We moeten anders gaan bouwen

Norman Foster, een van de befaamste architecten wereldwijd, legt uit waarom architecten zullen bijdragen tot het behoud van de planeet.

De auteur leidt het internationaal gerenommeerde architectenbureau Foster & Partners in Londen. Hij ontwierp onder meer de nieuwe Reichstag in Berlijn, zetel van het Duitse parlement.

Twee trends die de architectuur wereldwijd beïnvloeden, zullen in 2005 sterker worden: de noodzaak om een duurzaam ontwikkelingspatroon na te streven en de kansen die geboden worden door opkomende economieën in Azië en de voormalige Sovjet-Unie. Nooit was de noodzaak om de invloed van de mens op het milieu aan te pakken zo dringend. Wetenschappers voorspellen dat de aarde tegen 2100 zal opwarmen met 1,4 à 5,8 graden Celsius. Het wordt nu vrij algemeen aanvaard dat dit grotendeels toe te schrijven is aan de stijgende concentraties van broeikasgassen, vooral CO2. Maar hoeveel mensen zijn zich ervan bewust dat in de ontwikkelde wereld de helft van de energie die we produceren, opgeslorpt wordt door gebouwen, en dat die verantwoordelijk zijn voor de helft van de CO2-emissies, waarbij de andere helft bijna gelijk verdeeld is over transport en industrie?

Dat is al alarmerend genoeg, maar wat als de Derde Wereld zijn achterstand inhaalt? China voorspelt van 2000 tot 2010 een verdubbeling van het bruto binnenlands product (BBP). De bouw kent er een ongeëvenaarde, snelle en woeste groei. Onze nieuwe luchthaventerminal in aanbouw in Peking staat in schril contrast met onze ervaringen in Europa. Met meer dan een miljoen vierkante meter is hij groter dan de vier terminals van Heathrow én de toekomstige vijfde terminal samen. Het hele proces – van de verlening van de opdracht tot de afwerking – zal er minder tijd in beslag nemen dan het openbaar onderzoek in verband met die vijfde terminal. In China staat de helft van ‘s werelds bouwkranen. De gevolgen voor het milieu zijn ontnuchterend. Zo verbruikt China op dit ogenblik de helft van het cement in de wereld. De aanmaak van een ton cement brengt ook een ton CO2 voort.

Oproep 1: ‘compacte steden’

Om een wereldwijde milieuramp te voorkomen, moet elk land een duurzame ontwikkelingsstrategie volgen. Duurzaamheid vereist dat we holistisch denken. De locatie en de functie van een gebouw, zijn flexibiliteit en levensverwachting, zijn ligging, vorm en structuur, de verwarmings- en ventilatiesystemen en de materialen – alles heeft een invloed op de hoeveelheid energie die nodig is om een gebouw op te trekken, te gebruiken en te onderhouden. Bijna elk nieuw gebouw kan zo ontworpen worden, dat het maar een fractie van de huidige energieniveaus nodig heeft. Maar zelfs als de gebouwen absoluut energiearm en koolstofvrij zijn, zouden we nog problemen hebben.

Er zijn immers nog twee andere fundamentele kwesties: de aangroei van de bevolking en de verschuiving naar stedelijke bewoning. Verwacht wordt dat we binnen tien jaar met 7,5 miljard zullen zijn (vandaag 6,4 miljard). Snel uitdijende steden zijn veel minder energie-efficiënt dan compact geplande woongemeenschappen. Het autovervoer vormt daarin een cruciale factor. Stel u voor dat iemand elke dag twintig kilometer rijdt om op het werk te geraken. Zijn woning zal 720 liter stookolie per jaar vergen, zijn werkplaats 285 liter en het transport 900 liter. Het is dan ook alarmerend dat het autogebruik in de meeste landen nog toeneemt. In China neemt de autoverkoop vanaf 2005 wellicht met 30 % per jaar toe.

Om het autovervoer te verminderen, moeten we het ontstaan van compacte steden en nieuwe geconcentreerde ontwikkelingsprojecten stimuleren. Is dat vragen om belabberde woonomstandigheden? In Londen bieden de dichtstbevolkte wijken de begerenswaardigste levensstijl: Kensington en Chelsea.

Oproep 2: werken en wonen samenbrengen

Holistisch denken moet ook toegepast worden op de infrastructuur, de transportsystemen, de wegen en de openbare plaatsen. De kwaliteit van de infrastructuur heeft een directe invloed op de kwaliteit van het stadsleven. Het feit dat heel wat postindustrieel werk van nature schoon is, maakt het mogelijk om werken en wonen met elkaar te combineren. Woongemeenschappen kunnen gedijen met transportverbindingen, bedrijven, scholen en winkels op wandel- of fietsafstand.

Architecten moeten duurzame oplossingen in de hand werken. Maar we hebben ook meer progressieve ontwikkelaars en politici nodig, die de moed hebben om doelstellingen en stimuli te formuleren die de maatschappij dient te volgen. Duitsland heeft al lang de noodzaak ingezien om het verbruik te verminderen en hernieuwbare energiebronnen aan te boren. Dat weerspiegelt zich in de bouwvoorschriften. Er bestaan geen technologische barrières voor duurzame ontwikkeling, alleen grenzen aan de politieke wil.

Norman Foster

Bijna elk gebouw kan zo ontworpen worden, dat het maar een fractie van de huidige energie nodig heeft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content