Zakendoen met de wind van voren

Ondanks alle administratieve tegenwind bouwt Electrawinds nieuwe windmolens in Vlaanderen en Polen. De kernstop in ons land en de liberalisering van de markt bieden perspectieven voor de West-Vlamingen.

“Volgende week sturen we onze vergunningsaanvraag in,” zegt Luc Desender, gedelegeerd bestuurder van Electrawinds. “Als alles vlot verloopt, leveren we tegen de volledige liberalisering van de elektriciteitsmarkt op 1 juli 2003 rechtstreeks groene energie aan huisgezinnen en KMO’s.”

Maar zover is het nog niet. Zoals gebruikelijk in deze sector draait de (administratieve) molen uitermate traag. Bovendien is de greep van Electrabel op de overheid nog altijd groot, ondanks alle ronkende verklaringen over een vrije markt.

Ondertussen blijft Electrawinds, een privé-initiatief van een voormalige autohandelaar, vechten tegen de bierkaai. Drie jaar na de officiële oprichting staan er nu elf windmolens van het bedrijf in het Vlaamse landschap, samen goed voor een totaal geïnstalleerd vermogen van 9 MW of 30% van de totale capaciteit. Met tien medewerkers realiseert Electrawinds een omzet van 1 miljoen euro, zonder verlies. Naast Brugge, Zedelgem en Eeklo staan een tiental nieuwe projecten op stapel. Zo participeren Desender & co. in Zephyr, een van de vier offshoreprojecten voor de Belgische kust. Dat consortium van Shell, SPE en Electrawinds heeft de concessie aangevraagd voor de bouw van 110 windturbines met een totaal vermogen van 300 MW op de Thorntonbank op 27 kilometer voor de kust van Blankenberge. Totaal budget: 600 miljoen euro. Voorlopig heeft alleen Electrabel de goedkeuring gekregen om samen met baggeraar Jan De Nul 50 molens van 2 MW op de Vlakte van Raan aan te leggen. Raming van de kostprijs: 200 miljoen euro. De tegenstanders zijn echter naar de Raad van State getrokken.

Ook zit Electrawinds bij de laatste drie kandidaten voor de openbare aanbesteding van 50 à 70 windmolens in de Antwerpse haven. Voorts zit de vergunningsaanvraag om in Bastenaken zeven turbines van 1,5 MW te plaatsen (een investering van 10 miljoen euro) in de eindfase. Voortaan participeren Sustainable Energy Ventures – dochter van de Vlaamse Milieuholding ( VMH) – en Triodos Risk Capital Fund in het kapitaal. Tegelijk zoekt Deloitte &Touche voor de nodige investeerders om samen mee in buitenlandse projecten te stappen. Zo start Electrawinds in april 2003 met de bouw van twaalf windmolens op het grensgebied tussen Duitsland en Polen, een investering van 15 miljoen euro. Ook in Hongarije hoopt het bedrijf nog dit jaar voet aan wal te kunnen zetten.

Van auto’s naar groene stroom

Na zijn studie autotechniek begon Luc Desender (38) zijn carrière als exporteur van tweedehandswagens naar voormalige Oostbloklanden. In 1991 nam hij het Brugs MotorenBedrijf ( BMB) over van de familie Van Watermeulen. Op nog geen tien jaar tijd bouwde de jonge West-Vlaming zijn onderneming uit tot een van de grootste VW/Audi-dealers van het land, goed voor de verkoop van zo’n 800 nieuwe voertuigen per jaar.

Toen zijn garage in 1995 te klein werd, zocht en vond Desender een nieuwe locatie aan het AZ Sint-Jan in Brugge. Om technologisch voorop te staan, wou hij de laatste snufjes op de markt, ook wat milieuvriendelijke energievoorziening betreft. Zo botste de mecanicien tijdens een prospectie in Zwitserland op het idee van een windmolen. Desender: “De autosector had een slechte naam als vervuiler, en ik wou daar wel iets aan doen. Toen die alternatieve energiebron volgens studies van de Vrije Universiteit Brussel ( VUB) economisch haalbaar bleek, en toen Electrabel mij de aanvoerleidingen naar de garage naar mijn mening te duur wou aanrekenen, koos ik meteen voor windenergie. Maar door het gebrek aan wetgeving botste ik op een administratieve muur. Niemand wist welke vergunningen allemaal nodig waren om een windmolen te kunnen plaatsen. Gelukkig heb ik veel geduld.”

Samen met zijn broer Paul – algemeen directeur van de Katholieke Hogeschool Brugge enOmgeving ( KHBO) en jarenlang actief als kabinetsmedewerker van wijlen Daniël Coens ( CVP) en Luc Martens ( CD&V) – richtte Desender eind 1999 Electrawinds op. Maar de combinatie met een bloeiend autobedrijf, dat in 2000 met dertig medewerkers een jaaromzet van 15,4 miljoen euro realiseerde, bleek onhoudbaar. De garage werd verkocht. “De uitdaging om van nul af aan iets op te bouwen en als kleine garnaal te vechten tegen de grote elektriciteitsmaatschappijen, sprak mij enorm aan,” aldus Desender.

Vijf jaar na de eerste verkennende gesprekken huldigde Electrawinds op 1 oktober 2000 het eerste privé-windmolenpark in. Vijf toestellen met een totaal vermogen van 3 MW vonden een plek langs het Boudewijnkanaal in Brugge (een investering van 3,75 miljoen euro). Dertien maanden later kwamen daar negen molens van 600 kW extra bij. Desender: “Ditmaal ging het om een samenwerking tussen Electrabel en Electrawinds, waar wij voor alle vergunningen zorgden maar waarbij Electrabel op het einde vijf windmolens op zijn eigen terreinen overnam. Ondertussen lopen dossiers voor een 250-tal windmolens in binnen- en buitenland. Tussen aanvraag en effectieve bouw ligt een moeilijke procedure die jarenlang kan aanslepen. De regering heeft in 2002 eindelijk voor een oplossing gezorgd. Als verschillende vergunningen erdoor komen, moeten we verder financiële steun zoeken. Gelukkig blijkt dat ondanks het slechte beursklimaat voor windenergie geen probleem te zijn.

Sluiting kernenergie opent perspectieven

Begin december 2002 keurde het parlement de sluiting van alle Belgische kerncentrales tussen 2015 en 2025 goed. Die maatregel opent nieuwe perspectieven voor windenergie. Volgens Corin Millais, voorzitter van de European Wind Energy Association (EWEA), kan windenergie tegen 2020 aan 12% van de wereldwijde vraag naar elektriciteit voldoen.

“Wat directe kostprijs betreft, is kernenergie de goedkoopste bron,” beseft Desender. “Haar productieprijs voor één kilowatt is minder dan 0,025 euro, terwijl windenergie gemiddeld 0,070 euro kost. Maar in de eindprijs van kernenergie zijn de indirecte kosten niet verrekend. Zo kan de gemeenschap extra kosten moeten dragen in de gezondheidszorg na een ongeval als in Tsjernobyl. Windenergie daarentegen is een volledig schone technologie, die mee de doelstellingen van het Kyoto-protocol kan helpen realiseren.”

Bovendien vraagt Desender zich af of het verantwoord is om omwille van de hoge winsten kernenergie te blijven promoten. “Er is namelijk nog altijd geen oplossing om het kernafval, dat duizenden jaren radioactief blijft, op een veilige manier te verwerken. Ik kan niet begrijpen dat sommige mensen daarbij niet stil staan, maar wél luid roepen dat windmolens de horizon vervuilen.”

Nochtans loopt wereldwijd de vraag naar windmolens achteruit. Zo vielen de bestellingen in de Verenigde Staten aanzienlijk terug, omdat de Amerikaanse regering draalt met de verlenging van de gunstige fiscale regeling voor windmolens. Voorts liep de bouw van het grootste zeewindmolenpark in Europa, op zeventien kilometer ten westen van Jutland, sterke vertraging op. Het Horns Rev is een project van 268 miljoen euro. Belangrijke oorzaak is de lange tijd tussen aanvraag en start van de bouw. “Horns Rev is het eerste grote offshorewindpark in Noordzeecondities ter wereld. Het is normaal dat daar onverwacht kosten optreden. Er moeten eerst enkele van die parken komen om optimale turbines en Onderzoek & Ontwikkeling-strategieën te kunnen uitwerken, en dan pas kunnen we over kostenvergelijkingen spreken. Maar vergunningen zijn en blijven het grote struikelblok,” zucht Desender. “Bovendien evolueert de technologie zo snel dat je turbines al verouderd zijn op het ogenblik dat je alle toelatingen op zak hebt.”

Eric Pompen [{ssquf}], eric.pompen@trends.be

“De uitdaging om van nul af aan iets op te bouwen en als kleine garnaal te vechten tegen de grote elektriciteitsmaatschappijen, sprak mij enorm aan.” (Luc Desender, Electrawinds)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content