Wijst het hoge aantal starters op een trendbreuk?
Unizo meldde vorige week dat het aantal startende ondernemers sinds begin dit jaar opvallend sterk is toegenomen. Hans Crijns, professor aan de Vlerick Leuven Gent Management School, ziet een trendbreuk. Maar hij mist een coherent overheidsbeleid.
27.236. Dat is het aantal mensen dat sinds begin dit jaar als zelfstandig ondernemer van start is gegaan. Een stijging met 19,83 % in vergelijking met vorig jaar en de grootste toename in meer dan tien jaar. Bij de ondernemersorganisatie Unizo waren ze dan ook in hun nopjes. Al gaven ze ook toe dat die cijfers enigszins gerelativeerd moeten worden. Zo verschillen de resultaten van sector tot sector. Het aantal starters is vooral gestegen in de bouwsector en de kleinhandel. De horeca doet het dan weer minder goed dan gemiddeld, al stelt men ook daar een positieve trend vast.
Volgens professor Hans Crijns (Vlerick Leuven Gent Management School) tonen de Unizo-cijfers toch aan dat het tij aan het keren is. “Ook de meest recente GEM-cijfers ( nvdr – Global Entrepeneurship Monitor) tonen een stijging van het aantal starters, wat een trendbreuk betekent.”
TRENDS. Een van de verklaringen voor het stijgend aantal starters zou volgens Unizo liggen bij de positieve aandacht voor het ondernemerschap. Is dat een plausibele uitleg?
HANS CRIJNS (VLERICK LEUVEN GENT MANAGEMENT SCHOOL). “Zeker. De aandacht voor ondernemerschap is de voorbije jaren in verschillende landen toegenomen. Ook in Vlaanderen zie ik een positieve evolutie. Preaching helps, zeg ik altijd. De overheid hoeft zelfs geen beleid te voeren. Het ondernemerschap onder de aandacht brengen, heeft op zich al een positief effect.”
De overheid stimuleert ook het ondernemerschap. Denk maar aan de starterscheques. Vindt u zo’n steunmaatregelen dan niet goed?
CRIJNS. “Steunmaatregelen hoeven niet per se slecht te zijn. Ik vraag mij alleen af of de overheid een coherent beleid voert. Op het moment dat je ondernemerschap gaat stimuleren, moet je een benchmark hebben. Het is mij echter niet altijd even duidelijk hoe de Vlaamse regering zo’n benchmark vastlegt. Als je zoals Vlaanderen tot voor kort tot de slechtste leerlingen van de klas behoorde, dan moet je de nadruk leggen op de kwantiteit en ervoor zorgen dat er meer starters bijkomen.
“Maar ook de kwaliteit van de starters is van belang. Bakkers en slagers zijn inderdaad nodig, maar dat is onvoldoende als draagvlak om van Vlaanderen een kenniseconomie te maken. En dan zeg ik niet dat alle starters in hightechsectoren actief moeten zijn. We hebben gewoon starters nodig die voldoende toegevoegde waarde kunnen creëren. En niet iedereen kan dat. Het ondernemerschap moet gepromoot worden, maar niet iedereen kan een ondernemer zijn. Stellen dat de zes miljoen Vlamingen evenveel potentiële ondernemers zijn, is onzin.”
Uit de cijfers van Unizo blijkt niet duidelijk in welke mate de startende ondernemers hun activiteit in hoofdberoep of in bijberoep uitoefenen. Is dat onderscheid van belang?
CRIJNS. “Een vennootschap is een vennootschap, of ze nu wordt opgericht door een zelfstandige in hoofdberoep of in bijberoep. Het belangrijkste is dat er een nieuwe entiteit wordt gecreëerd die voor toegevoegde waarde kan zorgen.”
A.M.
“We hebben starters nodig die voldoende toegevoegde waarde kunnen creëren.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier