WISSEL EENS VAN SPAARBANK

Na bier en chocolade is dit op en top Belgisch: het spaarboekje. De Belg is altijd al een grote spaarder geweest. Volgens de laatste cijfers stond midden vorig jaar een bedrag van 153 miljard euro op spaarrekeningen, of een kleine 20 % van het financiële vermogen van de Belgische gezinnen. De grootste verdieners achter de spaarboekjes zijn de grootbanken, met name Fortis, KBC, Dexia en ING. Zo’n 80 % van het spaarvermogen is bij die banken geparkeerd. Maar voor het eerst snoepen ook de kleinere spelers een niet onbeduidend spaarpotje – naar schatting 2 miljard euro – van de grootbanken af. Kleinere banken, zoals Argenta, Finansbank, Deutsche Bank en Rabobank.be, proberen al jaren de sterke marktpositie van de grootbanken te doorbreken, met wisselend succes.

Feit is dat hun aantrekkelijke rendementen en overrompelende reclamecampagnes geen mens onberoerd laten. Zeg nu zelf: 7 % bij Deutsche Bank of 4,5 % bij Finansbank, dat lijkt toch stukken beter dan de 1,5 % die de grootbanken geven. Zelfs al geldt het hoge rendement bij de kleinere banken soms maar voor een korte periode en bieden de grootbanken deze maand een opgesmukte aangroeipremie van 2 % aan (in de plaats van 0,5 %), er blijft een duidelijke kloof.

De vraag is waarom de grootbanken gierig blijven en het rendement op de spaarrekeningen niet verhogen, terwijl de kortetermijnrente – de richtinggevende rente voor de spaarboekjes – de jongste maanden wel is toegenomen. De tarieven voor de kasbons en voor de termijnrekeningen verbeterden al, maar de spaarboekjes liggen blijkbaar moeilijk. Het voornaamste argument van de grootbanken is dat ze met grote volumes spaargeld zitten en dat een kleine verhoging grote gevolgen heeft. Lees: dat de banken dan diep in hun buidel moeten tasten. Insinueren de grootbanken hiermee dat de andere banken niet rijk worden met hun aanlokkende spaarpercentages? Ja, maar die stelling valt te betwisten. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, de financiële toezichthouder, laat niet toe dat banken verlies maken op een product en dat verlies dan weer goedmaken met de opbrengst van een ander product. Dus moeten die spaarboekjes bij de kleinere banken voldoende in het laatje brengen. En logisch gezien, zouden de grootbanken dan ook moeten kunnen wat de kleinere banken kunnen.

Maar de grootbanken hadden tot nu toe weinig reden om het rendement op de spaarrekeningen op te krikken. De Belgische bankklant is toch zo goed als inert. Eenmaal klant, altijd klant, is zowat de houding. Terwijl enige verandering wel van de spaarders zelf moet komen, want de grootbanken doen elkaar de duivel niet aan. Getuige daarvan het huidige identieke rendement van 1,5 % + 2 % bij de vier grootbanken.

Dat steeds meer Belgen nu gaan kijken bij de concurrenten, is dan ook goed nieuws. Houdt de trend aan, dan zullen Fortis, KBC, Dexia en ING vast wel geneigd zijn hun trouwe klanten in de watten te leggen. Doen de banken niks, dan zal de overheid misschien voor een ommekeer zorgen. Freya Van den Bossche (SP.A), de minister van Consumentenzaken, verdenkt de banken van kartelafspraken over de spaarboekjes. Ze vroeg een klein jaar geleden aan haar collega Marc Verwilghen (VLD) de zaak eens uit te pluizen. De Raad voor de Mededinging is bezig met het onderzoek. Het is wachten op een uitspraak.

Saar Sinnaeve

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content