WIE BOUWT HOE?

ZELF BOUWEN ZIT IN DE LIFT.

Zowel in Vlaanderen als in Wallonië zit het zelf bouwen in de lift. Dat blijkt uit een enquête van de uitgeverij Verstandig Bouwen en Renoveren over de bouwintenties van particulieren.

In Vlaanderen antwoordde 28% van de 4110 ondervraagden dat ze zelf de ruwbouw zouden doen, in 1997 was dit “slechts” 25%. In Wallonië is de stijging nóg opvallender: van 16% in 1997 naar 28% in 1998. De hoge Vlaamse score is vooral toe te schrijven aan de provincie Limburg, waar 42% van de toekomstige bouwers de ruwbouw zelf zal neerzetten. Als we de ruwbouw buiten beschouwing laten, blijken de Walen de grote doe-het-zelfkampioenen te zijn. Voor bepaalde posten (sanitair, verwarming, binnenschrijnwerk, pleisterwerk) ligt de score voor het doe-het-zelfwerk 9% tot 13% hoger in Wallonië dan in Vlaanderen. In Vlaanderen zijn het opnieuw de Limburgers die veel zelf doen: zo gaat maar liefst 65% van de Limburgse bouwers zelf de elektriciteitsvoorzieningen installeren.

“Deze verrassend hoge percentages moet men wel enigszins relativeren,” zegt Rik Neven, verantwoordelijke voor de enquête: “Wat op het enquêteformulier wordt ingevuld als doe-het-zelf werk, zal in de praktijk nogal eens een vorm van zwartwerk zijn.”

Andere kanttekening: hoe representatief zijn de geënquêteerden voor de populatie van toekomstige bouwers? De gegevens komen immers van mensen die, in ruil voor een ingevuld enquêteformulier en een bewijs dat ze binnenkort gaan bouwen, een gratis exemplaar krijgen van het boek ” Verstandig bouwen en renoveren“. Wie volgens de sleutel-op-de-deur formule bouwt, heeft minder baat bij zo’n boek – deze categorie is waarschijnlijk dan ook ondervertegenwoordigd in de enquête.

Niettemin geeft de studie een aantal opmerkelijke resultaten over verschillen in bouwopvattingen tussen Vlamingen en Walen. De auteurs spreken zelfs over een Vlaams-Waalse bouwkloof. Zo is de stijl van bouwen in Vlaanderen opvallend moderner dan in Wallonië. 59% van de Vlamingen noemt zijn bouwstijl modern, tegenover slechts 40% van de Walen. Maar terwijl er in Vlaanderen voor het eerst sinds jaren opnieuw wat meer rustieke woningen worden gebouwd, wint het modern bouwen in Wallonië nog duidelijk veld (van 35% in 1997 naar 40% in 1998). Al goed dat de keuze van de bouwsteen voor de binnenmuren geen politiek strijdpunt is, want op dit vlak komen de bouwers in beide gemeenschappen absoluut niet overeen. Vlamingen kiezen resoluut voor een snelbouwsteen voor het binnenspouwblad (67%), de Walen zweren daarentegen bij het betonblok (56%).

Voorts blijkt ook dat Walen het er minder moeilijk mee hebben om in een onafgewerkte woning te trekken dan Vlamingen. Dit verklaart misschien ook waarom de sleutel-op-de-deur sector opvallend belangrijker is in Vlaanderen dan in Wallonië. Volgens de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) en de Confédération Construction Wallonne (CCW) zijn er 165 sleutel-op-de-deur bouwbedrijven in België. Het overgrote deel hiervan (135) is in Vlaanderen gevestigd. Indien men abstractie maakt van de appartementen, is bijna de helft van de nieuwe woningen in Vlaanderen gebouwd volgens een sleutel-op-de-deur formule. Tel dit percentage op bij dit van het zelf bouwen, en men komt tot de conclusie dat het traditionele bouwen het minst populair is.

Nog een opvallende trend: domotica verovert traag maar zeker onze huizen. In 1995 werden in Vlaanderen 600 domoticasystemen geïnstalleerd, in 1997 1600. Volgens Marc Dillen, secretaris-generaal van de VCB, hangt deze evolutie samen met de vergrijzing van de bevolking. Met de hulp van domotica kunnen bejaarden veel langer zelfstandig wonen. Het betaalbaar worden van deze technologie en de toegenomen vraag naar systemen voor brand- en inbraakbeveiliging, zijn andere verklaringen.

Voor Wallonië zijn hierover geen cijfers beschikbaar, maar volgens de CCW is er ook in het zuiden van het land meer vraag naar domoticasystemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content