Wie zal het herstel financieren?

Iedereen verwacht in 2003 een herstel van de economie. “Ergens in de tweede jaarhelft,” maar het kan even goed in de blessuretijd zijn. Lees: in 2004. Misschien kan de vraag ‘Wie gaat dat betalen?’ een licht werpen op de kansen voor het langverwachte herstel.

Net zoals vorig jaar omstreeks deze tijd, verwachten economen beterschap in de volgende twaalf maanden. De heropleving zou vooral uit de Verenigde Staten moeten komen, en meer in het bijzonder vanuit de hoek van de bedrijven. Maar groeivooruitzichten hebben niet uitsluitend met vraag- en aanbodfactoren te maken. Om vraag en aanbod bij elkaar te brengen, is er geld nodig. Hoe vlotter het geld vloeit, hoe beter de groeikansen. Daarom werd de Amerikaanse rente al twaalf keer verlaagd, en nam de Europese Centrale Bank ( ECB) enkele weken geleden de beslissing om ook in Europa het geld goedkoper te maken.

Nieuwe sponsor gezocht. Maar een lage rente geeft nog geen garantie. Er moet ook voldoende ruimte zijn om bijkomend risico te dragen. De dolle jaren negentig waren maar mogelijk omdat het geld gemakkelijk naar de economie vloeide. Eigenlijk werden de gezonde balansstructuren van de verzekeringssector en van de particuliere belegger gebruikt om de nieuwe economie te financieren. Maar de twee hoofdfinanciers van de groei in de jaren negentig kunnen die prestatie in de volgende jaren niet herhalen. Zonder een nieuwe sponsor zal het dus onmogelijk zijn om het economisch herstel te financieren.

We hoeven niet ver te zoeken om zo’n geldschieter te vinden. De banken nemen traditioneel die rol op zich. Maar banken zijn voorzichtiger geworden, en worden daarvoor ook door centrale bankiers geprezen. In plaats van het risico op zich te nemen, zijn ze commissionairs van risico geworden. Met andere woorden, in plaats van het aangeboden (krediet-) risico in hun boeken op te nemen, zoeken ze een tegenpartij die dat in hun plaats wil doen. De opkomst van securitisatie is daar uiteraard een mooi voorbeeld van. Maar het is zeer de vraag of die financieringsformule van de jaren negentig zich in de volgende jaren zal kunnen doorzetten.

De kansen op een echt economisch herstel lijken erg klein, tenzij de banken opnieuw bereid zijn hun oude rol op te nemen. Dat wil zeggen dat ze kredietrisico’s niet uitsluitend doorschuiven, maar ook op hun eigen balansen nemen. Voorlopig lijkt het er niet op dat die tendens al aan de gang is.

Internationale inslag. Maar onze denkoefening over de financiering van het herstel beperkt zich niet tot de rol van de financiële sector, en de capaciteit en bereidheid van alle partijen om weer risico te nemen. De financiering heeft ook een internationaal tintje.

Dat internationale financieringsluik kan het best geïllustreerd worden door de internationale geldstromen in kaart te brengen. Wie verzorgt op wereldvlak het aanbod van geld? Zoals de grafiek Herverdeling van spaaroverschotten toont, is het aanbod vrij gespreid. Maar wie nader toekijkt, leert dat Europa en Japan voor de helft van de financiering zorgen, met een hoofdrol voor het Oude Continent.

De vraag is dan weer sterk geconcentreerd. De coalitie van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zuigt driekwart van de stromen aan. Met andere woorden, een Amerikaans herstel op de oude leest geschoeid, kan maar bij de gratie van Europa.

De bereidheid van de Europeanen om dit te doen, kunnen we aflezen uit de evolutie van de Amerikaanse dollar. Die bereidheid was tot vorig jaar erg groot. Maar sindsdien brokkelt het vertrouwen af, in de afgelopen weken zelfs in een versneld tempo. Het is paradoxaal dat Europa rekent op een herstel in de VS en tegelijk minder bereid is om het te financieren, of het risico ervan op zich te nemen.

It takes two to tango. Economische groei kan niet zonder voldoende financiering. Als het geld overvloedig aanwezig is, zijn de groeivooruitzichten goed. Maar de Amerikaanse centrale bank ( Federal Reserve, kortweg Fed) vergist zich als ze denkt dat dit uitsluitend met de rentestand te maken heeft. De gezondheid van de financiers moet ook aanwezig zijn. De banksector is momenteel de gezondste speler. Wanneer die weer zijn oude rol vervult, vergroot de kans op een economisch herstel in 2003. Of de VS dat herstel op gang zal trekken, is allerminst zeker. Anders gezegd: Europa heeft de middelen om een eigen groeiproject te financieren.

Mijn wens voor 2003 is dan ook dat er ruimte komt voor een eigen Europese groeidynamiek. De economie heeft voldoende vraag, bijvoorbeeld om onze achterstand in technologie met de VS in te halen. En er zijn genoeg spaaroverschotten om dat alles te financieren. Er is alleen nog een relatiebureau nodig dat de twee partijen samenbrengt, en dan kan de tango beginnen.

Geert Noels [{ssquf}]

De auteur is hoofdeconoom van de vermogensbeheerder Petercam.

Mijn wens voor 2003 is dat er ruimte komt voor een eigen Europese groeidynamiek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content