“We mogen toch dromen zeker?”

De voorbije tien jaar heeft de groep UCB een radicale facelift ondergaan. Weg de meststoffen, de synthetische vezels, de agrochemie, de verpakkingen, zuren en zouten. Kortom, UCB heeft de ‘commodities’ – synoniem voor grote volumes en krappe marges – overboord gegooid om zich volledig te kunnen toeleggen op gespecialiseerde producten die het kan verdelen op wereldschaal. Georges Jacobs, die het directiecomité nu al tien jaar voorzit, openbaart zijn strategie.

Innoveren, globaliseren. Door voortdurend te hameren op de twee sleutelwoorden van zijn strategie, is Georges Jacobs erin geslaagd om iedereen te overtuigen van de gegrondheid van zijn manier van denken. Inbegrepen de markt, die zo hard van stapel aan het lopen is dat het aandeel van UCB tegen het einde van het jaar in vijftig of meer moet worden gesplist. In 1982 stond de Franse groep Rhône-Poulenc de 20% van het kapitaal dat zij in handen had af voor 2000 frank per aandeel, met een premie van 200 frank op het volume. Vandaag zou zij er 85 keer meer voor hebben gekregen. En dat is dan nog maar een schatting, want het aandeel stijgt nog bijna elke dag.

Sinds de OBA-poging ( Openbaar Bod tot Aankoop) op de groep in 1988 verklaart Jacobs voortdurend dat een hoge aandelenkoers een garantie is voor onafhankelijkheid. Niet meer of niet minder. “Het is bevredigend te kunnen vaststellen dat de markt ons steunt, maar als ik daarvan de redenen zou kennen, zou ik misschien ontgoocheld zijn,” merkt de voorzitter van het uitvoerend comité van UCB op. En dat is duidelijk een verklaring die thuishoort in de categorie valse bescheidenheid. De markt keurt immers alleen maar de samenhangende politiek goed die UCB onder leiding van Jacobs en zijn beperkt managementteam volgt.

Op tien jaar tijd

heeft de groep een radicale lifting ondergaan. Weg de meststoffen, de synthetische vezels, de agrochemie, de ftalaten, de verpakkingen, de zuren en de zouten. Kortom, UCB heeft een punt gezet achter de commodities – synoniem voor grote volumes en krappe marges – om zich volledig toe te leggen op specialiteiten (innovatie) die het kan produceren en verdelen op wereldschaal (globalisatie).

Op wereldvlak is UCB met een geconsolideerde omzet van 60,5 miljard frank maar een kleine garnaal. “Eind 1997 bedroeg de beurskapitalisatie – zo’n 200 miljard frank – evenveel als de cash bij Novartis. Het is echter dankzij zijn innovatievermogen wel een efficiënte kleine,” zegt Bruno du Bus, analist bij Puilaetco. Het is blijkbaar vooral een kwestie van temperament. Voor Georges Jacobs vormen individuele en collectieve ambitie een geheel. Hij heeft zich zo geïdentificeerd met zijn bedrijf dat het niet meer helemaal duidelijk is wie nu eigenlijk afstraalt op wie. Georges Jacobs wordt niet graag op de tenen getrapt.

Klanten die hem de wet voorschrijven? Nee dank u. Sinds hij bij de groep de teugels in handen nam, tracht UCB door te dringen in gespecialiseerde niches waar de groep een benijdenswaardige plaats kan opeisen in de wereldranglijst.

Film

UCB is de laatste producent van cellulosefilms in Europa en de Verenigde Staten en kan daardoor aanspraak maken op de eerste plaats in de wereld met een marktaandeel van dicht bij de 50%. Ook al blijft de voedingsverpakking het belangrijkste afzetgebied voor cellofaan, toch vormen wikkels rond kaas en snoepjes niet de ware roeping van de groep. Zijn onderzoekers hebben zich toegelegd op nieuwe toepassingen op het vlak van het gieten van stukken in kunststof (de film versterkt de weerstand van het plastic en geeft het product een betere afwerking mee), isolatie van batterijen (waar de film de prestaties verbetert en de batterijen langer doet meegaan), tot zelfs waterfiltering toe. Dankzij onderzoek dat gevoerd wordt in samenwerking met de universiteit van Oxford, zet de onderneming zich in voor de uitwerking van een origineel systeem voor de zuivering van afvalwaters: een cellofaanzakje dat, wanneer het wordt ondergedompeld in ondrinkbaar water dankzij zijn barrièrefunctie de onzuiverheden en bacteriën tegenhoudt en zich met zuiver water vult. Met een dubbele cellofaanzak wordt het zelfs mogelijk om terzelfder tijd melkpoeder op te lossen.

“Denk aan de buitengewone mogelijkheden voor vluchtelingen en de Derde Wereld,” laait Georges Jacobs op. Een weinig renderende markt? “Geloof het maar niet. Voor het transport van water moeten soms ontzaglijke middelen ingezet worden en er zijn enorme budgetten mee gemoeid. De tests die we hebben uitgevoerd in Bangladesh, twee jaar geleden, werden gesteund door niet gouvernementele organisaties (NGO’s). Zelfs het Amerikaanse leger is erin geïnteresseerd. We staan nog maar aan het begin, maar we mogen toch al dromen zeker!”

Dezelfde redenering gaat op

voor polypropyleen. Die markt groeit met 8% tot 10% per jaar, maar UCB beschikt niet over voldoende capaciteit om in concurrentie te treden met industriële reuzen die ware mastodonten hebben uitgebouwd, soms met de hulp van subsidies zoals in Italië. De Belgische groep heeft dan ook haar inspanningen geconcentreerd op niches, zoals films voor bankbiljetten die de levensduur van de briefjes verlengen en namaak nog moeilijker maken. Een tiental landen heeft die technologie al overgenomen, onlangs nog Nieuw-Zeeland. UCB heeft nochtans de euro gemist… “We waren te laat,” voert Georges Jacobs aan. “Een Engelse firma beschikt over een quasi-monopolie op papier voor bankbiljetten en ze verdedigt zich uitstekend, geloof me.”

Dankzij die innovaties heeft de groep intussen wel gescoord. De fusie van Hoechst en Mobil stoort Jacobs helemaal niet. Daardoor kan hij immers opklimmen naar de zesde plaats op de wereldranglijst. UCB heeft in Wigton zijn productiecapaciteit van georiënteerde polypropyleen (OPP-)films verdubbeld, een fabriek gebouwd in Australië en drie productie-eenheden van ICI overgenomen in België, Groot-Brittannië en Australië (deze laatste werd evenwel gesloten). “De mensen van ICI zijn al een paar jaar geleden bij mij komen aankloppen met het voorstel om hun filmactiviteiten over te nemen,” herinnert Georges Jacobs zich. “Het was toen niet het geschikte moment en financieel gezien was het heksenwerk. We zijn wel doordouwers, maar er zijn grenzen.”

Chemie

In de chemische sector wordt dezelfde strategie gevolgd. UCB wordt daar onder de wereldmarktleiders gerekend met zijn drie productengamma’s: de Radcure-harsen die met ultravioletstralen gehard worden (voor drukinkt, vernis en industriële bekleding), de Crylcoat-polyesterharsen (poederverf), en de methylamines en afgeleide producten, die onder meer worden gebruikt in de agrochemie en de waterzuivering.

Door externe groei en capaciteitsuitbreiding in de eigen fabrieken, heeft UCB voor zichzelf een plaats onder de zon verworven. De voorbije jaren versterkte het zijn aanwezigheid in Azië door een productie-eenheid voor polyesterharsen in Maleisië en een soortgelijke fabriek in China te bouwen. UCB zal de negatieve weerslag van de crisis in Azië, vooral in de bouwsector, wel kunnen opvangen door te mikken op substitutie-effecten: zijn schone harsen, die geen oplosmiddelen bevatten en weinig energie verbruiken, beschikken over een ecologisch voordeel over de conventionele coatings. “Het milieu is één van de tendensen waar we op lange termijn aandacht aan besteden bij UCB, zowel in de divisie chemie als in de folie-afdeling,” voert Georges Jacobs aan.

Farmacie

Hoewel de folies en de scheikundige producten stevig in de lift zitten, zal de farmaceutische sector nog wel enkele jaren de motor van UCB blijven, zowel qua omzet als qua winst. De geneesmiddelen – waarvan de omzet sprong van 21,8 miljard frank in 1996 naar 26,5 miljard vorig jaar – brengen 44% van de groepsomzet aan. Aan de spits van het moleculengamma dartelt het anti-allergeticum Zyrtec, dat nu al een marktaandeel van 17% haalt in de Verenigde Staten, amper twee jaar na zijn lancering aan de overkant van de oceaan. In Europa bereikt het zelfs een marktaandeel van 40%.

Tegen het einde van het jaar wil UCB met Zyrtec ook in Japan doorbreken. Wordt dat een succes? “We weten nog niet hoe de Japanners zullen reageren op het product,” nuanceert analist Bruno du Bus. Het zou immers de eerste keer niet zijn dat een product in Japan mislukt omwille van morfologische verschillen. Om andere redenen slagen befaamde anti-depressiva er evenmin in zich op de Japanse markt te nestelen: de Japanners geven niet graag toe dat ze depressief zijn. Maar als Zyrtec goed door de fysiologische proeven komt, wordt het een sappige vrucht. Shering Plough produceert het concurrerende product Claritine en wacht ook op registratie in Japan. Het schat de Japanse markt voor anti-allergetica op 1 miljard dollar. De winstpot zal uiteraard moeten gedeeld worden, want UCB is niet de enige die in het Land van de Rijzende Zon wil doordringen. De verdeling van Zyrtec zal alvast verzorgd worden door twee licentiehouders: Sumitomo en Daiichi. “Niets zegt dat het daar niet om een overgangsfase gaat,” waarschuwt Jacobs. “Als die contracten afgelopen zijn, bestaat de mogelijkheid om de situatie opnieuw te bekijken. Het eerste doosje Zyrtec dat in Japan verkocht wordt, zal het logo van UCB dragen. We hebben daarvoor gestreden, niet zonder het idee in het achterhoofd om ooit zelf op die markt aanwezig te zijn.”

Voor de toekomst van de farmaceutische activiteiten zullen de kleine broertjes van Zyrtec de levensduur van de molecule moeten verlengen. Hoopgevende verwachtingen bestaan er onder meer op het vlak van de bestrijding van epilepsie en cardiovasculaire aandoeningen, maar het is nog te vroeg om een evaluatie te geven van de voordelen van die producten.

MARIE BRANDELEER CHANTAL SAMSON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content