Zaaien in zwarte aarde

Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Als de staten van het GOS ooit “emerging markets” worden, zal de Gimv op de eerste rij zitten. In drie regio’s hielp ze reeds bij investeringen, het Zwarte Aarde-gebied komt er nu als vierde bij.

In totaal is de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen (Gimv) nu betrokken bij vier door de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) opgerichte fondsen die investeren in de herstructurering en modernisering van de economieën van het GOS (Gemenebest van Onafhankelijke Staten) : het Smolensk Fonds, het Kazakstan Fonds, het West-Rusland Fonds en het pas opgerichte Zwarte Aarde Fonds in Zuid-Rusland, zo genoemd naar de zwartgekleurde, zeer vruchtbare landbouwgrond. “De fondsen die geen juridische structuur hebben, maar enkel een soort bankrekening zijn worden gevoed vanuit twee bronnen : de EBWO en de vennootschap die het fund management voert,” zegt Jan De Wijngaert, executive senior investment manager van de Gimv. “Voor elke 10 dollar die deEBWO in een project investeert, moet de fund-managementvennootschap er minstens 1 dollar bovenop leggen. Zo heeft de EBWO 30 miljoen dollar (960 miljoen frank) beschikbaar voor het Zwarte Aarde Fonds, het fund management 3 miljoen dollar (96 miljoen frank).”

Voor het fund management van het Zwarte Aarde Fonds staat Rabo Black Earth in, een Besloten Vennootschap naar Nederlands recht, waarvan de Gimv 10 % controleert. De rest is in Nederlandse handen : 57 % van de Rabobank, 23 % van het consultantsbedrijf EWIC/Larive (met kantoren in Centraal- en Oost-Europa) en 10 % van Corpeq Ventures, het investeringsvehikel van de industrieel Hans Vreeman, die de dagelijkse leiding zal voeren in het kantoor in de stad Voronesh.

“EWIC/Larive had oorspronkelijk aan ons gevraagd om in Zwarte Aarde de hoofdrol te spelen,” zegt De Wijngaert. “Maar we hadden de handen vol met het pas opgerichte (maart ’96) Kazakstan Fonds, waarvan het fund management volledig in handen is van de Gimv ( nvdr – met De Wijngaert vanuit Antwerpen en Frank Masson in Almaty, de hoofdstad van Kazakstan, in de dagelijkse leiding). Bij een toevallige ontmoeting kon de baas van EWIC/Larive echter de voorzitter van de Rabobank overtuigen om het voortouw te nemen. Dat bracht de zaak opnieuw op gang. Eind ’96 wees deEBWO dan het contract voor het voeren van het fund management toe aan het consortium met Rabobank, EWIC/Larive, Corpeq Ventures en de Gimv. Onze rol in het Zwarte Aarde Fonds is mee onderzoeken en beslissen in welke projecten geïnvesteerd of gedesinvesteerd wordt. De Gimv zetelt daarom in het investeringscomité, samen met de Rabobank, EWIC/Larive en de EBWO. Onze ervaring met het Kazakstan Fonds komt daar uitstekend van pas.”

SCHIMMIG.

Terwijl Kazakstan een redelijke economische infrastructuur heeft, is het Zwarte Aarde-gebied een verarmde regio, volgens De Wijngaert. “Het wordt de Red Belt genoemd omdat de oud-communisten er nog steeds een stevige voet aan de grond hebben. Van de 11 regio’s in Rusland die de EBWO selecteerde voor de oprichting van een fonds, was het Zwarte Aarde-gebied de laatste. Dat zegt genoeg over de moeilijkheidsgraad.”

Het Zwarte Aarde-gebied, 600 km ten zuiden van Moskou, is vijf keer zo groot als België, telt zo’n 8 miljoen inwoners en heeft staalproductie als belangrijkste economische activiteit. Het is ook een bij uitstek agrarische regio met veel voedselverwerkende bedrijven, en daarom een buitenkansje voor de landbouwbank Rabo. Een woordvoerder van die bank verklaarde in NRC Handelsblad dat Rabo de komende jaren 100 miljoen dollar (3,2 miljard frank) zal besteden om jaarlijks 2 bankkantoren in de regio te openen. Wereldwijd wil de bank zich concentreren op bedrijven die voorzien in de primaire behoeften van consumenten. Volgens dezelfde krant is de voedings- en drankindustrie met o.a. veel verwerkers van suikerbieten en zonnebloempitten goed voor 20 % van de economie van het Zwarte Aarde-gebied, en wil het fonds investeren in bedrijven met 200 tot 5000 werknemers, naar Russische begrippen een geringe omvang.

Het Zwarte Aarde Fonds kreeg 20 miljoen dollar (640 miljoen frank) steun van het EU-programma TACIS. “Dat geld dient deels om de operationele kosten te dekken, zoals lonen van het personeel van het fonds, huur, telefoon, en zo meer,” zegt De Wijngaert, “Met het andere deel betalen we consultants : accountants, juristen, milieu- en technische specialisten. Die zijn broodnodig. Want wij concentreren ons op geprivatiseerde ondernemingen en de ervaring van Kazakstan leert dat die vaak met een hoop problemen kampen : lamentabele toestand van machines en gebouwen, overschot aan personeel, ineengeklapt klantenbestand. Veel van die bedrijven zijn virtueel failliet, en dat vergt ingewikkelde onderhandelingen met schuldeisers. Ander probleem is de waardering van de bedrijven : er gaapt een diepe kloof tussen de schatting van de plaatselijke eigenaars en wat wij willen betalen. Bovendien willen westerse investeerders aandelen in het bedrijf in ruil voor de inbreng van hun knowhow. Dat ligt moeilijk in een land als Kazakstan, want expertise is niet tastbaar. Het is al een hele klus de identiteit van de echte eigenaars te vinden : vaak zijn de geprivatiseerde bedrijven eigendom van schimmige vennootschappen.” De productiviteit van het personeel ligt niet hoog, maar met de motivatie is het beter gesteld, volgens De Wijngaert. “De privatisering bracht hoge werkloosheid,” zegt hij. “De mensen zijn maar al te blij dat ze opnieuw aan de slag kunnen in de bedrijven waarin wij investeren. Reken daarbij dat de EBWO en de fund-managementvennootschap aandeelhouders worden van hun bedrijf : dat is een stevige ruggengraat, dat biedt perspectief.”

JOZEF VANGELDER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content