ZACHT OF HARD?

De woorden regent en rentenier vormen een stafrijm. Werd een charmante rentenier aangesteld als lid van de regentenraad van de Nationale Bank, het raakvlak tussen de monetaire rentmeesters en de forces vives de la nation? Of hebben velen het fout voor en schuilt achter het vriendelijke, ongerepte voorkomen een tweede financiële tovenaar?

U kent de tragiek. Sterke vader heeft zoon, zoon die jarenlang draait en keert om uit de schaduw van senior te geraken. Vader blijft aan en wordt oud. Voor hij zijn bijbelse rol laat varen is zoon een man van middelbare leeftijd die voornamelijk nog in staat blijkt om een bijrol op te voeren in het theater van de economie en de samenleving. Gérald Frère (47 j.) werd in 1994 ereconsul voor Frankrijk in Charleroi en zei toen: “Notre famille est belge, wallonne, francophone, francophile et fière de l’être”. Een verzoening. Senior, Albert baron Frère (72 j.), stond jarenlang op de zwarte lijst van de Franse regering omwille van de kaping van de buitenlandse belangen van Paribas door Pargesa, een Zwitsers financieel vehikel dat hij mee uit de sluimer haalde, toen François Mitterrand in 1981 banken en ondernemingen nationaliseerde.

Geeft het lidmaatschap van de regentenraad van de Nationale Bank een grote macht? Neen, het is de bekroning van een feitelijke situatie. De komst van Gérald Frère is een uiting van de behoudsgezindheid van de Belgische sociale lift, geen frisse interpretatie van de nieuwe verhoudingen in de financiële wereld. Vader Frère was regent tot 1995, Gérald was censor en vervangt een Franstalige oud-industrieel. Met de benoeming moest de Nationale Bank noch de minister van Financiën het broos Belgisch evenwicht beschadigen. Het ware bijvoorbeeld creatiever en toekomstgerichter geweest om Jan Huyghebaert ( Almanij) aan te stellen als regent. In de voorbije maanden bewees hij een goed strateeg te zijn, een brede, stevig onderbouwde groep met Europese afmetingen te kunnen vormen en het Franstalige overwicht in de Belgische financiën te kunnen voorbijstevenen. Bovendien doet hij dat met respect voor de uitgangspunten van de corporate governance. Jan Huyghebaert is een man van de nieuwe holdings, Gérald Frère een man van de oude holdings.

Wat zijn eigen meningen zijn, is niet bekend. Zoals vader Frère hult hij zich in zwijgzaamheid. Frère senior haalt fors uit naar de corporate governance en noemt ze een naasting met aansluitend de dreiging – “als de richtlijnen voor corporate governance een grote vaart nemen, verminder ik mijn Belgische belangen”. Men mag ervan uitgaan dat Frère junior deze mening deelt en dat hij binnen de regentenraad zal opkomen voor het franco-Belgische systeem van referentie-aandeelhouders dat haaks staat op de modernere beurs- en marktgedreven financiering van groei en mondialisering (zie blz. 44).

Gérald Frère bezit een verzameling bestuurszetels. Een oud-medewerker: “Hij is een bekwaam man, zeer verstandig, maar heeft altijd in de schaduw moeten leven van zijn vader. Als hij daar onderuit komt, zal het zakeninstinct zich uiten.” In 1986 werd Gérald Frère voorzitter van Prominvest, een benoeming om hem dichter bij operationele activiteiten te plaatsen. Prominvest werd in 1987 een debutante op de beurs met video, vis, plastic bloemen, biotech, Bellewaerde, pralines en nikkelbaden in portefeuille. “Ik ben een generalist,” zei Gérald Frère aan Trends bij die gelegenheid. “Ik zit in de financiën vanaf mijn 21ste en heb alles gedaan: beursoperaties, portefeuillebeheer, kapitaalverhogingen, fusies.” Is een zoon van Albert Frère een verwende donder? “Neen, ik leerde dat het leven een harde zaak is, dat er gewerkt moet worden. Ik heb een erg goede zoon-vaderrelatie, vader leerde me het metier van industrieel en financier. Over elke grote operatie vertelde hij me, waarom, hoe, met wie, hoeveel.” Vier jaar later werd de intussen beschadigde geldschieter voor innovatieve kmo’s verkocht als beursschelp aan DBM Colors in Wetteren, later bekender als het beursgenoteerde Spector van Johan Mussche en zijn team. Mag hier de schuldvraag gesteld worden? “Neen,” antwoordt een Vlaamse bankier die samenwerkte met Prominvest. “Gérald Frère heeft hard gewerkt om van Prominvest een succes te maken. De markt voor risicokapitaal was in die jaren echter minder rijp dan men kon denken. Kijk ook naar Investco, VIV, BeneVent, dat waren evenmin hip-hip-hoera-verhalen.”

Gérald Frère is een half-selfmade man, deed weinig formele studies en bezocht de privé-school Rosay bij Genève. Albert Frère heeft vier erfgenamen: zijn tweede echtgenote, Christine Hennuy, Gérald, zoon uit het eerste huwelijk, en de jonge kinderen Ségolène en Charles-Albert. Maurice Lippens neemt met genoegen zijn vriend Frère en diens zoontje en dochtertje mee op sleeptouw in het familiale Zwin. Gérald Frère geeft de indruk weinig geïnteresseerd te zijn in het spel van de macht en er is geen waarborg dat hij GBL niet van de hand doet als hij daartoe de kans krijgt. Gérald Frère heeft een goed alibi voor de eventuele liquidatie: de corporate governance.

De rode draad door de Frère-strategie van het jongste decennium is inderdaad het lossen van de operationale verantwoordelijkheid over de deelnamen en de concentratie op portefeuillebeheer. Financiële dynastieën zijn trouwens een los bestanddeel van het economische leven. In de VS werden sterke clans als de Warburgs en de Morgans weggeveegd door de kleine beleggers en de mutual funds. De financiële families zijn de kanaries in de koolmijnen die met hun gezang vertellen over de onzichtbare krachten van de kapitaalmarkten. De Zweedse dynastie Wallenberg overleeft en continueert, is dat ook de roeping van de familie Frère?

Gerpinnes is een flatteus randdorp van Charleroi, onder de populieren woonden Albert en Gérald Frère jarenlang op 300 meter van elkaar. Albert Frère verhuisde vorig jaar naar een modernistisch kantoorgebouw, incluis privé-woning, aan eeuwenoude bomen. Gérald Frère is, zoals zijn vader, een vroege vogel. Hij staat driehonderd dagen per jaar op om 5u.30 en is om 7u.30 op kantoor. Een reisduif is hij niet, vakantie viert Gérald Frère op de groene hellingen van Gerpinnes bij vrouw en kinderen, weiden en paarden. Hij cultiveert het imago van herenboer. Gérald Frère huwde op zijn 33ste (in 1984) Béatrice de Rudder, de zus van Thierry de Rudder, lid van de garde rapprochée van Frère senior. Toen had hij de gewoonte om te zeggen: ” Je pense que je prendrai ma retraite avant mon père“. Aan zijn eigen ritme heeft hij intussen de stiel geleerd. Aan vervroegd pensioen denkt Gérald Frère niet meer.

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content