Welvaart in de weegschaal

De Vlaamse welvaart. Daar is het elke politieke partij om te doen. Met een jobkorting, een afschaffing van de registratierechten of subsidies voor energiezuinige woningen. De denktanks Itinera en VKW Metena analyseerden die thema’s waarmee Vlaanderen echt welvaart kan creëren.

De partijen leggen in hun programma’s vooral de nadruk op maatregelen die hún kiezers na aan het hart liggen. Ze zetten hun argumenten kracht bij door de prijs en de opbrengsten van een aantal maatregelen te berekenen. Maar tot een gestructureerde en onderbouwde kostenraming van de programma’s komt het niet.

De Vlaamse socialisten hebben een Durfplan klaar dat in de hele volgende legislatuur 2,9 miljard euro kost. De liberalen stelden een programma op van 5,2 miljard, maar ze hopen op 4,5 miljard euro terugverdieneffecten. Het brutoprogramma van de christendemocraten kost 5 miljard euro. En het programma van Jean-Marie Dedecker kost 11 miljard euro, LDD hoopt wel op miljarden euro’s terugverdieneffecten.

De partijen houden niet echt rekening met de waarschuwingen van federaal premier Herman Van Rompuy dat de Vlaamse regering het in 2010 met 1,5 tot 2 miljard euro minder moet doen. Half mei was bovendien al duidelijk dat de beleidsruimte voor de volgende Vlaamse regering 6,9 tot 8,6 miljard euro minder bedraagt door de crisis.

“Alle partijen doen deze verkiezingen weer aan luchtfietsen”, zegt Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom van de denktank Itinera. “Ofwel berekenen ze de prijs van hun programma niet, ofwel gaan ze uit van een beleidsruimte die er helemaal niet is. Een vorm van kiezersmisleiding op zijn minst.”

We zijn ver van de methodes bij onze noorderburen. De Nederlandse partijen moeten niet proberen op de proppen te komen met een programma dat veel weg heeft van budgettaire vogelpik. Het Centraal Planbureau (CPB) berekent de economische effecten van de verkiezingsprogramma’s.

Is het in Vlaanderen dan onmogelijk om de impact van bepaalde partijprogramma’s te voorspellen? Zeker niet. De thema’s die deze verkiezingen beheersen en belangrijk zijn voor de toekomst van de Vlaamse welvaart legden we voor aan de denktanks Itinera en VKW Metena. Zij maakten een analyse van de sterke en zwakke punten van de programma’s.

1. De jobkorting is geen wondermiddel

Het Planbureau voorspelt dat de Belgische werkloosheid de komende drie jaar stijgt van 11 naar 15 procent. Werk wordt dan ook een van de centrale thema’s van de volgende Vlaamse regering. De partijen vochten daarover al een aardig robbertje uit. De partijen van de uittredende regering – CD&V, Open Vld en sp.a – zijn het niet eens hoe de jobkorting de komende jaren wordt toegekend. De korting op de personenbelasting voor werkenden bedroeg in 2007 nog 125 euro, in 2008 werd ze opgetrokken tot 200 euro en in februari van dit jaar ontvingen alle actieve inwoners van het Vlaams Gewest 250 euro extra nettoloon. Voor de lagere inkomens liep die korting op tot 300 euro.

Open Vld wil die jobkorting optrekken, telkens met 50 euro per jaar om in 2014 uit te komen op een verdubbelde jobkorting van 500 euro. Volgens de liberalen stimuleert dat de beroepsactieve bevolking om langer te werken of om aan de slag te gaan. Dat past in hun plan om het aantal jobs op te trekken met 150.000.

De andere partijen reageren lauw. ‘Jobkorting’ komt niet voor in het programma van de CD&V. Groen! is ronduit tegen. De sp.a wil dat geld liever gebruiken voor investeringsprojecten.

De denktanks Itinera en VKW Metena nuanceren. “De jobkorting is zeker een goed idee. Dat geldt trouwens voor alle lastenverlagende maatregelen”, zegt Johan Albrecht van Itinera. Geert Janssens van VKW Metena heeft meer bedenkingen. “Indien je via zo’n jobkorting mensen naar de arbeidsmarkt wil lokken, dan moet die voor de lagere inkomens hoger liggen. Iemand met een inkomen dat dicht tegen het minimumloon ligt, krijgt nu iets meer dan iemand met een nettoloon van meer dan 5000 euro. Overigens kan zo’n extraatje voor een hoger inkomen een averechts effect hebben. Onderzoek toont aan dat hogere inkomens die een extraatje ontvangen niet direct een positief effect hebben op de werkgelegenheid. Meer nog, mensen in die inkomenscategorieën kunnen beslissen om minder te gaan werken, vier vijfde bijvoorbeeld. Dat is wellicht niet de bedoeling.”

Volgens Janssens is een algemene lastenverlaging een efficiëntere tewerkstellingsmaatregel. Maar dat is dan weer een federale materie. De meeste Vlaamse partijen stellen voor om na een volgende staatshervorming de bevoegdheden voor algemene lastenverlagingen federaal te houden en de bevoegdheden voor doelgroepenbeleid te regionaliseren. Zoals kortingen op de sociale bijdragen voor kansengroepen als oudere werknemers en laaggeschoolden. “Ik heb geen probleem met een doelgroepenbeleid, maar er ontstaan wel zeer veel substitutie-effecten”, zegt Janssens. “Sommige jobs worden sowieso gecreëerd, ook zonder subsidies en kortingen.”

2. Activering is niet voldoende

De denktanks hebben ook commentaar op het activeringsbeleid van de partijen. De CD&V wil dat de VDAB alle werkzoekenden intensiever gaat begeleiden, ook zij die weinig nood hebben aan begeleiding. “Daarmee kunnen we de vacatures sneller invullen. De werkzoekende moet van in het begin meer maatwerk krijgen, zowel voor training en begeleiding als voor jobbemiddeling.” De partij wil ook een betere aanpak van de 50-plussers.

Albrecht stelt zich vragen bij zoveel ambitie. “De partijen willen werklozen actiever begeleiden, maar het blijft onduidelijk hoe ze dat concreet willen invullen. Intensieve arbeidsmarktprogramma’s zijn duur en kunnen niet van dag tot dag worden opgezet.”

“Het activeringsbeleid moet wat wetenschappelijker aangepakt worden”, vindt Van de Cloot. “Op basis van cijfers moeten we evalueren voor welke groepen de aanpak het meest effectief is. Op dit moment is er trouwens een probleem met de incentives voor activering. De regio’s moeten investeren in activering en als die succesvol is, plukt de federale regering de vruchten door lagere werkloosheidsuitkeringen. Dit kan leiden tot te weinig inspanningen. De regio’s zouden een bonus moeten krijgen voor elke werkloze die weer aan de slag gaat.”

“Op Vlaams niveau worden de beschikbare middelen om werklozen naar een job te lokken en om werk aantrekkelijk te maken maximaal aangewend. Als Vlaanderen verder wil gaan is een staatshervorming nodig”, zegt Janssens. Daar pleiten alle Vlaamse partijen voor, al wordt daarover op federaal niveau beslist.

3. Een pleidooi voor belastingkredieten

De ergernis over het fiscale carcan van de Vlaamse regering staat in tal van programma’s. Vlaanderen kan maar kortingen geven tot 6,75 procent van de opbrengst van de personenbelasting. Voor Vlaanderen betekent dit ongeveer 1,32 miljard euro. Open Vld wil die marge optrekken tot 10 procent waardoor Vlaanderen tot 2 miljard euro korting kan geven. De liberalen willen ook dat Vlaanderen belastingkredieten kan toekennen zodat ook mensen met lagere inkomens ervan kunnen genieten. Het belastingkrediet ontstaat als de belastingvrije som hoger ligt dan het inkomen. De belastingbetaler moet dan geld terugkrijgen.

Dat vindt Janssens een zeer goed idee. “Wij pleiten al lang voor het herinvoeren van een belastingkrediet, maar dan alleen voor beroepsinkomens. Vooral inkomens van een minimumloon of deeltijdse arbeid gaan er dan flink op vooruit. Volgens onze berekeningen betekent een belastingkrediet voor een alleenstaande met een netto belastbaar inkomen van 8000 euro en twee kinderen ten laste een inkomensstijging van 41 procent.”

“De prijs van zo’n operatie bedraagt 600 miljoen euro en is een peulschil in vergelijking met de partijplannen”, zegt Janssens. Maar dit is federale materie, om de operatie in Vlaanderen door te voeren, is een staatshervorming nodig.

4. Weg met de bedrijfssubsidies

De meeste partijen vragen ook de overheveling van de vennootschapsbelasting naar de deelstaten. Open Vld, CD&V, LDD, N-VA en uiteraard Vlaams Belang. LDD gaat zeer ver: “Vlaanderen is gebaat bij de afschaffing van de 400 miljoen euro steunmaatregelen aan de bedrijven die het best lobbyen. In een fiscaal autonoom Vlaanderen staat dat bedrag voor een onmiddellijke tariefvermindering van de vennootschapsbelasting met 2 procent.”

Itinera en VKW Metena sluiten zich daarbij aan. “Onze economie blijft alleen duurzaam groeien als onze regio’s aantrekkelijk genoeg blijven om in te investeren en genoeg impulsen geven aan het lokale ondernemerschap”, zegt Albrecht. “Het is positief dat Open Vld en LDD de subsidiestromen willen afbouwen om deze middelen om te zetten in algemene verlagingen van de vennootschapbelasting. Subsidies hebben alleen zin als hierdoor werkelijk nieuwe industrieën worden gelanceerd.”

Met de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) heeft de Vlaamse regering initiatieven genomen om kmo’s te ondersteunen in hun zoektocht naar financiering. Bijvoorbeeld door de waarborgregeling uit te breiden, door ingroeifinanciering te voorzien via de ARKimedes-fondsen en door innovatiefinanciering via Vinnof. De meeste partijen willen dat dergelijke financiering van bedrijven de komende jaren eenvoudig toegankelijk blijft.

De CD&V wil de waarborgregeling via PMV uitbreiden naar ondernemingen die innovatieve investeringsprojecten in Vlaanderen gefinancierd willen krijgen. “Wij stellen een apart budget voor, naast de kmo-waarborgregeling”, staat in het CD&V-programma.

Met de crisis ligt het accent in de programma’s duidelijk op extra financieringskanalen. Een goed idee volgens de denktanks. “Maar de waarborgregeling voor specifieke bedrijven mag niet leiden tot concurrentievervalsing of om fundamenteel zieke bedrijven kunstmatig in leven te houden”, waarschuwt Van de Cloot. “We hebben een offensieve strategie nodig, geen defensieve.”

De zenuwachtigheid over de economische crisis doet sommige partijen vreemde standpunten innemen. Zo vraagt het Vlaams Belang een vetorecht van de Vlaamse overheid tegen fusies of overnames die de belangen van Vlaanderen en van de Vlaamse bevolking kunnen schaden. Het VB pleit ook voor een Vlaamse staatsbank en wil een ernstig onderzoek naar de mogelijkheid van een eigen Vlaamse autoproductie. Daarmee staat het VB dichter bij de PvdA dan bij de andere partijen.

5. De ecosubsidies liggen onder vuur

De meeste partijen willen minder subsidies voor bedrijven, maar voor particulieren kan de pret niet op, zeker niet als het gaat om energie- en ecosubsidies. Een paar voorbeelden. Om (jonge) kopers een duwtje in de rug te geven, gaat CD&V voor de toekenning van een ‘groene belastingvrije schijf’ op de registratierechten. De sp. a wil de fiscale aftrek voor energiebesparende investeringen vervangen door een rechtstreekse korting op de factuur van isolatiemateriaal, energiezuinige verwarmingsketels, enzovoort. Op die manier geniet iedereen van dezelfde ondersteuning en krijg je onmiddellijk je geld terug in plaats van twee jaar later.

Albrecht heeft zijn bedenkingen bij zoveel voorstellen. “Het subsidiebeleid is nog niet geëva-lueerd. Uit landen die dat wel deden, leren we dat ook zonder subsidies het merendeel van de energiebesparingen was doorgevoerd. Ze betalen zichzelf immers terug.” Hij vindt veel van die maatregelen overigens geen voorbeeld van sociaal beleid. “Zowat alle subsidies komen terecht bij de hogere en middeninkomens, want net die groep investeert in de opwaardering van het vastgoed. De echte armen hebben geen vastgoed. De eigenaars profiteren eigenlijk twee keer van bestaande subsidies, de steun verlaagt de investeringkosten en de efficiëntie-investering verhoogt permanent de waarde van het vastgoed.”

6. Rekeningrijden mag

De Vlaamse wegen slibben dicht en mobiliteit is dan ook een thema dat de gemoederen blijft bedaren. Het wordt een van de centrale thema’s voor de volgende Vlaamse regering. De oplossingen situeren zich op twee niveaus. Een, kunnen er meer mensen naar het openbaar vervoer worden gelokt. En twee, hoe kunnen we minder vrachtwagens over de autosnelwegen laten rijden.

De sp.a is duidelijk als het over openbaar vervoer gaat: meer van hetzelfde. “Twee legislaturen socialistisch beleid hebben het aantal reizigers van De Lijn meer dan verdubbeld, tot meer dan 500 miljoen reizigers.” De partij wil het aanbod dan ook uitbreiden, net als Groen!

Open Vld, CD&V, Vlaams Belang en N-VA zien het anders. Zij vinden dat het openbaar vervoer moet evolueren volgens de vraag en niet volgens het aanbod. Er moeten niet zomaar meer bussen rijden, maar alleen waar er behoefte is. Diezelfde partijen hebben ook kritiek op het gratisbeleid van De Lijn. Amper 12 procent van de inkomsten wordt nog betaald met abonnementen en tickets. De rest is ten laste van de belastingbetaler.

“Het is positief dat heel wat partijen de organisatie en de financiering van het openbaar vervoer eindelijk eens grondig willen evalueren”, zegt Albrecht. “In Vlaanderen stegen de uitgaven voor openbaar vervoer van 312 miljoen euro in 1999 tot 894 miljoen euro in 2008. En spectaculaire stijging, maar de files bleven even lang. De constante pleidooien voor meer openbaar vervoer klinken hol en moeten kritisch geëvalueerd worden.”

Over rekeningrijden of een slimme kilometerheffing bestaat een opvallende eensgezindheid. In de hele Benelux komt dan een tarief dat hoger is in de spitsuren en in gebieden waar er veel opstoppingen zijn. Het kan ook variëren volgens de milieu-impact van de vrachtwagen. Zelfs LDD is ervoor gewonnen, indien Europa het oplegt.

De maatregel moet voor LDD, Open Vld, N-VA en Groen! wel belastingneutraal zijn. Andere belastingen, bijvoorbeeld de verkeersbelastingen of de belasting op inverkeerstelling, moeten worden afgeschaft. CD&V en sp. a blijven daar onduidelijk over. Zij willen het belastinggeld vooral gebruiken voor investeringen in een duurzame vervoersinfrastructuur voor alle vervoersvormen. De sp.a rekent op bijkomende inkomsten op basis van een kilometerheffing voor vrachtwagens tegen het einde van de legislatuur. De heffing zou in 2013 en 2014 telkens 600 miljoen euro opleveren.

“Rekeningrijden mag de fiscaliteit in haar geheel niet opdrijven”, waarschuwt Van de Cloot. “De inkomsten kunnen bijvoorbeeld dienen voor een korting op de personenbelasting.” Ook Janssens vindt dat een goed idee. “Eventueel kan je de opbrengst spreiden: een deel voor een verlaging van de personenbelasting, een ander deel – laten we zeggen 25 procent – kan worden geïnvesteerd in de weginfrastructuur.”

7. Geen belastingen verlagen om andere te verhogen

Belastingen verlagen om ze elders te verhogen. Het lijkt een Vlaamse ziekte en het duikt ook hier en daar op in de verkiezingsprogramma’s. Open Vld wil dat alle lokale belastingen op bedrijven worden afgeschaft. In ruil krijgen gemeenten de bevoegdheid om opcentiemen te heffen op de vennootschapsbelasting. Ook Groen! wil dit invoeren. “De partijen zouden beter pleiten voor ‘afcentiemen’ op de vennootschapsbelasting,” merkt Janssens op.

De denktanks zijn voorstander van belastingverlagingen, maar waarschuwen voor te grote ingrepen. Het voorstel van LDD om de onroerende voorheffing op de eerste woning af te schaffen, is op zich een goed idee, maar de vraag blijft waar de gederfde inkomsten vandaan moeten komen. “Dit is geen slecht idee als je een eigen woning ziet als een onderdeel van de pensioenopbouw”, zegt Janssens. “Zeker als de regering op federaal niveau zou beslissen om de fiscale aftrekbaarheid van pensioensparen af te schaffen of de uitkering van het pensioenkapitaal zwaar te belasten. Maar met deze maatregel worden de gemeenten zwaar getroffen die een belangrijk deel van hun inkomen uit de onroerende voorheffing halen. Ze hebben geld nodig, want de taken van de gemeenten zijn de voorbije jaren alleen maar toegenomen.”

Bovendien hebben de gemeenten het financieel niet gemakkelijk. Het Gemeentefonds is in tien jaar verdubbeld van 1 miljard naar zowat 1,8 miljard euro. Voor veel partijen lijken extra middelen voor de gemeenten onvermijdelijk. CD&V wil meer financiële zuurstof geven aan de lokale besturen. Een structurele hervorming van het Gemeentefonds houdt in dat verder gewerkt wordt aan een verhoging van de middelen en dat de verdelingscriteria herbekeken worden. CD&V wil bijvoorbeeld ook dat rekening wordt gehouden met de investeringen die lokale besturen doen.

Gemeenten werden er de voorbije jaren wel toe aangezet om allerlei bedrijfsbelastingen af te schaffen. De Vlaamse overheid kende 600 miljoen euro toe aan de gemeenten om de hierdoor gederfde inkomsten op te vangen. Verscheidene partijen willen een nieuw pact met de gemeenten waarbij allerlei bedrijfsbelastingen verder worden afgeschaft. Zelfs de Open Vld ziet geen graten in een compensatie door opcentiemen op de vennootschapsbelasting. “Dan zitten we weer bij het verhaal van een nieuwe belasting die een oude vervangt”, zucht Janssens.

8. Verklein het ambtenarenkorps

“Vlaanderen staat te vet”, stelt Ivan Van De Cloot vast. “Er is een probleem van responsabilisering, wat ervoor zorgt dat Vlaanderen te veel uitgaven genereert. Beseffen onze politici wel dat de publieke tewerkstelling de voorbije jaren veel sneller is gegroeid dan in andere regio’s?” Cijfers van Itinera tonen aan dat de publieke tewerkstelling in Vlaanderen tussen 2001 en 2007 toenam met 13,2 procent tegen 9,6 procent in Wallonië.

Open Vld wil het overheidsapparaat afslanken. De niet-vervanging van 5000 Vlaamse ambtenaren die met pensioen gaan moet 112,5 miljoen euro opbrengen. De N-VA wil dat de Vlaamse overheid en publieke agentschappen de komende vijf jaar elk jaar minimaal 2 procent productiviteitswinst boeken.

De denktanks zien eerder iets in een interne staatshervorming om het overheidsbeslag af te bouwen. De provincies afschaffen, wat LDD wil, hoeft voor hen niet. “Er is helemaal geen consensus over radicale ingrepen als de afschaffing van de provincies. Maar moeten de provincies geen louter uitvoerend niveau worden? Wat is de zin van de hele rompslomp van provincieraad en bestendige deputatie?” (T)

Door Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content