‘WIJ ZIJN HET UBER VAN DE KUNSTMARKT’

“Voordat wij er waren, namen kunsthandelaars marges van acht of negen keer de waarde van een werk. Dat is nu veranderd”, zegt Thierry Ehrmann, de stichter van Artprice. De wereldleider in informatie over de kunstmarkt wil nu ook de veilingwereld dooreenschudden.

Het Demeure du Chaos in Saint-Romain-au-Mont-d’Or, op enkele kilometers van Lyon, is een orgie van metaal, schedels, slogans en rauwe kleuren. In het openluchtmuseum voor hedendaagse kunst is het hoofdkwartier gevestigd van Artprice, de wereldleider in informatie over de kunstmarkt. Tussen graffiti en enorme afbeeldingen van gezichten op de zwarte muren staan rijen computerschermen. Op het ene verschijnt de biografie van een Italiaanse beeldhouwer, op een ander de verkoopstatistieken van een Japanse schilder. De sfeer is studieus, het decor surrealistisch.

In die bijenkorf zijn bijna honderd medewerkers in de weer om de databanken van Artprice aan te vullen met informatie van 4500 veilinghuizen wereldwijd. De servers verwerken zoekopdrachten die worden ingebracht door de 3,6 miljoen abonnees. 85 procent van de informatie op de website is gratis. Gevoeligere informatie is voorbehouden aan abonnees, die gemiddeld 120 euro per jaar betalen.

Enkele muisklikken volstaan om de dossiers van de 594.000 kunstenaars die op Artprice staan te raadplegen, na te gaan wat hun jaarlijkse omzet is, hoe hun verkopen per land gespreid zijn en hoe groot hun percentage onverkochte werken is. De bezoekers kunnen ook grasduinen in de geschatte prijzen van de 108 miljoen kunstwerken van 1700 tot nu die zijn opgenomen in een databank. Zo ziet een verzamelaar dat de 100 euro die hij in 2000 heeft geïnvesteerd in een werk van Andy Warhol, in 2015 gemiddeld 307 euro waard is — een stijging met 200 procent in vijftien jaar. Hij kan dat resultaat vergelijken met de prijsevolutie van andere kunstenaars en met het koersverloop van de belangrijkste beursindexen, zoals de S&P 500, de Nikkei en de CAC 40.

De markt overhoopgehaald

“We hebben de oudste markt ter wereld ontsloten”, bazuint stichter-voorzitter Thierry Ehrmann trots rond. “Dat heeft ons veel haat en processen opgeleverd, want we hebben het milieu opgezadeld met een ontwrichtend model. Wij brengen de vraag en het aanbod in minuten bij elkaar, terwijl dat eeuwenlang jaren in beslag heeft genomen. We hebben vooral licht geworpen op een markt die in duisternis was gehuld. Kunsthandelaars zijn schalken. Voordat wij er waren, namen ze zonder scrupules marges van acht of negen keer de waarde van een werk. Dat is nu veranderd. Toch ben ik in hun ogen de booswicht die de stiel bederft.”

Iedereen die is aangesloten op Artprice, kan in een galerie of een veilinghuis meteen de beweringen van de handelaar natrekken. Ligt die Chinese kunstenaar echt zo goed in de markt in de Verenigde Staten? Beantwoordt de prijs die voor zijn werk wordt gevraagd aan de trends op de markt? Is hij een goede investering? Ehrmann verwijst graag naar Raymonde Moulin, de beroemde sociologe van de kunstmarkt, die hem ooit zei: “U hebt de geschiedenis van de kunstmarkt definitief veranderd. Niets is nog zoals het was.”

Onlineveilingen

Artprice doet meer dan alleen informatie verspreiden die vroeger was voorbehouden aan de professionals uit de sector. De website is ook een onlinemarktplaats waar verzamelaars en kunstliefhebbers met elkaar in contact komen, om zonder tussenpersoon werken te kopen en te verkopen. Op dit ogenblik staan er meer dan 65.000 gedetailleerde aankondigingen op het digitale platform.

Artprice organiseert vanaf de herfst ook veilingen via zijn filiaal Artmarket. “We gaan dat doen vanuit Sjanghai of een Angelsaksische markt, omdat we in Frankrijk worden geconfronteerd met juridische obstakels”, legt Ehrmann uit. “We doen dat in samenwerking met een wereldwijd bekend veilinghuis, waarvan ik de naam nog niet mag verklappen. Dat brengt zijn knowhow, zijn merk en zijn activa in, en het krijgt in ruil tussen 40 en 50 procent van de aandelen in het nieuwe filiaal.”

Ehrmann wil de klassieke veilinghuizen het vuur aan de schenen leggen met commissies die nu al als de meest competitieve op de markt worden omschreven. Ehrmann: “We gaan voor lage kosten. Wij waren de eersten om de kunstmarkt in te tomen en we gaan op die weg verder. Wij zijn het Uber van de kunstmarkt, met turbopower.” Met zijn databank, waarin elke opzoeking, elke voorkeur, elke aankoop en verkoop nauwkeurig geïnventariseerd staan, beschikt Artprice daarbij over een buitengewone troef.

De tabletrevolutie

Niemand in de kunstwereld kan nog om Artprice heen. Verzamelaars en professionals in de sector maken er massaal gebruik van. De website draagt ook bij tot de financialisering van de kunstmarkt. In 2005 had Artprice 1200 banken onder zijn abonnees, vandaag zijn dat er volgens Ehrmann 18.000 — van private banken tot familyoffices.

Heeft de onderneming een bijdrage geleverd aan de opleving van de kunstmarkt? “Vooral de tablets en de smartphones hebben de groei versneld”, analyseert Ehrmann. “De rechtstreekse toegang tot informatie en de dematerialisatie van de verkoop hebben een belangrijke rol gespeeld. Volgens onze gegevens oversteeg de kunstmarkt vorig jaar 15 miljard dollar, een toename met 26 procent tegenover 2013. Ze groeit al tien jaar lang met twee cijfers. Dat is ook niet verwonderlijk, omdat we van 500.000 grote verzamelaars net na de Tweede Wereldoorlog zijn geëvolueerd naar 70 miljoen consumenten vandaag.”

Volgens de baas van Artprice biedt de kunstmarkt “perfect onafgebroken rendementen”. Een kunstwerk van meer dan 50.000 euro brengt netto 5 à 7 procent per jaar op. Een werk van meer dan 100.000 euro heeft een rendement van 12 tot 15 procent.

Geen bubbel

Zulke cijfers kunnen wijzen op de vorming van een bubbel, maar Ehrmann is het daarmee niet eens: “Een zeer nauwkeurige statistiek die al twee eeuwen bestaat, is die van het percentage onverkochte werken. Op dit ogenblik is dat percentage 37 procent. De markt is dus niet oververhit, ze staat ook niet op instorten. Als dat cijfer in de richting van 50 procent zou gaan, is dat wel een slecht teken.”

De jongste bedragen die op de grote veilingen worden gehaald, zijn nochtans veelzeggend. Dat Picasso’s Les Femmes d’Alger op 12 mei bij Christie’s in New York werd afgehamerd voor 180 miljoen dollar, toont aan welke bezetenheid zich al een paar jaar van de kunstwereld meester heeft gemaakt. Een ander beroemd schilderij deed daar nog een flinke schep bovenop: volgens The New York Times zou Nafea faa ipoipo, een schilderij van Paul Gauguin, onderhands zijn verkocht aan de emir van Qatar voor 300 miljoen dollar. “Dertig jaar geleden gingen de duurste schilderijen voor 10 miljoen dollar van de hand”, zegt Ehrmann zelfverzekerd. “In de eerste jaren van deze eeuw is de grens van 100 miljoen dollar overschreden. Ik ben ervan overtuigd dat we tegen 2020 de grens van 1 miljard dollar bereiken voor een kunstwerk.”

FRÉDÉRIC BRÉBANT IN LYON

“Tegen 2020 bereiken we de grens van 1 miljard dollar voor een kunstwerk”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content