‘We vinden dit gevaarlijk’

© GF

Het oogartsensyndicaat protesteert tegen het plan van Maggie De Block (Open Vld) om een nieuwe beroepsgroep te creëren: de orthoptist-optometrist. Zo wil de minister de oogmetingen die in de praktijk al gebeuren bij de opticien, wettelijk regelen. “Waarom legt de minister onze adviezen naast zich neer?” vraagt dokter Hilde Deconinck, bestuurslid van de technische commissie van paramedische beroepen en van de federale commissie voor paramedische beroepen, zich af.

Waarom protesteert het oogartsensyndicaat tegen het plan?

HILDE DECONINCK. “We hebben geen probleem met een opleiding of een rol van paramedici in de oogzorg. De kwestie is dat je in een kwalitatieve zorg bepaalt wat je aan wie toevertrouwt. Er is al een paramedisch beroep gedefinieerd: de orthoptist. Welke taken die kan uitvoeren, is gedefinieerd in een koninklijk besluit uit 2017. Wij vinden het gevaarlijk daar nog een beroepsgroep aan toe te voegen. We zien daarin het opstapje naar het vermengen van medische behoeften met de commerciële belangen die een opticien-optometrist heeft. Een medische diagnose is nog iets anders dan een bril verkopen. Een patiënt die minder goed ziet, kan bijvoorbeeld lijden aan glaucoom. Een bril zal dat niet verhelpen. Na enkele maanden komt die patiënt daarachter en moet hij alsnog naar de oogarts. Dat uitstel kan leiden tot permanent gezichtsverlies.”

Opticiens-optometristen spelen toch al een rol in de eerste lijn. Is dit plan dan een kwestie van besparingen in de eerstelijnszorg?

DECONINCK. “Er zijn andere manieren te bedenken om de eerstelijnszorg goedkoper te maken. De minister geeft aan dat ze de kwaliteit van de oogmetingen wil garanderen. Er gebeuren inderdaad al oogmetingen bij opticiens-optometristen. Daar staat tegenover dat België een van de duurste landen voor brillen is. Een verklaring is wellicht dat een opticien zijn investeringen in meetapparatuur moet terugverdienen via de verkoop van brillen.

“Bovendien kijken ze enkel naar gezichtsscherpte. Er gebeurt geen analyse van de gezondheid van het oog. Het is zoals bloeddruk meten. Dat is voor een huisarts ook maar één parameter om een patiënt te beoordelen. Een oogarts moet elf jaar studeren en klinische ervaring opdoen om zijn beroep uit te oefenen. Dat kun je niet zomaar vervangen door een bachelor of iemand met een getuigschrift van opticien.”

Oogartsen verdienen in Vlaanderen zo’n 300.000 euro bruto per jaar. Probeert u niet gewoon het inkomen van uw eigen beroepsgroep te beschermen?

DECONINCK. “Neen. Wij hebben werk genoeg en ik zie geen inperking van onze activiteiten. Dat bruto-inkomen dient om onze dure toestellen mee te financieren. We kunnen ons vinden in maatregelen om wachttijden te verminderen en de kwaliteit van het brilvoorschrift te verhogen. Door taken te delegeren naar paramedici in onze praktijk, kunnen we meer tijd spenderen aan onze patiënt. Als dat deel uitmaakt van de consultatie bij een oogarts, is dat ook een manier om in de eerstelijnszorg de kosten te drukken. We zijn ontgoocheld dat de minister, tegen het advies van haar eigen administratie in, de bevoegdheid om diagnoses te stellen uitbreidt naar beroepsgroepen die daar niet voor zijn opgeleid. Het is in elk geval geen wondermiddel. In Nederland mogen optometristen weliswaar meer autonoom werken, maar dat heeft de wachtlijsten er niet verkleind.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content