We zijn arm, agressief en analfabeet (maar ‘t is onze schuld niet)

De Britse psychiater Theodore Dalrymple schetst de toenemende alledaagse Britse ellende, vooral in de onderkant van de maatschappij. En wijst de schuldige aan: het waarderelativisme.

Theodore Dalrymple, Leven aan de onderkant. Spectrum, 272 blz., 19,95 euro.

Op een dag belandt een zeventienjarig meisje in het ziekenhuis met een zo acute alcoholvergiftiging, dat ze nauwelijks kan ademen. Wanneer ze twaalf uur later eindelijk wakker wordt, vertelt ze de Engelse psychiater Theodore Dalrymple (1949) dat ze al sinds haar twaalfde een zware drinker is. Vier maanden geleden heeft ze de alcohol afgezworen, maar nu haar zestienjarig vriendje tot drie jaar gevangenis veroordeeld is wegens een reeks inbraken en geweldpleging, heeft ze opnieuw naar de fles gegrepen. De psychiater kent ook haar moeder, een chronische alcoholica met een voorkeur voor gewelddadige vriendjes. Onlangs nog belandde zo’n man na een caféruzie zwaargewond in hetzelfde ziekenhuis. Chirurgen redden zijn leven. Zodra hij het ziekenhuis uit kon, trok hij regelrecht naar de kroeg. “Van daaruit ging hij dronken naar huis en sloeg de moeder van mijn patiënte in elkaar,” schrijft Dalrymple in Leven aan de onderkant.

Een cynicus zou de uitzichtloze levensschetsen van de stumpers, agressievelingen en junkies die Dalrymple opvangt in een gevangenis en een nabijgelegen ziekenhuis bijna hilarisch noemen. Toch is dit boek beduidend méér dan een vergaarbak van alledaagse verhalen uit de (Britse) goot. De volgende scène maakt dat al wat duidelijker. Nadat Dalrymple het meisje voorhoudt dat zij – als vrouw – het slachtoffer zal blijven van gewelddadige mannen, als ze haar leven geen andere wending geeft, repliceert ze: “Dat is seksistisch.” Dalrymple: “Een meisje dat op school niets had meegekregen, had wél de clichés opgezogen van de politieke correctheid in het algemeen en het feminisme in het bijzonder.”

Een zoveelste verkrampte aartsconservatief die lamenteert dat de zacht-linkse politieke correctheid de doos van Pandora is? Juist niet, Dalrymples betoog komt erop neer dat de westerse maatschappij de laagste, meest kwetsbare sociale klasse het beste wapen afgenomen heeft om zich uit de ellende te hijsen: het tweespan verantwoordelijkheid en discipline. Sinds de jaren zestig is het waarderelativisme doorgesijpeld naar de laagste sociale klassen. Alles werd evenwaardig. Dus niemand hoefde nog Bach te waarderen (Eminem is even goed), niemand hoefde nog spelling en grammatica te leren (beknot de creativiteit of zelfexpressie), niemand hoefde zich nog schuldig te voelen over crimineel gedrag of een verslaving (‘t is de schuld van mijn jeugd of de maatschappij).

Het gevolg: de laagste klasse voelt zich niet geroepen nog te streven naar een comfortabele plaats in de middenklasse. Dalrymple verwijt de hogere klassen hypocrisie: zij sturen hun kinderen wel naar degelijke privé-scholen, zij koesteren wel een hogere cultuur, zij willen wel dat hun kinderen en zijzelf in een beschermde omgeving leven. Maar geef dat vooral niet toe, dat klinkt zo onmodieus conservatief.

Luc De Decker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content