‘We moeten weer vechten voor iedere opdracht’

“Je kan wel een kenniseconomie hebben, als je niks produceert, trekt die kennis ook weg”, zegt Filip Maessen van Plasmajet Advanced Coatings. Hij moet op zoek naar nieuwe klanten omdat industriële spelers wegtrekken.

De aanhoudende golf verhuizingen van bedrijven plaatst honderden kmo’s voor een onzekere toekomst. Zo zag oppervlaktebehandelaar Plasmajet Advanced Coatings vorig jaar twintig grote bedrijven uit zijn klantenbestand verdwijnen. “Er zit maar één ding op: we moeten ons heroriënteren”, zegt gedelegeerd bestuurder Filip Maesen (34).

Crown Verpakking, Renolit, Fontainunion, Dow Chemical, Van Merksteijn Quality Wire, Ford Genk, ArcelorMittal in Luik, het zijn maar enkele klanten van Plasmajet Advanced Coatings die beslisten hun fabriek in België te sluiten of naar het buitenland te versassen. “Je mag wel spreken van een recordjaar”, zegt Maesen, die het bedrijf tien jaar geleden overnam. “Voorlopig hebben die recente beslissingen een beperkte impact op onze business, maar we verwachten dat ze zich vertalen in onze toekomstige omzet. Ford Genk heeft vlak voor de bekendmaking van het nieuws van de sluiting nog een project van 50.000 euro stopgezet. Het equivalent van een arbeider.”

Plasmajet Advanced Coatings boort nu nieuwe markten aan in industrieën die het beter doen. “In het verleden konden we ons helemaal toeleggen op het technische aspect. Klanten kwamen automatisch naar ons en soms moesten we ze weer wegsturen omdat ons orderboekje vol zat. Nu zullen we zelf nieuwe klanten moeten aanspreken en wijzen op onze toegevoegde waarde. We zijn gelukkig een gezond bedrijf met de nodige reserves om een tegenslag te verwerken. Al zijn er altijd grenzen.”

Zonder industrie geen welvaart

Plasmajet zag het licht in de jaren zeventig. “We ontstonden uit de zware industrie en de steenkool”, weet Maesen. “We hebben dus al moeilijke periodes meegemaakt. Maar vandaag is de situatie anders. Elke stimulans om nog te investeren in industriële productie in België is weg. Terwijl er zonder industrie ook geen welvaart is. Je kan wel een kenniseconomie hebben, als je niks meer produceert, trekt die kennis ook weg. Daarom kunnen we de maakindustrie niet loslaten. Maar we moeten wel focussen op die activiteiten waar onze toegevoegde waarde behouden blijft. Ik denk aan chemie, petrochemie, machinebouw, farmaceutische industrie en energie, maar ook aan de bagger- en de offshoresector. En ook de voedingssector zal altijd lokaal verankerd blijven.”

Alternatieven te over voor een geslaagde heroriëntering. “Er zijn zeker opportuniteiten, maar omschakelen is allesbehalve vanzelfsprekend. Als leverancier van een staalfabriek kan je niet van de ene dag op de andere voor pakweg een slagroomproducent gaan werken. Je moet nieuwe sectoren benaderen met een verhaal dat ook het recht heeft om te bestaan.”

Als we naar zijn toekomstambities peilen, blijft de gedelegeerd bestuurder realistisch. “Vroeger gingen we altijd voor groei. Vandaag willen we in de eerste plaats behouden wat we hebben. Eenjarige groeipieken hoeven voor mij niet meer. Willen we een toekomst opbouwen, dan moeten we op lange termijn nadenken over waar we de grootste toegevoegde waarde kunnen betekenen.”

Liever in België

Plasmajet kreeg ook al de vraag om een nevenvestiging op te zetten in Oost-Europa. “Een van onze klanten waarschuwde dat er niks anders opzat als we ons marktaandeel wilden behouden. Grote bedrijven verhuizen niet alleen voor de kosten naar lagelonenlanden. Ook omwille van milieunormen, de beschikbaarheid van grote terreinen, meer gekwalificeerde medewerkers en om het gemak waarmee vergunningen uitgereikt worden.”

“Probeer hier in België maar eens een groot terrein te vinden. Dan kan je na drie jaar misschien beginnen te bouwen. Terwijl ze je in landen als Tsjechië met open armen ontvangen. Maar ik zag het niet zitten. Als kmo kan je zoiets niet controleren. Ik blijf liever in België, zoeken naar nieuwe opportuniteiten, en vechten voor iedere opdracht.”

De zestien medewerkers blijven voorlopig aan de slag. “Onze arbeiders zullen er pas mee geconfronteerd worden als we onze toevlucht moeten zoeken tot het systeem van economische werkloosheid. Wij werken met kwalitatieve en hoogtechnologische processen, waarvoor veel opleiding nodig is. Het duurt tot twee jaar voor een arbeider hier vlot meedraait. Daarom zullen wij er altijd alles aan doen om onze mensen aan het werk te houden.”

Elke dag aan de kar trekken

Maesen is geen doemdenker. “Onze industrie is niet dood, ook al zie je de jongste tijd alleen nog fabrieken verdwijnen. De voedingsindustrie, de bouw, de chemie en de petrochemie blijven een belangrijke rol spelen. Maar de welvaart van heel België kan niet afhangen van de Antwerpse haven alleen. Er zijn te weinig capabele starters. De overheid promoot ondernemerschap, maar ik vraag me af of we wel zoveel nood hebben aan kleine zelfstandigen. We hebben behoefte aan beloftevolle bedrijven die werkgelegenheid creëren en tot iets groots kunnen uitgroeien. Daarvoor moet er iets structureels veranderen.”

“Er zijn geen mensen die op een dag wakker worden en denken: laat ik eens een fabriek bouwen. Als ze al over het intellect beschikken om het te doen, worden ze liever consultant voor 100 euro per uur en zonder zorgen. Toch hebben we de zotten nodig die heel hun hebben en houden in onderpand durven te geven om een bedrijf op te starten, in de hoop dat het een succesverhaal wordt. Die mensen moeten meer ondersteuning krijgen.”

Of Maesen al aan stoppen dacht? “Die gedachte heeft al gespeeld. Dat je denkt: ‘waarom in hemelsnaam?’ Maar ik kan niet opgeven. Ik moet elke dag aan de kar blijven trekken. Als ik het laat hangen, laat de rest het ook hangen. En als kapitein moet je het goede voorbeeld geven. Ondernemen is geen gokspel, het gaat om inzet, inzicht en berekende risico’s. Anders konden we net zo goed op de lotto spelen.”

TOM MONDELAERS

“Elke stimulans om nog te investeren in industriële productie in België is weg” Filip Maessen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content