Wijnen van de Sarden

Het is geen geheim dat Sardinië, het geliefde vakantieoord van premier Dehaene, wijn produceert. En dat de beste wijnen van dit mediterrane eiland wit zijn, komt voor Jean-Luc goed uit: als hij al een keer geen bier drinkt, geeft hij de voorkeur aan witte wijn.

Na Sicilië is Sardinië het grootste eiland van Italië, waar het wel zowat 200 kilometer vandaan ligt. Wijnkundig bekeken lijkt Sardinië meer op het naburige Corsica; het zuiden, dat niet ver van de Tunesische kust ligt, ondergaat vaak de intense sirocco. Het klimaat is echter zeer gunstig voor de wijnbouw: er valt 600 tot 900 mm neerslag, het kwik zakt in de winter zelden onder het nulpunt en de gemiddelde jaartemperatuur ligt tussen 22 en 26 graden.

De Sarden hebben altijd een eigen leven geleid, vrijwel totaal geïsoleerd van Italiaanse invloeden. Ze hebben zelfs hun eigen taal ontwikkeld die lijkt op een mengeling van Spaans, Arabisch en Baskisch. Het eiland telt slechts 1,6 miljoen inwoners, maar die bevolking kan in het toeristisch hoogseizoen oplopen tot ongeveer 10 miljoen. Al dat volk neemt tijdens die warme zomermaanden al een grote slok van de lokaal geproduceerde wijn, zodat er niet heel veel meer overblijft voor de export.

Ook in de wijnbouw

is de wat aparte levensstijl te merken. De meeste hier aangeplante druivelaars zijn zelfs van Spaanse origine: de blauwe cananao is verwant met de Spaanse garnacha, de witte vermentino met de malvasia en de moscato met de moscatel. Toch is dit niet zo verwonderlijk, als men weet dat het eiland van de 13de tot het begin van de 18de eeuw bewoond werd door Spanjaarden (uit Aragon). De wijnboeren tooien zich meestal met een typische brede pet, die erg goed lijkt op het hoofddeksel van de wijnboeren in het zuiden van Frankrijk.

Er zijn zowat 40.000 hectaren wijngaarden, waarvan één tiende kwaliteitswijnen voortbrengt. Het grootste deel ligt in de nabijheid van de kust; in het binnenland zijn maar weinig wijnstokken te zien. Sardinië is woest en ruw, soms dor, maar wondermooi. Geen strakke autowegen, alleen kronkelende baantjes door het fraaie landschap met hier en daar wat kurkeiken. Vooral het noorden is een droom voor elke motorfreak – al mag men achter elke bocht wel een of ander dier op de weg verwachten. Vooral schapen worden hier op grote schaal gekweekt. In de immense weilanden zal men regelmatig eigenaardige torentjes aantreffen: de typische nuraghi, die veelal niet meer zijn dan een hoopje op elkaar gestapelde stenen. En op de meest afgelegen plaatsen stuit men plots op een kerkje dat er aan de buitenkant vervallen uitziet, maar met een schitterend interieur.

In de buurt van het noordelijke stadje Luras kan men de oudste olijfbomen ter wereld bewonderen. “Dat is alleen maar mogelijk omdat het milieu hier zuiver en onbezoedeld is,” onderstreept de lokale gids. Niet ver daarvandaan staan de vermoedelijk oudste dolmens van Europa.

De belangrijkste

rode wijn van het eiland is de Cannonau di Sardegna: een rijk gevulde en redelijk krachtige wijn, die soms wat verfijning mist en steeds een stevig alcoholgehalte vertoont. Hij wordt vooral in het zuiden geproduceerd. De Moscato diCagliari, die uit dezelfde streek komt, heeft een zeer zoete smaak en een intense muskaatachtig geparfumeerde fruitigheid en is dus een ideale begeleider van nagerechten.

De fijnste wijnen van Sardinië zijn wit en worden gemaakt in het noorden, op basis van de hier goed aangepaste vermentino. Gallura, de regio in het noorden in de buurt van Olbia, brengt de beste voort. Onlangs werd deze vrij belangrijke DOC aangevuld met de zo gegeerde letter G: nu mogen ze hun wijn daar voluit een Denominazione di Origine Controllata e Garantita noemen. Drie coöperaties leveren het leeuwendeel van de productie. Dankzij de goede uitrusting worden erg behoorlijke en toch nog aantrekkelijk geprijsde wijnen gemaakt.

Tijdens ons bezoek kregen we wat uitleg van Mario Fregoni, professor wijnbouw aan de universiteit van Piacenza en grote verdediger van de vermentino. Het is erg belangrijk dat deze druif aangeplant wordt in de hoogst gelegen wijngaarden: het trage rijpingsproces dat daarmee gepaard gaat, geeft intense aroma’s aan de wijn. Vermoedelijk ligt de oorsprong van deze wijnstok in het Verre Oosten, hoewel hij ook wordt aangetroffen in de Provence en op Corsica (onder de naam rolle).

In Italië

zullen de vermentino-wijnen erg verschillen van regio tot regio. Meer dan 70% van de totale Italiaanse vermentino wordt echter verbouwd op Sardinië. Naargelang van de regio zal de wijn op een andere manier overkomen. Het toekennen van een DOCG aan de Vermentino di Gallura bevestigt het vermoeden dat het noorden van Sardinië de beste zone is voor deze druif. De Italianen willen de vermentino, met zijn typerende kenmerken, promoten als tegenhanger van de in de wereld zeer verspreide sauvignon. Het aroma lijkt er trouwens wat op, maar de smaak is doorgaans voller en krachtiger.

In de Cooperativa del Vermentino in Monti wordt zeer degelijke Vermentino di Gallura gemaakt. In de lange reeks wijnen die Meloni Mimmina ons liet proeven, vielen vooral de S’Elème 1997 en de Fintanaliras 1997 op. Voor deze wijnen worden de druiven streng geselecteerd, waarna ze een pelweking ondergaan. Vervolgens gist de wijn bij een gecontroleerde temperatuur van 16 tot 17 graden. De S’Elème wordt vrij snel gebotteld, de Fintanaliras ondergaat een korte lagering op hout. Beide wijnen zijn duidelijk verschillend; met de tweede bewijst Meloni dat hij het gebruik van hout onder de knie heeft.

De Aghiloia 1997 is een wat aparte wijn, die met zijn bijna sherry-achtig karakter veeleer de liefhebber van traditionele Italiaanse witte wijnen zal bekoren. Een andere wijn waarvoor Meloni al zijn vakkennis gebruikt, is de Kalike 1997. Deze vermentino wordt gemaakt met de beste druiven van de coöperatie, aangevuld met de beste druiven van twee andere coöperaties. Deze wijn is uitsluitend voorbehouden voor de export.

De coöperatie van Giogantinu in Berchidda produceert een uitstekende Vermentino Vigna Storiche, die gemaakt wordt met laat geplukte druiven. Het lage rendement en de hoge rijpingsgraad staan garant voor de vrij hoge kwaliteit. Het is een wijn met een brede geur waarin men elementen van honing, noot en een zweem gekonfijt fruit kan ontdekken.

De derde coöperatie, Cantina Gallura in Tempio, is dan weer meer bekend voor haar passito-wijnen. Deze worden gemaakt van druiven die men na het plukken enige tijd laat drogen: het water in de druiven verdampt, zodat de concentratie van suiker, smaak- en aromacomponenten toeneemt. Passito-wijnen kunnen zeer lang bewaard worden en doen het uitstekend als afsluiter van een rijk gevuld menu.

Niettegenstaande

Gallura wat afgelegen ligt van de andere wijngebieden, wordt er toch ook gedacht aan de rondtrekkende wijnminnende toerist. Het lokale toerismebureau heeft een aangename en vlot rijdende route uitgestippeld langs de drie coöperaties en ook nog enkele private wijnkelders. Via deze route kan men het culturele en het historische koppelen aan verfrissende wijnbezoeken, om na de trip wat te gaan uitrusten in een hotel aan de kust: een compleet menu voor een geslaagde vakantie.

HARRY DE SCHEPPER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content