“Wij hebben ruimte en geld”

Gas produceren in Limburg? De Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) voert nog dit jaar een eerste test uit. Maar Stijn Bijnens, nieuwbakken algemeen directeur van de LRM, heeft nog andere plannen.

Vanachter zijn bureau kijkt Stijn Bijnens op een boom in hartje New York. Een 3-D-serigraaf van pop-art-icoon Charles Fazzino, “Money doesn’t grow on trees”. “Een reproductie, gekocht in New York in 1999. Als je alle termen kent die op dat werk staan, ben je een goede manager”, lacht Bijnens. De titel kan wellicht ook als leidmotief gelden bij het beheer van het overheidsgeld waarmee de LRM destijds werd gespekt.

De Limburgse whizzkid, Manager van het Jaar 1999, nam op 25 oktober de leiding van de LRM over van Gerard Buteneers. Sinds 24 januari is hij niet langer ad interim algemeen directeur, maar gewoon permanent. En hoewel hij niet veel zin heeft om in een of andere Power List op te duiken, maakt het hem tot één van de invloedrijkste Limburgers. Wellicht na Steve Stevaert, die hem in 1999 uitnodigde in de raad van bestuur van LRM. Al wil dat niet zeggen dat Bijnens van socialistische signatuur is. “Ik was ook bestuurder bij De Post, blijkbaar op een stoel van de VLD. En ik zit in het bestuur van VKW-Limburg, dus ben ik wellicht ook CD&V. Maar ernstig, bij LRM ben ik verantwoordelijk voor de rendementsgebonden activiteiten. Dan ben je in mijn ogen de facto apolitiek. Ik word beoordeeld op resultaten, ik zoek de beste projecten.”

TRENDS. Uw overstap was voor velen een verrassing. U was vice-president bij Verizon (de huidige eigenaar van Bijnens’ Ubizen, red.), een wereldbedrijf met 260.000 werknemers. Hier hebt u er 35 en uw speelveld is Limburg.

STIJN BIJNENS (LRM). “Ik kijk er absoluut niet negatief op terug, maar als je zeven keer in een jaar naar Australië bent gevlogen, vraag je je toch wel af waar je mee bezig bent.

De Verenigde Staten zullen de komende jaren ook niet de meest aangename omgeving zijn om te werken. De vastgoedcrisis is maar de top. Ik heb collega’s gehad die een cardealer binnenliepen en vijf minuten later met een Hummer buitenreden zonder dat er naar hun loonbriefje was gevraagd. De eerste twee jaar hoeven ze niets te betalen. De verkopers van die leningen verpakken dat als collateralized debt obligations (schuldpapier dat door activa is gewaarborgd, red.). Ik denk dat je de komende jaren even niet in de Verenigde Staten moet zijn.

“Niet dat ik hier minder hard zal werken, maar ik zal wel een stabieler bioritme hebben en meer tijd voor mijn gezin (Bijnens is getrouwd, heeft een dochtertje van 3 en een tweede baby op komst, red.). We zijn overigens op zoek om hier terug te komen wonen. Bovendien is er in Limburg momenteel een goede dynamiek.”

Blijkbaar zelfs onder de grond. Hoever staan uw plannen voor Limburgse gasproductie?

BIJNENS. “We zitten in de fase van exploratie. We willen er snel mee vooruitgaan. Een studie van het Vito (Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek, red.) toonde dat er 58 miljard m3 methaangas in de ondergrond zit, waarvan 7 miljoen m3 winbaar en bruikbaar. Google het maar eens. In de VS heb je meer dan 10.000 ontginningsinstallaties, in Canada meer dan 4000. Er zijn er in China, India, enzovoort. Dit is geen sciencefiction. Gebruik je CO2-injectie, dan kan je nog meer ontginnen. Met CO2-injectie hecht je CO2 permanent aan de steenkool en maak je extra methaangas vrij.”

Sommige wetenschappers betwijfelen of opslag van CO2 wel mogelijk is in Limburg.

BIJNENS. “In Polen en de VS is aangetoond dat het kan. Of het ook hier kan, bestuderen we. Maar als je methaangas wil winnen via CO2-injectie, moet je wel aanvoer van CO2 hebben. Dat zou bijvoorbeeld kunnen komen van het Remostort, waar historisch het afval van Limburg naartoe ging. De uitbater, Groep Machiels, wil dat stort nu opbranden en gebruiken als grondstof voor groene energie. Dat zou ons van CO2 kunnen voorzien. Maar we gaan niet zelf aan aardgaswinning doen. Als de evaluatie positief is, gaan wij op zoek naar industriële partners.”

Zoals Albert Frère.

BIJNENS. “Albert Frère heeft zich ingekocht in een dochter van Kimberley Oil, een Australische groep die in Noord-Frankrijk al installaties voor methaanextractie heeft staan. Wij hebben contact met Kimberley Oil, maar ook met anderen. Er zijn trouwens nog meer exploitatiemogelijkheden. Statistisch gezien, zijn de mijngangen nu volgelopen met water van 38 graden. Je kan dat oppompen en daar nieuwe woonwijken mee verwarmen. In de komende vijf tot tien jaar ga je enorme innovaties zien omdat er zoveel durfkapitaal stroomt naar schone energie. Het Amerikaanse Luca Technologies heeft een genetisch gemanipuleerde bacterie ontwikkeld, die steenkool opeet en methaangas uitscheidt, maar dan in andere grootteordes dan waarover we voordien spraken. Misschien zijn de mijnwerkers van de toekomst bacteriën.”

Uw voorganger hoopte een buitenlands bedrijf van het kaliber van Ford naar Limburg te halen. Hoe realistisch is dat?

BIJNENS. “We hebben 810 hectare terreinen in portefeuille. Daarvan liggen 272 hectare in Lommel, het Kristalpark III, voornamelijk de Balim-terreinen die we van Recticel hebben gekocht. In samenwerking met de gemeente Lommel gaan we dat ontwikkelen. Die werken starten in de volgende maanden. Ongeveer 143 hectare daarvan is gereserveerd voor een grote speler, indien die zich zou aanbieden. Maar daar heb ik momenteel niets over te melden.

“Strategisch gezien, zijn die terreinen het hinterland voor logistiek van de Antwerpse haven. Onze gouverneur spreekt al van de Alberthaven. Belangrijk is de bereikbaarheid, onder andere via de IJzeren Rijn. Maar wij gaan hier echt niet voor de fast buck. Wij kijken op middellange en lange termijn. We hebben de tijd om daar de juiste invulling aan te geven.”

Laten we het eens hebben over de durfkapitaalpoot. Hebt u daar specifieke doelstellingen?

BIJNENS. “In het verleden kwam de winst van LRM vooral uit beleggingen, zeg maar de cash. De kaspositie eind 2006 was 365 miljoen euro. Daarvan was een flink deel gereserveerd voor toekomstige Lisom-projecten, maar intussen bleven die financiële middelen op de balans en bracht het geld op voor LRM.

“In de toekomst moeten de winsten gaan komen uit de bedrijfsvoering, uit venture capital en vastgoed- en projectontwikkeling. In venture capital willen we per jaar voor ongeveer 20 miljoen euro nieuwe investeringen doen. Dat is een verdubbeling tegenover het historische gemiddelde.

“Ik zal tevreden zijn als in 2008 de helft van de winst niet meer uit beleggingen komt. Op dat moment ben je een hefboom voor het economische en maatschappelijke weefsel van Limburg. De basis is al gelegd. In vastgoed en risicokapitaal bouw je over de jaren een portefeuille op. Er is nu industriegrond die ontsloten is, er zijn bedrijven waar we een exit kunnen realiseren. Op niet al te lange termijn moet onze durfkapitaalpoot een rollend fonds worden. We zullen nieuwe investeringen kunnen financieren uit de exits van andere projecten.”

Mikt u op specifieke sectoren voor uw investeringen?

BIJNENS. “Wij zijn in de eerste plaats generalisten. We hebben een aantal speerpuntsectoren zoals ICT, biomedisch, cleantech, life sciences. Maar ook als je niet in die sectoren actief bent, ben je hier welkom. LRM doet van klein tot groot en in alle sectoren.”

Zit daar geen gebrek aan focus? Zou Limburg niet beter af zijn met gebieden waarin u voluit gaat?

BIJNENS. “Het is aan de politici om de grote lijnen uit te zetten. Vergeet niet dat Limburg een kmo-regio is. Wij doen heel veel voor kmo’s. We hebben specifieke producten, zelfs voor prestarters: Bizmotor, Bizkapitaal, Partnerkapitaal en Pluslening. Normale venture capitalists doen geen deals onder één of vijf miljoen euro. Wij doen deals van 50.000 euro. Of 100.000 euro, zoals PromoButler. Maar wij doen ook veel grotere deals, zoals Cegeka en Scana-Noliko.

“In onze speerpuntsectoren verwachten we meer dealflow en bouwen we aan meer specialisatie en een meer gefocuste commerciële strategie.”

Life sciences is de jongste tak …

BIJNENS. “In life sciences hebben we al drie dossiers in portefeuille: Silicos (screeningtechnologie voor molecules), 3DDD Pharma (generische geneesmiddelen) en Mubio (onderzoek naar antilichamen), dat we samen met de Nederlandse investeringsbank Liof hebben gedaan. Dat gaat over 2 miljoen euro investeringen. We zijn nog bezig met een zestal dossiers voor zowat 7 miljoen euro van LRM. Wij nemen minderheidsparticipaties, dus dat bedrag moet je met drie vermenigvuldigen om tot de werkelijke bedrijfsfinanciering te komen. Je ziet wel dat er een gezonde dynamiek bezig is.”

Je hebt al Biotech Valley in Gent. Er zijn clusters in Leuven en Mechelen. Wat is de toegevoegde waarde van Limburg?

BIJNENS. “Het is een grote markt. De universiteit Hasselt, en dan specifiek professor Piet Stinissen, creëert een hele dynamiek rond life sciences waar wij ons wagonnetje kunnen aanhangen. Wíj zorgen niet voor spin-offs. Ondernemers en universiteiten doen dat.

“Ook ICT heb je overal. Maar intussen hebben we daar toch een mooie portefeuille mee opgebouwd.

“Waarom cleantech? Je hebt daarvoor niet alleen kennis nodig, maar ook ruimte: biomassacentrales, zonnecentrales, enzovoort. En als we hier iets hebben, is het ruimte. LRM heeft ruimte en geld, we kunnen een hefboom zijn in dat domein. Zeker met ons mijnverleden. We hebben daar ook een industrieel weefsel, met spelers zoals Groep Machiels en anderen, net als het Materialeninstituut van de universiteit Hasselt. We werken aan een project waarbij we zonnecentrales bouwen op de slibbekkens van de mijnen. Dat is onstabiele ondergrond, waar een gemiddeld bedrijf niets mee is, maar voor zonnepanelen kan het wel.”

Eind vorig jaar was er sprake dat LRM zou worden opgeslorpt door Gimv of PMV.

BIJNENS. “Dat heb ik zo niet begrepen. Wij hebben een samenwerkingsovereenkomst die vernieuwd moet worden. Daarover is een politiek debat bezig. Maar dat is een zaak voor de aandeelhouder. In de commissieverslagen van het Vlaams Parlement kan u trouwens lezen dat Vlaams minister-president Kris Peeters zelf heeft bevestigd dat die middelen voor Limburg zijn.”

Hoe vindt u nieuwe opportuniteiten?

BIJNENS. “Door uit ons kot te komen en ons te integreren in de gemeenschap. Samenwerken met de actoren: de werkgeversorganisaties, maar ook andere venture capitalists. Voor cleantech hebben we 10 miljoen geïnvesteerd in het Capricorn Cleantech Fund. Zij doen veel internationale deals en zo hebben we een goed zicht op wat er beweegt.

“Op de oude mijnterreinen van Waterschei, eigendom van de stad Genk, komt er een Wetenschapspark in samenwerking met de KU Leuven. Als er ergens een spin-off ruimte zoekt, ontvangen wij die met open armen, van welke universiteit die ook is. Wij spelen op een klein veldje: we kunnen ons niet permitteren om opportuniteiten te missen. Wij hebben maar één beperking: er moet een link met Limburg zijn, een aantoonbaar voordeel, liefst op gebied van werkgelegenheid.

“Daarnaast beginnen we op 18 februari in Tessenderlo met onze Ronde van Limburg. Daar trekken we deze maand ook nog mee naar Genk, Sint-Truiden en Lommel. We leggen daar uit hoe durfkapitaal werkt, met in totaal acht getuigenissen, telkens van bedrijven uit die regio’s.”

Komen er geen klachten van ondernemers als u in een concurrent investeert?

BIJNENS. “Een populaire jongen zal ik in deze job niet worden. Van elke tien dossiers die je binnenkrijgt, komt het misschien bij twee tot een deal. Dus zijn er acht mensen die vinden dat de LRM “hun” geld – geld van de belastingbetaler – verkeerd aanwendt. Maar wij hebben rendementsdoelstellingen, wij geven geen subsidies.”

Slotvraag: wat is de belangrijkste les die u hebt getrokken uit het Ubizen-verhaal?

BIJNENS. (denkt na) “Wanneer je moet herstructureren, doe het snel en diep. Je doet het nooit diep genoeg. Wij hebben het in meerdere rondes gedaan, omdat iedereen ervan uitging dat ICT-beveiliging recessieproof zou zijn. Niet dus.

“Dat beschouw ik trouwens ook als mijn beste prestatie, dat Ubizen het heeft overleefd. Uiteindelijk had ik tussen 1995 en 2000 niet veel bewezen: we hadden van een visie een product gemaakt en dat in de markt gezet. Managementwise was dat eigenlijk relatief eenvoudig. Om de dotcomcrash te overleven, was meer nodig. Onze grootste concurrenten van toen – Brokat, Baltimore, … – zijn failliet gegaan of we hebben ze zelf voor een prikje gekocht. Terwijl al de mensen die Ubizen hebben gemaakt, toch hebben meegewerkt aan technologie die nu 70 % van alle internettrafiek beveiligt. Daar mogen we fier op zijn.

“Het andere dat ik uit die periode heb geleerd, is dat je maar één ding tegelijk goed kan doen. Op een bepaald moment word je zeer veel gevraagd, investeer je in andere bedrijven, enzovoort. Nu kies ik alleen voor LRM.” (T)

Door Luc Huysmans en Bruno Leijnse/Foto’s Photo News

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content