“Wij leveren qualitytime voor een betaalbare prijs”

Rik Zweegers is de CEO van ijsproducent Crème de la Crème. Broer Joost is frontman van de popgroep Novastar. Beiden komen ze uit een diep dal van financiële en andere beslommeringen. Maar ze overleefden. Niet het minst door hun Nederlandse ondernemersroots.

Joost en Rik Zweegers hebben zwarte sneeuw gezien. De eerste, frontzanger van de popgroep Novastar, was twee jaar uit omloop na een ongeval en een breuk met zijn vroegere platenmaatschappij Warner Music. Rik Zweegers, de CEO van de luxe-ijsproducent Crème de la Crème Belgium, zat vanaf 2005 in de problemen omdat uitbreidingsplannen op de Hasseltse Researchcampus de mist ingingen.

Joost (1971) staat er weer. In oktober 2008 bracht EMI zijn derde succesalbum uit: Almost Bangor. Tot 2010 staat de agenda vol optredens. En hij werd vader van dochter Lucy. The best is yet to come, zoals een van zijn hits klinkt.

Dat geldt ook voor Rik (1969). Zijn nieuwe fabriek staat op poten. Hij rekent dit jaar op 4 miljoen omzet, waarvan 1,5 miljoen uit Dubai. Hij opent deze maand zijn eerste ijssalon in de Verenigde Arabische Emiraten. Crème de la Crème levert aan Delhaize als private label. Dat Rik het ondernemersbloed van zijn familie heeft geërfd, spreekt voor zich.

RIK ZWEEGERS (CREME DE LA CREME BELGIUM). “Creativiteit is – naast motivatie – de kern van mijn onderneming. Er zijn duizenden ijsjes op de markt en ik wil echt niet optornen tegen het massaproduct. De creatieve spirit maakt het verschil. Maandelijks vinden we nieuwe smaken uit, van aardbeien in witte chocolade over speculaas- tot asperge-ijs. De horeca en de grootdistributie eisen voortdurend nieuwe en goed verkopende smaken. Creativiteit geldt ook voor het productieproces. We beperken onze mogelijkheden niet met standaardmachines. Een en ander moet je dan gieten in een – jawel: creatief – businessplan dat de bankier in deze tijden nog kan overtuigen.”

JOOST ZWEEGERS (NOVASTAR). “Ik denk niet als een verkoper. Alles start met de persoonlijke expressie. Dat is natuurlijk de kern van een hele machinerie van cd’s en concerten. Ik wil natuurlijk wel verkocht worden, maar dat is vooral de opdracht van de platenindustrie.”

België is een klein land. Is dat een commercieel nadeel?

JOOST. “Enorm. Een Britse band kan tot 30 megaconcerten neerzetten. Ik kan het Sportpaleis misschien één keer vullen. Overleven als artiest is moeilijk in een Belgische context. Daarom ben ik wat blij dat ik het jongste jaar echt ben doorgebroken in Nederland. Daarmee vergroot ik mijn territorium.

“Novastar is een kmo, een bron van inkomen van heel wat gezinnen. Ik loop ook een risico en heb soms slapeloze nachten als ik met dat bedrijfje bezig ben. Twee jaar geleden haalden we in Italië een hit. We gaan er drie weken op tournee met een ploeg van twintig. Een concert kost me 15.000 tot 20.000 euro. Dat bedrag kan je als beginnende groep niet doorrekenen. Daarom investeren we de winst uit België voor een stuk in de buitenlandse doorbraak. Die langetermijninvestering is een vorm van ondernemen. Ik ben ook geen eendagsvlieg en heb er jaren voor geknokt. Ik sta met mijn voeten op de grond, ook al is het geen normale wereld waarin ik leef. Sommige mensen gaan echt flippen als ze plots succes hebben.”

Jullie zijn controlefreaks. Een probleem?

RIK. “Ik streef naar perfectie in de producten, het gamma en de marketing. Mijn zwakke kanten: het productieproces en de administratieve aanpak. Gelukkig heb ik daarvoor uitstekende mensen. Mijn vrouw, Anne-Catherine Nulens, leidt vandaag het Belgisch-Nederlandse verkoopteam en ik doe de grote accounts.”

JOOST. “Uren en uren werk ik tot ik de juiste toon vind. Maar een papier invullen loopt verkeerd af. Het lijkt of de creatiefste mensen ook het slechtst hun winkel beheren. Dus zoek je goede muziekmanagers en die zijn dun gezaaid.”

De bvba Novastar viel in 2007 terug op 104.000 euro omzet, minder dan een derde van twee jaar eerder.

JOOST. “Wacht maar af! (Schaterlacht) De tijd van een gestage omzet met de platenverkoop is voorbij. Inkomsten uit liveshows komen meer met golven binnen. Ik overleef zo’n drie jaar na de lancering van een succesvolle cd van optredens. Ik zit volop in zo’n periode na Almost Bangor. Daarvan zie ik nu pas het rendement, ook uit Sabam en andere auteursorganisaties. Nu volgen de zomerfestivals.”

Uw bedrijfje Vitanova ging in juli 2001, toen u nog beheerder was, failliet.

JOOST. “We startten zeventien jaar geleden met drie vrienden een studiootje omdat we geen platencontract kregen en zelf opnames zouden doen. Elke hippe Antwerpse groep wilde er opnemen, zodat we niet eens voor onszelf konden boeken. Het werd een apart bedrijf. We kregen echter ruzie en ik heb de zaak verkocht. Veel later ging ze failliet. Ik heb geleerd dat een bedrijf oprichten met vrienden geen verstandige beslissing was. Zeker als er rotte appels tussen zitten.”

RIK. “Het liep bij mij evenmin van een leien dakje. Ik had een stuk industriegrond gekocht zonder dat er een goede toegang was. De plannen waren klaar, de financiering was rond en de budgetten waren opgesteld, maar een weg die moest aangelegd worden, kwam er niet. Uiteindelijk moest ik de grond weer verkopen. Daarvan heb ik wakker gelegen. We konden twee, drie jaar niet groeien. Soit, het is nu opgelost. Zand erover. Achteromkijken is mijn gewoonte niet.”

Waarom heeft jullie vader Peter zitting in de raad van bestuur van jullie bedrijven?

JOOST. “Hij is een vriend en ook een adviseur die ik 200 procent kan vertrouwen. Naast de administratieve zaken, houdt hij een oogje in het zeil bij de opstelling van de contracten. Hij heeft geen enkele link met de muziekwereld en dat sluit uit dat hij bepaalde vooroordelen of smaken heeft die een belemmering kunnen vormen. Als gewezen zakenman kan hij heel wat praktische dingen leveren.”

RIK. “Hetzelfde geldt voor ons. Mijn vader helpt me twee dagen in de week. Hij nam de start van de nieuwe fabriek voor zijn rekening, net als de certificaten en dergelijke. Sinds de start heeft Crème de la Crème een stevige raad van bestuur. Zo heb ik mijn handen vrij voor de groei. Bestuurder Maarten Van de Kimmenade (Familiebedrijven Adviesgroep) is sterk op financieel vlak. Arno en André Van Kempen, verwant met onze familie, hebben logistieke en vastgoedexpertise. Die bestuurders eisen een minutieuze rapportering. Elke drie maanden moet ik met de billen bloot.”

JOOST. “Onze pa kan vooral zijn ei kwijt bij Rik. Toch was zijn tussenkomst waardevol, bij de onderhandelingen met EMI bijvoorbeeld. Ik ben een 38-jarige dromer en een ramp wat juridische bepalingen betreft. Essentiële afspraken over de voorschotten van een tour, de cofinanciering van videoclips en inkomsten uit het internet werden netjes voorbereid in samenspraak met pa.”

Hielp het familiefortuin bij de opstart van eigen initiatieven, zoals een bedrijf of een muzikale carrière?

RIK. “Geen sprake van. Ik begon bij Interbrew als marketeer. Bij de start van mijn ijsfabriek plunderde ik mijn spaarboekje en leende 50.000 euro van een familielid. Tegen commerciële voorwaarden! De basis van mijn bedrijf is een goed businessplan, niet de familie Zweegers.”

JOOST. “Ook ik verdiende elke cent zelf. Ik ben er trots op dat ik bewees dat ik niet moest teren op mijn familie. Op mijn zeventiende ben ik met klappende deuren vertrokken – zoals dat hoort voor een ambitieuze artiest. Als straatmuzikant trok ik in de zomer door Europa. In de winter werkte ik in een pizzeria.

“Ik kon geen noot lezen. Niet dat ik de kans niet heb gekregen. Twee dagen in het conservatorium liepen uit op een sisser, omdat ik de discipline niet aankon. Mijn carrière bij Studio Herman Teirlinck – het laatste offer dat ik bracht aan de familie – kende een sterke start met mijn voorstelling van een lekkere appelsien. Toen bleek dat ik geen schildpad kon uitbeelden, moest ik ermee kappen. Mijn carrière heeft me bloed, zweet en tranen gekost. Dat koppige volharden is een familietrekje.”

Erfden jullie de ondernemende geest van de familie?

JOOST. “We kregen een zekere hardheid mee. Mijn opa had een geweldig mooie villa in het midden van de bossen, maar gaf wel mee dat daar hard voor gewerkt was. De competitiegeest werd met de paplepel ingegeven . (Enthousiast.) Doe wat je kunt, doe het beter dan de rest en blijf eraan werken.”

RIK. “En als het verkeerd gaat, moet je er niet bij gaan liggen. Opstaan en verder doorgaan, dat was de boodschap. Op geen enkel moment denk ik dat ik zal mislukken als ondernemer.”

JOOST. “Je bent gestart tijdens de dioxinecrisis, man! Als je dat overleeft, kan je tegen een stootje. Dat heb ik ook. De muziekwereld is een wereld van pieken en dalen die sommige artiesten neerslachtig maakt. Welnu, ik kom uit een diep dal. Twee jaar geleden ben ik van het podium gedonderd. Ik was buiten strijd, zag fysiek, maar ook artistiek en commercieel af. Ik heb niet alleen mijn hiel gebroken, maar heb ook mijn broek gescheurd. Op verzekeringsvlak zijn er een aantal zaken niet zo netjes afgewerkt. Soit. Dat boek is gesloten. Ik heb nu mijn mooiste plaat ooit opgenomen – het resultaat van die ellende. Het grote verschil met mijn broer: als zijn bedrijf failliet gaat, is het met hem gedaan als ondernemer. Als ik al mijn geld kwijtraak, blijf ik mijn fans behouden. Mijn succes wordt niet in geld gemeten.”

Spelen de Nederlandse roots een rol?

JOOST. “Ik beschouw mezelf als een Belg. Ik ben een bourgondiër die geniet van het leven. Ik kijk niet op een euro als ik uitga en houd het graag beminnelijk. Ik vind het alleen zonde dat te veel Belgen die hier mooie dingen maken naar hun schoenen kijken. Nederlanders kunnen met veel zwier lucht verkopen. Belgen zijn te bescheiden.”

RIK. “Ik ben 100 procent Belg, behalve tijdens het Europees kampioenschap of de wereldcup voetbal. Belgen zeuren vooral over wat er verkeerd gaat en vergeten wel eens wat we allemaal bereikt hebben. Dat geldt ook voor de houding tegenover ondernemers. Die worden in België scherp op de korrel genomen. Niet in Nederland. Nederlanders zijn trots dat hun bedrijven het wereldwijd goed doen. En omgekeerd zijn de ondernemers blij dat ze dat ook kunnen tonen. In België steken de ondernemers hun prestaties weg.”

JOOST. “Dat geldt ook in de artistieke wereld. Snel verzuurde reacties op andermans succes. Niet in Nederland. Daar durven succesvolle artiesten uit te pakken.”

Hoe staat u tegenover artiesten die vooral commercieel werken, zoals Helmut Lotti of K3?

JOOST. “Ik ben als singer-songwriter een kleine zelfstandige die zijn eigen boontjes dopt. Helmut is de spil van een groot bedrijf. K3 is dan weer neergezet door een productiemaatschappij.

“Is Helmut Lotti big business? Natuurlijk. Is daar iets verkeerd mee? Absoluut niet. Ik heb een enorm respect voor hem en zijn manager Piet Roelen. Zij gaan integer met hun productie om. Het is geen toeval dat Roelen een Nederlander is. Hij combineert de Nederlandse handelsgeest met Vlaams talent.

“K3 en andere succesproducten maken van Studio 100 een prachtverhaal, uniek in de wereld. Ze staan – terecht – pal achter hun product. De liedjes van K3 zijn pareltjes op het vlak van de compositie. Heyoh heyah mama niyehoh… Fantastisch. Dat lijkt wegwerp, maar dat schudt je niet uit je mouw.

“Hans Bourlon en Gert Verhulst werden genegeerd door de zogenaamde serieuze muziekpers. Daarom vind ik het net goed dat een ernstig blad als Trends hen uitroept tot Managers van het Jaar. Ik ondervond zelf ooit hoe moeilijk het is om aan merchandising te doen. Of we geen Novastar-strandlakens konden drukken met onze naam op, vroeg men mij ooit. 500 liet ik er drukken. Tien zijn er verkocht. Bleek dat ze veel te klein waren om op te liggen. Ik had verdomme mijn broer moeten bellen voor advies. Novastar-hoedjes en Novastar-fopneuzen zijn dus niet voor morgen.”

Voelen jullie de crisis?

JOOST. “Ik ben er niet mee bezig. Misschien hadden we wel wat meer platen verkocht als er geen crisis was en hadden we de Lotto Arena wel twee keer kunnen vullen. De bedrijfssponsoring voor concerten is wel voor een stuk weggevallen.

“Ik voel eerder de crisis van de platenmaatschappijen. Ooit verbrak Warner Music heel wat contracten. Ikzelf stond in Nederland en België net toen al weken op de eerste plaats met Wrong, zodat ik een jaar langer onder contract bleef tot de campagne voorbij was. Dat is netjes gedaan. De overstap naar EMI was geen probleem, omdat ik voor hen een interessant product was.”

RIK. “Wij zijn volop aan het groeien. We konden bijvoorbeeld in het gat springen van Nestlé, dat zich terugtrok uit de horecamarkt. We breiden ons gamma in Delhaize uit van vier naar veertien smaken. We kijken naar Duitsland en Nederland om exclusiviteitscontracten te sluiten. In Dubai voelen we de crisis wel. We leveren er aan hotels en die krijgen ernstige klappen. In de ijssalons is er geen probleem. We hebben goede contacten met Al Fahim/NU Concepts, een enorm bedrijf dat onze producten zal verspreiden. Ons grote voordeel is dat we spelen op de kwaliteit. Als het wat moeilijker gaat, grijpen de mensen terug naar het betere product in de momenten dat ze zichzelf wat gunnen.”

JOOST. “Nog een reden waarom ik ook weinig angst heb voor de crisis. Mensen die even weg willen dromen in mijn muziek, kunnen zich dat veroorloven. Rik en ik leveren qualitytime voor een betaalbare prijs.” (T)

Door Hans Brockmans/Foto’s Michel Wiegandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content