WELVAART ZONDER WERK

Het gaat goed met de economie. Dank u. In België is 2,8 % – we houden de vingers gekruist – het hoogste groeicijfer in jaren. En ja, ook de arbeidsmarkt draait op volle toeren. Op de databank van de VDAB werden in de eerste jaarhelft 30 % meer vacatures bekendgemaakt dan een jaar eerder. En 83 % van al die banen is ook effectief ingevuld (tegenover 80 % vorig jaar).

Je zou al bijna een kniesoor moeten zijn om de medaille nu op zijn keerzijde te draaien. En toch. Dit cijfer, 83 %, betekent ook dat het bedrijfsleven in Vlaanderen voor bijna 20.000 banen geen geschikte sollicitant vindt. Een onderschatting van de realiteit, want bedrijven melden uiteraard niet al hun nieuwe jobs of openstaande vacatures bij de VDAB.

De werkloosheid in Vlaanderen daalt. Dat is het positieve nieuws. De prikkels die aan werklozen worden gegeven om opnieuw actief te worden, leveren dus wel degelijk iets op. Maar ze lijken niet in staat om het glazen plafond in de arbeidsmarkt te doorbreken.

En dat geldt des te meer voor Brussel en Wallonië. Recente cijfers van de federale arbeidsdienst RVA hebben dat aangetoond. Dit land worstelt met een categorie werklozen – een op vijf – die nooit gewerkt heeft, en een op vijf van die werklozen is al meer dan vijf jaar werkloos.

Het is een nijpend probleem dat de limieten van onze Belgische welvaartstaat aftast: is het maatschappelijk verantwoord dat mensen die onmiddellijk na het verlaten van de school een werkloosheidsuitkering krijgen zonder er ooit (noemenswaardig) voor te hebben gewerkt, in dit welvaartsnet genesteld blijven?

Uit de analyse van de RVA bleek ook dat in België de helft van de werkloze gezinshoofden al meer dan vijf jaar werkloos is. Onder die categorie vind je veel alleenstaande moeders voor wie de baten van een nieuwe job niet opwegen tegen de lagere kinderbijslag en extra kosten voor kinderopvang of verplaatsingen van en naar het werk.

De prikkel om hen aan het werk te zetten, is dus te flauw. De voorbije maanden was er weer heel wat te doen over cadeautjes en ander snoepgoed die politici klaar hadden liggen om hun kiespubliek te paaien. Een invoering van deze stimuli, niet voor Jan en alleman maar specifiek gericht op deze doelgroep van langdurig werklozen, zou beter besteed zijn – kiest u maar uit: een jobkorting, een schoolpremie, cheques voor bijscholing of een verhoging van de kinderbijslag.

En ja, dit uiteraard gekoppeld aan een duidelijk werkengagement. En voorzien van de nodige sancties, als het engagement niet wordt waargemaakt. Bart Somers beet in juni zijn tanden stuk op de tijdsbeperking voor de werkloosheidsvergoeding. De VLD-voorzitter predikte in de politieke woestijn, omdat hij zichzelf niet kon vrijpleiten van enig opportunisme.

Maar louter rationeel bekeken is die maatregel, ingepast in een bredere puzzel van stimuli en sancties, onmisbaar. Het is deze maand tien jaar geleden dat ook Bill Clinton tot die conclusie kwam. In augustus 1996 tekende de toenmalige Democratische president, met de steun van een Republikeinse meerderheid in het Congres, een wet die stelde dat werkloze gezinshoofden in de VS niet langer ad aeternam van een uitkering konden genieten.

De maatregelen bewezen – onder de noemer welfare to work – hun nut. De werkloosheidsgraad daalde met 2,7 procentpunten in de periode van 1993 tot 1999. Meer dan de helft van de uitkeringsgerechtigden vond werk. Uiteraard droegen de aanzwengelende economie en de brede politieke frontvorming in die periode bij tot dit succes.

Wie de arbeidsbiotoop in de VS met die van België vergelijkt, ziet grote verschillen. Maar we kunnen er wel één les uit trekken. Als de economie goed draait en de politieke wil aanwezig is, kunnen ook op een arbeidsmarkt bergen worden verzet. Economisch liggen de kaarten goed. Hoe lang is het nog wachten op het ideale politieke tijdstip?

piet depuydt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content