2,25 % leiden.

In het klassement nemen de grootste westerse industrielanden echter weinig begerenswaardige plaatsen in. Groot-Brittannië zou evenveel lijden als Portugal en België en dus een achteruitgang van 2,25 % meemaken. Frankrijk zou iets beter bestand zijn en slechts 2 % moeten inleveren, evenveel als Nederland. Duitsland zou 1,25 % prijsgeven. Alleen Luxemburg zou minder dan 1 % groeiverlies kennen.

Als de speculanten vrij spel krijgen, zal de euro bezwijken en zullen de staatsschulden proporties aannemen die niet meer in te perken zijn, met als gevolg een instorting van de markt en een wijdverspreide toename van de sociale onrust. De politici moeten dringend de verwoestende kracht van afgeleide producten neutraliseren. (C)

Door Jean-Pierre Avermaete

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content