Wie koopt UCB?

Na de overname van de Generale Maatschappij van België door Suez, in 1988, deed een Franse farmagroep een belangrijk manoeuvre om UCB te kopen.

Georges Jacobs: “Dat was een van mijn moeilijkste momenten ooit bij UCB. Wij waren weliswaar een rommeltje van producten en richtingen, maar de Fransen zagen een groot potentieel in onze farma. Ik was overtuigd dat zij alle niet-farma stuksgewijze verkocht zouden hebben. Mijn reactie was duidelijk en in totale samenspraak met alle aandeelhouders. Daar hoort enige geschiedenis bij.”

“In 1982 was de grootste aandeelhouder niet de familie Janssen, wel Rhône-Poulenc met 20 %. De groep Janssen bezat 17 %. Bij de nationalisering van Rhône-Poulenc gaf het Franse ministerie van Financiën het bevel om alle buitenlandse investeringen te verkopen. Ik kende Rhône-Poulenc als oud-directeur Financiën en hoofd van de farma. UCB was niet briljant in de jaren zeventig. In 1976 boekten wij een verlies van – omgerekend – 10 miljoen euro, voor die tijd een grote som. Het aandeel noteerde tegen 2O euro. In 1982 beliep de koers 44 euro, terwijl Rhône-Poulenc verkocht tegen 50 euro. De helft van de 20 % ging naar Royale Belge; een stabiele verzekeringsmaatschappij met een portefeuille van traditionele Belgische aandelen, en de overige 10 % verhuisde naar de Banque du Luxembourg, onze huisbankier. Op dat moment werd de familie Janssen de nummer 1 met 17 %.”

“Wat niemand had verwacht, was dat Royale Belge en zijn aandeelhouder Albert Frère – altijd belust op meerwaarden – hun UCB-stukken in 1988 kwijt konden tegen een zeer goede prijs. Een Franse farmafirma, waarvan de naam nooit is vrijgegeven, heeft toen gesnuffeld aan dat blok. Het management en de aandeelhouders van UCB konden rekenen op de 17 % van Janssen en de 10 % van de Luxemburgers, dus in het beste geval slechts 27 %. Een algemene vergadering over de verdedigingsmiddelen zou onze zwakte hebben blootgelegd.”

“Ik belde en bezocht meteen institutionele beleggers in Londen, met de dringende bede: ‘Alstublieft, laat ons gerust. Stem niet tegen ons voorstel. Je zal zien dat onze koers vanzelf zal groeien, niet alleen door het publieke bod waarvoor ik u vraag dat u het afwijst.’ De institutionelen hebben mijn boodschap verhoord.”

Twee jaar nadien, tijdens een roadshow in Londen, zei een van die analisten publiekelijk: ‘Georges Jacobs is bij jullie en bij mij langs geweest en ik heb hem het voordeel van de twijfel gegeven. Trouwens, UCB woog zo licht in mijn portefeuille dat ik niet heb gereageerd. Ik had zeer grote twijfels bij zijn optimisme, maar hij heeft gelijk gekregen: de koers van UCB staat, zonder openbaar bod tot aankoop, rond 500 euro en dat beduidt, collega’s, dat er in de financiën geen absolute regels zijn en dat ook een gifpil een koersgroei niet hoeft te fnuiken. Georges Jacobs was fair. ‘”

De familie Janssen nam tien procent over van Albert Frère, klom daardoor van 17 % naar 27 % en later volgden de 10 % van de Banque du Luxembourg. Door de fusie van Tubize en Obourg in de lente van 2005 controleert de familie 52 % van een firma die 40 % controleert van UCB, dus vandaag in de reali teit 20 %.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content