“Windenergie is een hype”

Nog tot 17 december vergaderen de Verenigde Naties over de uitvoering van het klimaatverdrag in het Argentijnse Buenos Aires. België liet zich in Kyoto rollen en Vlaams milieuminister Kris Peeters wil beter onderhandelen om een tweede strop te vermijden. Het moet, anders verhuizen onze bedrijven – niet wegens de hoge loonkosten, maar wegens de dure energie.

Vlaams minister Kris Peeters ( CD&V) fleurt zijn kabinet op met werk van Jan Fabre: vier eindeloze insectenkerkhoven, elk in een ander seizoen, hangen tegen de wand. “Ik heb hier dan ook nogal wat puin moeten ruimen,” lacht de gewezen topman van Unizo, de Unie van zelfstandige ondernemers. In de nieuwe ploeg van minister-president Yves Leterme (CD&V) kreeg Peeters drie departementen toegewezen: openbare werken, energie, leefmilieu en natuur. Geen economie dus, wat meer op het lijf leek geschreven van de politieke debutant. Toch weet Peeters geregeld de knuppel in het hoenderhok te gooien. Denk maar aan de discussies over het wegenvignet, de kernenergie of het bosbeleid.

KRIS PEETERS (CD&V). “Ja, maar eerst enkele kanttekeningen. Eén: die ratificatie legt Rusland geen windeieren. De verkoop van internationale emissierechten zal de Russen extra inkomsten opleveren, terwijl ze vrolijk verder fossiele brandstoffen verkopen aan de wereld. Twee: wij kampen met een structurele handicap tegenover de andere regio’s in de Europese Unie. Als gevolg van slechte onderhandelingen bij de voorbereiding van het protocol, neemt België 11 % van de Europese inspanning voor zijn rekening. Bovendien liggen onze marginale reductiekosten hoog: 89,3 euro per ton CO2. Alleen Nederland scoort nog slechter.”

En binnen België draagt Vlaanderen nog eens de zwaarste last – wij hebben dus twee keer prijs?

PEETERS. “Juist, Vlaanderen moet tegen 2010 zijn CO2-emissie reduceren van 91,7 miljoen ton naar 83,36 miljoen ton, op een totale Belgische CO2-uitstoot van 137,7 miljoen ton in 2010. Daar willen we niet onderuit. Maar het wordt hemeltergend als de federale overheid de poten onder het gewestelijke klimaatbeleid wegzaagt. Zo heeft de federale regering de met de gewesten afgesproken vrijstelling van energieheffingen voor de bedrijven- voorzien in de Vlaamse benchmarkingconvenanten – eenzijdig uitgesteld. Hetzelfde geldt voor het plafond op die belasting. Het gevaar van delokalisatie loert immers om de hoek. Zo heb ik een multinational over de vloer gehad, die in 2007 100 miljoen euro in zijn vestiging wil investeren. Maar vooraleer het licht op groen te zetten, eist het hoofdkwartier rechtszekerheid over de milieuvoorwaarden. Uit- of afstel van vrijstellingen zijn nefast. Bij de keuze van de investeringsplaats begint het energievraagstuk het probleem van de loonkosten te verdringen. We moeten beter onderhandelen om te vermijden een tweede maal een slecht akkoord mee naar huis te nemen. De manoeuvreerruimte van het dichtbevolkte Vlaanderen is sowieso beperkt. In Antwerpen bevindt zich de tweede grootste concentratie aan chemische bedrijven ter wereld (na Houston). Wij kunnen niet, zoals Wallonië, verouderde industrie sluiten om onze doelstelling te halen.”

Toch heeft u de extra emissierechten voor een aantal chemische bedrijven, die in het verleden al voldoende energiebesparende maatregelen hadden genomen, teruggeschroefd?

PEETERS. “Onder druk van de Europese Commissie hebben we het Belgische Allocatieplan, dat bepaalt hoeveel ieder bedrijf in de toekomst nog mag uitstoten, moeten aanpassen. Ook hier was het puin ruimen. De eerste versie van het plan strookte niet met de Kyoto-doelstellingen, en met de Europese regelgeving inzake staatssteun. Daarom schroefden we – met spijt in het hart – beloftes van de vorige regering terug. Wat we niet hebben, kunnen we niet geven. Maar door tegemoet te komen aan de Europese eisen, krijgen de 127 gedupeerde bedrijven meer groeiruimte (4,7 %) dan de rest (2 %).”

Op 1 januari 2005 start de Europese handel in emissierechten. Gaat de overheid extra certificaten in het buitenland kopen (wat goedkoper is voor de Vlaamse economie) om de doelstelling te halen?

PEETERS. “Politiek is daar heel wat commotie rond. In het regeerakkoord staan maatregelen die al een deel van de afstand naar de norm overbruggen. In dit dossier duld ik hoe dan ook niet dat er een stap teruggezet wordt. We trachten te redden wat er te redden valt.”

En de terugkeer naar kernenergie?

PEETERS. “Kerncentrales stoten geen CO2 uit, wat hun positie in het post-Kyoto-tijdperk verstevigt. Helemaal hypocriet vind ik om vanaf 2015 in eigen land de kerncentrales te sluiten om dan elektriciteit uit Frankrijk – hét land van de kernenergie – te importeren. Daarom ben ik voorstander van de heropening van dat maatschappelijke debat. In Nederland zetten zelfs de socialisten kernenergie op de politieke agenda. Bovendien kun je er vrij goedkoop elektriciteit van maken, zeker in vergelijking met de ‘groene stroom’. Hier wil ik trouwens een misverstand uit het leven roepen: WKK en biomassa zijn qua rendement te verkiezen boven windenergie. Iedereen doet nogal enthousiast over windenergie. Maar windenergie waarborgt geen permanente toevoer van elektriciteit, vergt back-upcentrales en zijn daarom duur, zelfs op zee. Windmolens zijn een hype.”

Het verkeer is ook een belangrijke vervuiler. Moet er meer geïnvesteerd worden in openbare werken?

PEETERS. “Ja, dat is een must, willen we Vlaanderen als logistiek centrum op de kaart houden. Ik was onaangenaam verrast, toen ik vaststelde dat er in het verleden heel wat beloftes gemaakt zijn aan burgemeesters en provincies die nog altijd niet zijn ingevuld. Denk maar aan de noord-zuidverbindingen in de Kempen en Limburg, aan het masterplan in Antwerpen, de voorstellen in Gent. En Brussel krijgen we nog over de vloer. Ik wil een derde van de missing links realiseren. Daarnaast moeten we voor het onderhoud van de wegen jaarlijks 90 miljoen euro op tafel leggen. Er is een achterstand en als we die niet wegwerken, zullen onze snelwegen zienderogen achteruitgaan. Hebben we voor dat alles geld? Neen. We zoeken oplossingen: publiek-private samenwerking, wegenvignet, tol.”

Uw voorstel om rekeningrijden in te voeren botste al op heel wat kritiek.

PEETERS. “Ja, maar ik zit hier niet om iedereen naar de mond te praten. Het is evident dat we dringend een wegenvignet moeten invoeren ter vervanging van de verkeersbelasting en dat we de piste van tolheffingen verder bewandelen, volgens het principe de verbruiker betaalt. De Liefkenshoektunnel is geen succes geweest, maar ook voor de Oosterweeltunnel en -brug zullen we tol heffen. Elke dag dat we dat vignet – zie het als een gebruiksrecht, zeker voor buitenlandse vrachtwagens – niet hebben, verliezen we inkomsten. Er is een Europese richtlijn die ons de mogelijkheid biedt om een vignet in te voeren, zeker voor buitenlandse vrachtwagens.”

Investeert u het geld dat u bespaart op het bosbeleid in nieuwe wegen?

PEETERS. “Het is niet mijn bedoeling om geld van leefmilieu weg te halen en in beton te steken. Ik heb ook nooit begrepen hoe ik bossen kan bijmaken door ze simpelweg te kopen – en dan nog vrij duur. Ik doe daar niet aan mee. Ik denk dat we privé-eigenaars en natuurverenigingen meer moeten aanmoedigen om meer bossen te creëren. Ik heb niet de ambitie om de grootste boseigenaar uit de Vlaamse geschiedenis te worden. Ik heb wel de ambitie om 10.000 hectare te maken, door bijvoorbeeld te bebossen gronden aan te kopen. In het ruimtelijk structuurplan staat dat er 10.000 hectare bos moet bijkomen tegen 2007. VeraDua & co. hebben op 7 jaar tijd 3000 hectare gerealiseerd, en ik moet op 3 jaar tijd 7000 hectare maken.”

Hoe evalueert u de vrijmaking van de Vlaamse energiemarkt?

PEETERS. “De liberalisering van de elektriciteitsmarkt heeft nog niet de verhoopte resultaten opgebracht. De consument heeft nu een keuze tussen leveranciers, maar de prijzen zijn nog niet gedaald en de Belgische markt vertoont nog heel wat gebreken, vooral bij de productie, waar Electrabel een quasi-monopolie heeft. U weet ook dat de Elia-heffing me hoog zit. Ik kan op die heffing een aantal vrijstellingen geven, maar dat is een giftige appel, omdat de totale opbrengst dezelfde moet zijn. De gemeenten rekenen op die inkomsten. Het is een toestand die we ook geërfd hebben en waar we nog het beste van trachten te maken. Daarnaast willen we ook de bevoegdheid over de Vlaamse distributietarieven krijgen.”

De gemeenten en Electrabel hebben belang bij zo hoog mogelijke distributietarieven.

PEETERS. “Wat wilt u daarmee zeggen?”

Wilt u die tarieven verlagen?

PEETERS. “Er is een verschil van regio tot regio. Een harmonisering van de tarieven lijkt me in de sterren geschreven. En verlagen, ja, maar het is niet de stijl van deze regering om naïeve beloftes te doen. Men moet ook ophouden met het doorrekenen van allerhande initiatieven (zoals gratis stroom) in de distributietarieven, waardoor die ook vrij hoog zijn in vergelijking met het buitenland.”

Is het wenselijk dat Electrabel aandeelhouder blijft van de distributienetbeheerders?

PEETERS. (lacht) “Dat is een suggestieve vraag. Electrabel heeft een belangrijke positie op de markt. Eén: is dit wenselijk? Twee: wordt er misbruik gemaakt van de dominante positie? Drie: wie controleert Electrabel? Dáárover moeten we ons toch meer zorgen maken. De controle over Electrabel en haar belangrijke participaties is naar Parijs verschoven. Het verbaast me dat dit min of meer geruisloos gebeurd is. Daarover moet op federaal niveau een debat gevoerd worden. Wat is de rol van de overheid en waar moeten we een vinger in de pap hebben?”

Na een Vlaamse milieuholding ook een Vlaamse energieholding?

PEETERS. “Bedankt voor de suggestie. Ik zal er eens over nadenken.”

Eric Pompen – Daan Killemaes

“Bij de keuze van de investeringsplaats begint het energievraagstuk het probleem van de loonkosten te verdringen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content