‘We zetten de deur op een kier’

ERIKA VLIEGHE "We zijn een land van plantrekkers. Daar moet je rekening mee houden." © ID

Het plan voor de doorstart van de economie is het privilege van de Groep van Experts belast met de Exit-Strategie. De infectiologe Erika Vlieghe, die de werkgroep voorzit, legt uit hoe de werkzaamheden verlopen.

In Zweden waren de coronamaatregelen nooit zo streng als in België. Oostenrijk, Polen en Denemarken hebben hun lockdown al versoepeld. Ook bij ons klinkt de roep om een doorstart van de economie almaar luider. Onder leiding van infectiologe Erika Vlieghe (UA) buigt de Groep van Experts belast met de Exit-Strategie (GEES) zich over de stappen die daarvoor nodig zijn. “Elk land heeft zijn eigen epidemie”, zegt professor Vlieghe. “België is een doorgangsland met heel mobiele burgers. Er zijn bovendien culturele verschillen. En we zijn een land van plantrekkers. Daar moet je rekening mee houden.”

“Het lijkt er bovendien op dat de instroom van het virus om diverse redenen niet in alle landen even sterk was”, voegt ze eraan toe. “Er is bijkomend onderzoek nodig waarom dat zo is, maar het is wel zeker dat waar de epidemie heviger is, het ook langer duurt om ze onder controle te krijgen.”

De Wereldgezondheidsorganisatie schoof zes criteria voor de versoepeling van een lockdown naar voren. Zijn ze te strikt? Of moet ons land ze volgen?

ERIKA VLIEGHE. “Het zijn zeker zinvolle criteria om te bepalen of je veilig met een versoepeling kan starten. Mij lijkt het logisch dat de epidemie in grote mate onder controle moet zijn, dat de brandhaarden in de woon-zorgcentra beheersbaar moeten blijven en dat het grensvervoer op slot blijft. De tests en de tracing moeten ook voldoende functioneel zijn.”

Is de epidemie voldoende onder controle?

VLIEGHE. “Je kan dat op diverse manieren definiëren, maar we hebben nog niet het punt bereikt dat er sporadische besmettingen zijn. De vraag is of er voldoende epidemische ruimte is om een versoepeling van de lockdown op te vangen.”

Het UZ Gent kon twee van zijn zeven corona-afdelingen sluiten. Aan de andere kant woedt de crisis in de woon-zorgcentra volop.

VLIEGHE. “Oost-Vlaanderen had wat minder patiënten, maar we zien inderdaad een langzame daling op intensieve zorg. Maar uiteindelijk liggen de ziekenhuizen wel nog vrij vol. De piek is voorbij, maar de daling gaat traag. Tegelijk zijn we nog volop bezig de uitbraken in de woon-zorgcentra in kaart te brengen en onder controle te krijgen. Die twee realiteiten bemoeilijken de zaak. De maatregelen van social distancing die we een maand geleden hebben genomen, dienden in de eerste plaats om de maatschappelijke verspreiding tegen te gaan. Nu die stilaan onder controle lijkt, wordt de vraag belangrijk hoe we de maatregelen kunnen versoepelen. De woon-zorgcentra staan daar niet volledig los van, omdat er via de mensen die er werken contact is met de maatschappij.”

Ik schat dat meer dan 90 procent van de bevolking nog een risico op besmetting loopt

Hebt u er al zicht op welke selectieve exitstrategieën ons land zal toepassen?

VLIEGHE. “Daarvoor is geen draaiboek beschikbaar. We baseren ons op ervaringen in andere landen en met andere andere epidemies. De rationale is altijd dezelfde: je kijkt naar de evolutie van de epidemie en je berekent via een model in hoeverre een maatregel de epidemie kan doen heropflakkeren. Onze mensen kennen dat mechanisme bijvoorbeeld van het voorspellen van de griepepidemie. Aangepast aan de realiteit van covid-19, becijferen we nu maatregel per maatregel de impact en het risico. We proberen dat wetenschappelijk en objectief te doen, maar met de nodige reserve. Over een aantal veronderstellingen hebben we nu eenmaal geen honderd procent zekerheid.”

Een goed criterium is toch dat de besmettingsfactor, de zogenoemde R0-waarde, kleiner dan één blijft?

VLIEGHE. “Dat is maar een van de criteria. De dynamiek voorspellen is complexer dan één specifieke parameter.”

We moeten dus uitgaan van heropflakkeringen, maar zolang die binnen de beschikbare ziekenhuiscapaciteit blijven, is dat geen probleem?

VLIEGHE. “Dat klopt. We weten dat we nieuwe opflakkeringen krijgen door de bepaalde delen van de maatschappij te heropenen. De kwestie is dat sommige maatregelen meer impact hebben dan andere. We bekijken die scenario’s en hoe ze de capaciteit van het gezondheidssysteem op de proef stellen.”

Op 3 mei moeten bedrijven hun procedures klaarhebben. Volgens het VBO is 95 procent nu al klaar om te heropenen. Zijn de werkgevers te voortvarend?

VLIEGHE. “Dat wil ik niet beweren. Voordat ze kunnen heropstarten, moeten ze in elk geval de procedures van social distancing vertalen naar de realiteit van hun werkvloer. Bovendien is er een verschil tussen klaar zijn voor de heropstart en de vraag voor welke sectoren een heropstart opportuun is. Die discussie is nog volop bezig. Meer wil ik daarover nu niet kwijt.”

Hoe belangrijk worden de immuniteitstests voor de exit?

VLIEGHE. “In eerste instantie zijn vooral de PCR-tests belangrijk om te bewijzen of je al dan niet ziek bent. Ze moeten helpen om nieuwe haarden vroegtijdig te ontdekken. Die patiënten en hun contacten moeten dan in isolatie. De opvoering van het aantal PCR-testen is volop bezig. Die moeten up and running zijn voordat we de lockdown kunnen beginnen afbouwen.

“De serologische tests dienen om in te schatten hoeveel mensen al antistoffen hebben opgebouwd na een besmetting. Voorlopig kan dat nuttig zijn voor subgroepen zoals gezondheidswerkers, maar ze breed inzetten, heeft nog geen zin. We hoeven ons geen illusies te maken over de immuniteit. Die is nog heel laag. Ik schat dat meer dan 90 procent van de bevolking nog een risico op besmetting loopt.”

Scholen openen houdt dus grote risico’s in?

VLIEGHE. “Daar is het zaak de risico’s te beperken en in te schatten welke de gevolgen van een heropflakkering zijn. Bepaalde leeftijdsgroepen zijn minder gevoelig. Dat kan je gebruiken om immuniteit op te bouwen. Immuniteit komt niet uit de lucht vallen, daarvoor is de verspreiding van het virus nodig. De strategie is de deur op een kier te zetten voor groepen waar de impact kleiner is, de vinger goed aan de pols te houden bij kwetsbare groepen en de deur weer te sluiten zodra het gevaarlijk wordt.”

Het is dus niet uitgesloten dat terrasjes deze zomer wel voor dertigers en veertigers kunnen, maar niet voor wie ouder is?

VLIEGHE. “We denken na over maatregelen die leeftijdsgebonden zijn, maar naast de epidemiologische moeten we ook de sociale aspecten in de gaten houden. Je moet er bovendien rekening mee houden dat je dingen wel kan adviseren, maar ze moeten ook controleerbaar zijn. We leven niet in een politiestaat. We moeten vooral zoeken naar een haalbaar evenwicht, zodat we onze vrijheden over een aantal maanden geleidelijk kunnen terugwinnen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content