Witte Hoge Venen

In de jaren zeventig brak het langlaufen definitief door in de Ardennen en de Hoge Venen. Alpijns skiën bestaat er zelfs al langer. We brengen het gebied in kaart waar de kans op voldoende sneeuw het grootst is. En kijken al uit naar de après-ski.

TEKST : LUC DE DECKER / FOTO’S : PASCAL BAETENS

In de Hoge Venen sluimert romantiek op nauwelijks een boogscheut van de asgrauwe Luikse autoweg. In het overgangsgebied tussen het rosse veenmostapijt en het frisgroene naaldbos doemt het kwartet plots op. Een roedel van vier edelherten schrijdt parmantig tussen struik- en kraaiheide. Lang duurt de ontmoeting met de schichtige woudlopers niet, maar de intensiteit ervan stolt al gauw tot een liefdsverklaring aan het hoge plateau net voorbij Eupen.

Nochtans is de romantiek van dit door beken en rivieren dooraderde landschap nergens honingzoet. Daarvoor zorgt het taaie klimaat, dat de gemiddelde jaartemperatuur onder de 7 graden houdt. Straks, misschien nog in oktober, dwarrelt hier de eerste sneeuw.

Hoezo ?

Sneeuw in België ? Dat lijkt een fabeltje uit de eerste helft van de jaren tachtig, toen er vaak wekenlang een witte dons over het land lag. “In het krokusverlof konden we hier massaal en probleemloos langlaufen“, repliceert Günther Biegmann. In het toeristische informatiekantoor op het Signal de Botrange, met zijn 694 meter het hoogste punt van België, overhandigt hij ons een wandelkaart en duidt meteen ook enkele langlaufpistes aan. “Als je nog nooit op de latten gestaan hebt, kies je toch maar beter een korte piste uit. Zelfs met wat ervaring laat je je beter niet te vlug verleiden door de lange afstanden. In het topseizoen moeten we er geregeld met de sneeuwscooter op uit om mensen op te pikken die hun conditie overschat hebben.”

Biegmann vertelt het in een mengtaaltje van Frans, Duits en Nederlands. De onmiddellijke Botrange-omgeving is een Franstalige enclave in het Duitstalige oostpunt van het land. Later in Eupen, waar zelfs de bakker en de slager je in het Vlaams bedienen, noemt een ingeweken Kortrijkzaan de 67.000 Duitstalige Belgen de best beschermde minderheid van Europa. “Zoek je goede of rustige langlaufpistes ?” Er echoode nog een afgeknauwde West-Vlaamse klank. “De meeste kans op voldoende sneeuw heb je rond de Botrange. Als de sneeuw wat langer blijft liggen, geraakt het echter overbevolkt op de hoogvlakten. Dan wijk je beter uit richting Elsenborn.” Hij aarzelt. “Als je liever dicht in de buurt van Eupen en dus van de autoweg blijft, kan je de massa ontwijken door naar Ternell te trekken, halfweg in de bossen tussen de stad en Monschau.” Als hij de weg voor ons uitstippelt, weifelt hij opnieuw. “Maar ik weet niet of je dat ook moet schrijven. Die minder bekende oorden zouden liever met rust gelaten worden. We hebben hier weliswaar meer dan 4000 hectare beschermd natuurreservaat, maar wat betekent dat nog als het massatoerisme er zich meester van maakt ?”

Bij Haus Ternell, zowat tien kilometer voorbij Eupen, wachten de huurlatten op de langlaufers. Het sobere gebouw in natuursteen en hout werd al in 1773 door een fabrikant uit Monschau als jachthuis opgericht. Nu herbergt het ook een opleidingscentrum voor natuurgidsen, een didactisch-ecologisch centrum en een woudmuseum. In de bescheiden woning vond men zelfs nog ruimte om een restaurant onder te brengen, waar we het streekgerecht bij uitstek, forel, proeven. De bediening gebeurt spontaan in vlekkeloos Nederlands met een Duits-Limburgse melodie.

Als we wat meer uitleg over piste en omgeving vragen, wordt Theo Wilden opgetrommeld. Hij noemt zich Förster, boswachter, maar heeft evengoed een universitair diploma Natuur- en Milieuwetenschappen op zak. Als verantwoordelijke voor het centrum, legt hij de klemtoon op natuuropvoeding. Hij ontkent niet dat er tussen de naaldbomen en het verderop gelegen veen één van de meest schilderachtige wandel- en langlaufroutes ligt. “Maar ik maak er geen reclame voor. En vermeld maar dat ik een absolute tegenstander van mountainbike ben. We hebben hier prachtige natuurwandelingen met zeer goed opgeleide gidsen. Voor dat kleinschalige en milieuvriendelijke toerisme maak ik graag publiciteit, maar de invasie bij sneeuw is nefast voor het delicate ecosysteem. Laten we er geen Walibi van maken.”

Luxe

en ecologie, toerisme en natuur, gastronomie en gezondheid al deze bittere tegenstellingen worden enkele dorpen verderop verzoend in het Domaine des Hautes Fagnes. Het complex in het rustige Ovifat verwierf de jongste jaren faam als seminariecentrum voor bedrijfsopleidingen. Onder hetzelfde dak, maar discreet gescheiden bevindt zich zowel een viersterrenhotel als een wellness- en beauty center. En niet te versmaden haute cuisine. Het echtpaar Lodomez liet dit luxeoord verrijzen op de resten van een vervallen vakantiecomplex. “We willen evolueren tot een groen hotel zonder toegevingen te doen op het comfort”, vertelt de eigenaar. “Zelfs de schoonmaakproducten moeten zo ecologisch mogelijk verantwoord zijn.”

We kozen het hotel om enkele unieke karaktertrekken. Hier zwem je als het ware op de Botrange tussen de bomen en de sneeuw. Gelukkig schermt het warme glas je af van de vrieskou. Bovendien kan je van hieruit enkele van de mooiste langlaufpistes verkennen.

Ook al te voet bereikbaar is de skilift van Ovifat. Hier ligt de bakermat van de Belgische sneeuwsport. In 1952 verscheen er de eerste alpineskipiste in ons land en ook vandaag biedt de helling met zijn vier afdalingen de beste mogelijkheid om wat snelheid te halen. “Velen zetten hier hun eerste passen voor ze naar de Alpen trekken”, zegt bestuurder en skileraar Norbert Hock. Om een overname door een exclusieve club te voorkomen, werd de uitbating toevertrouwd aan een vzw uit de gemeente. “Het moet democratisch blijven”, aldus Hock. Skiliftkaarten zijn er al vanaf 250 fr. Om op de langlauftrajecten te geraken, betaal je een vignet van 50 fr. per dag. Dit geldt in heel de Ardennen. Met dat geld worden de pistes onderhouden en de bewaking georganiseerd. Door de langlaufers op de routes te houden, wordt meteen ook de natuur beschermd.

Hotels

en restaurants vinden de sneeuwliefhebbers (en andere lekkerbekken) er in alle maten en standen. In de buurt van Domaine des Hautes Fagnes, bijvoorbeeld, mogen kaasliefhebbers niet voorbij camping-café Les Charmilles, waar de barman-kok zijn eigen turfstekerskaas maakt. Een connoisseur die op zekerheid wil spelen, raden we Hôtel des Bains aan het naburige meer van Robertville aan. Bij de wild- en visschotels wordt een indrukwekkende wijnkaart geserveerd. Nobele millésimes van Pétrus en Yquem ontbreken niet. Zelfs zonder sneeuw kan je in de Hoge Venen genieten van een verrukkelijke après-ski.

Kies een korte loipe, als u de eerste keer op de latten staat.

Prachtige sneeuwwandelingen om één te worden met de natuur.

In de jaren ’70 brak het langlaufen definitief door in de Ardennen en de Hoge Venen. Valt straks de eerste sneeuw ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content