Wonen tussen kunst

Een doodgewoon huis in Limburg blijkt een grot van Ali Baba te zijn, gevuld met een ware schat aan hedendaagse kunst. Het gebouw, gelegen in een prachtige tuin die ontworpen werd door Jacques Wirtz, is echter geen steriel museum: “In een huis moet je kunnen leven, werken, nadenken en uitrusten,” aldus de eigenaar-verzamelaar.

Huize Jeurissen ligt in een residentiële wijk aan de rand van de stad. Een deel van die wijk lijkt bijzonder aangetrokken te zijn tot kunst en creativiteit; daarvan getuigen het huis van de Jeurissens zelf, de activiteiten van hun kinderen in de mode en de grafische kunst, de professionele bezigheden van de buren (o.m. cineasten),… De tuin rondom het huis dat in de jaren ’50 gebouwd werd, vormt een subliem stalenboek van de Kempense natuur. Hij werd in de jaren ’60 aangelegd door de intussen wereldberoemde Belgische landschapsarchitect Jacques Wirtz.

Het gezin van Maurice Jeurissen woont hier al 33 jaar. En al weerspiegelt het interieur overal de passie van de verzamelaar van hedendaagse kunst, toch is het gebouw geen steriel museum. “Een huis moet gastvrij zijn; de belangrijkste functie heeft rechtstreeks te maken met de opvoeding van de kinderen,” vindt Maurice. “Ze moeten graag terug naar huis komen, ook later als ze het ouderlijk nest verlaten hebben.” Voor hem is een huis niet louter een verzameling van meubels en voorwerpen; het is ook de herinnering aan gezellige maaltijden, goede wijn, de tuin, rustige hoekjes,… “In een huis moet je kunnen leven, werken, nadenken en uitrusten.”

Jeurissen heeft altijd al interesse gehad voor nieuwigheden in de zeer brede sector van kunst en creativiteit. Hij is een verwoed verzamelaar: in kisten in de garage en in een schuurtje zitten minstens evenveel kunstwerken opgeborgen als er in zijn woning staan of hangen. “Van tijd tot tijd vervang ik eens iets door wat anders,” zegt hij. “Onlangs nog waren dat een paar werken die al 25 jaar opgeborgen zaten. Ik koop altijd heel vroeg, en dus goedkoop.”

Het interieur

is dan ook voortdurend in beweging; de pater familias schrikt er niet voor terug om zijn complete eetkamer te verkopen, als hij vindt dat een creatie van bijvoorbeeld Richard Long beter zou passen in die ruimte. De rotonde waar vroeger de eetkamer stond, werd helemaal leeggemaakt. Nu liggen er grote blokken steen in een perfecte cirkel op de grond, volgens de aanwijzingen van de Britse kunstenaar. “Dat werk lag jarenlang opgestapeld in de garage,” vertelt Maurice Jeurissen. “Als we nu vrienden te eten krijgen, zitten we rond een vouwtafel of in de keuken.”

Ondanks de aanwezigheid van een heleboel kunstwerken en designmeubelen, lijkt de woning helemaal niet op een steriele tentoonstellingsruimte. “Een huis is in de eerste plaats en eigenlijk ook uitsluitend bedoeld om in te leven,” aldus Maurice. Voor hem is een huis als een kledingstuk: het vertaalt de persoonlijkheid van de bewoners. “De dingen die men bezit, waarmee men zich omringt, vormen onvermijdelijk een afspiegeling van de eigen smaak en levenswijze.”

Wat aan de muren hangt, is volgens hem de zwakheid van de verzamelaar. “Het is een onverklaarbaar iets,” zegt hij: “je voelt gewoon de dwingende behoefte om tussen die dingen te leven; de verzamelaar omringt zich overal met de voorwerpen van zijn passie.”

Het geheel ziet er erg heterocliet uit. Jeurissen: “Ik ben niet bang om allerlei uiteenlopende dingen te combineren; ik heb dan ook nog altijd geen gemeenschappelijke noemer kunnen vinden voor al de objecten die ik hier bijeengebracht heb in 33 jaar. Ik kan in vuur en vlam schieten voor dingen die anderen wellicht lelijk zullen vinden. Bij mij kan je zaken vinden die op zichzelf misschien getuigen van slechte smaak, maar die door de omgeving wel interessant worden en deel gaan uitmaken van een harmonisch geheel dat die slechte smaak precies wegneemt. Het is een beetje zoals bepaalde bloemen die in hun eentje niet veel zeggen, maar subliem worden in een boeket.”

Alle kunsten

vloeien tegenwoordig meer dan ooit in elkaar, vindt Maurice Jeurissen. “Muziek, literatuur, schilderkunst, design: alles is één geheel geworden, een manier van leven. Kunst is niet langer de voorstelling van iets, het is een levenswijze geworden.”

Het moet gezegd dat Maurice op artistiek vlak een uitstekende leerschool heeft gehad: zijn vader schilderde, zijn familie telde een aantal musici en schrijvers. Toch was er eigenlijk niets dat hem speciaal voorbestemde om zich vooral toe te leggen op hedendaagse kunstenaars. Zijn ouderlijk huis, op amper een kilometer van zijn huidige woonst, was ingericht met donkere massief eiken meubelen, tinnen schotels en schilderijen van kunstenaars uit de streek van Bokrijk, Hasselt en omgeving. “Nu heb ik nog maar weinig antieke meubelen,” zegt hij; “die spreken mij niet aan. Wat hier nog staat, is afkomstig uit familiebezit en heeft vooral een emotionele waarde.”

Wat de decoratie betreft, is het Maurice die beslist hoe het interieur er moet uitzien. Daarna kan zijn vrouw het goed of niet goed vinden… en dan begint de discussie – ook met de kinderen trouwens, al komen die alleen nog op bezoek in het weekend. “Precies omdat zij hier niet meer wonen, hebben ze ook een frissere en meer onbevangen kijk op de zaken dan wijzelf,” weet hij.

Volgens Jeurissen bevalt het interieur bijna alle vrienden die over de vloer komen. Daar zijn zakenlui bij en industriëlen die vaak in een veel luxueuzer decor wonen, maar zich hier blijkbaar toch heel goed thuisvoelen – al worden ze uiteraard niet zo sterk aangesproken door deze omgeving als zijn vrienden uit de kunstwereld.

Bij de haard

in de zitkamer staan diepe uitnodigende fauteuils tussen rekken vol boeken. De ruimte wordt opgefleurd met lampen, accessoires en meubels van Knoll, Le Corbusier, Gae Aulenti (de Italiaanse architecte die onder meer de Gare d’Orsay in Parijs ombouwde tot museum) en heel wat andere grote namen. Er zijn objecten in art nouveau en art deco, bronzen beelden van onder meer de Belgische kunstenaars Géo Verbanck en Jozef Cantré, en vooral ook een heleboel moderne werken die stuk voor stuk in kunstkringen erkend worden als representatief voor wat de hedendaagse kunststromingen aan waardevols te bieden hebben – met inbegrip van Limburgse kunstenaars zoals Piet Stockman. De meeste zijn echter weinig bekend bij het grote publiek; we kunnen bijvoorbeeld een Christo vernoemen, een Duane Michals, een Joseph Beuys, een Sol Lewitt,… Vlakbij de rotonde met de stenen cirkel van Richard Long vond Maurice Jeurissen nog een plekje voor een vleugel van Panamarenko, een schilderij op papier van Thomas Schutte en een stoel van Niki de Saint-Phalle.

Zelfs de slaapkamer is overladen met kunstwerken. Naast lampen in glaspasta en traditionele Thaise koffers, vinden we hier onder meer een tekening van David Hockney, een Jacques-Henri Lartigue, een origineel masker van Man Ray (“Optic Topic”) dat de vrouw des huizes ooit gedragen heeft op een gemaskerd bal, en tientallen andere schatten van deze eeuw.

Een bezoek aan het huis van de Jeurissens is hoogst interessant, in die zin dat het de hedendaagse kunst toegankelijk maakt en terugbrengt tot menselijke proporties: iets waarin de meeste musea niet slagen tegenover hun veelal niet-gespecialiseerde bezoekers.

SERGE VANMAERCKE, JAN VERLINDE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content