‘We maken het verschil met design’

Bij het Limburgse familiebedrijf Tribù heeft de derde generatie sinds een paar jaar het roer in handen. Het groeibedrijf ontwerpt, produceert en verkoopt luxueus tuinmeubilair. Koen en Tom De Cock, de kleinzonen van de stichter, willen Tribù uitbouwen tot een wereldwijde referentie.

Hoewel het hoogseizoen voor de tuinmeubelen alweer voorbij is, is het druk in de thuisbasis van Tribù in Zutendaal. Dozen en kussens worden aan- en afgevoerd. Tuintafels worden afgeschuurd en bijgewerkt. De Limburgse producent van designtuinmeubilair heeft er net de Monaco Yacht Show opzitten en bereidt nu zijn dealerdagen voor. De zaakvoerders verwachten in en rond de showroom in Zutendaal zo’n 150 gasten uit heel Europa.

“Het bedrijf bestaat volgend jaar vijftig jaar”, vertelt Lode De Cock (62). Hij heeft de zaak voortgezet na het plotse overlijden van zijn vader Henri in 1987. Het was toen een agentuur en importbedrijf voor tuinmeubelen voor de Benelux. “Ik ben burgerlijk ingenieur en wou de zaak een andere wending geven. Minder import en meer eigen productie. Onze eerste eigen collecties brachten we begin jaren negentig uit onder de naam De Cock. Van toen af zijn we bekender geworden en een paar jaar later begonnen we te exporteren naar de VS en andere Angelsaksische landen onder de naam Tribù. Toen waren we vertrokken.”

Familiaal karakter

Tribù staat voor een stam, een groep mensen die aan een gemeenschappelijk doel werkt. “Ik heb het accent er destijds op gezet omdat dat chiquer is”, lacht Lode De Cock. “Die volksstam wijst ook naar het feit dat we herkenbare producten met natuurlijke materialen op de markt willen brengen. Niet zomaar een collectie, maar meubelen met een identiteit, die herkenbaar zijn, zoals een stam. Daar zijn we wereldwijd voor bekend.”

Lode De Cock reisde daarvoor de wereld rond, op zoek naar ontwerpers, toeleveranciers, distributeurs en klanten. Vandaag is het aan de volgende generatie. De meerderheid van de aandelen zit nu bij zijn drie zonen. Samen met zijn echtgenote houdt Lode De Cock nog een minderheidsparticipatie van 40 procent aan.

“Sinds twee jaar staan mijn twee oudste zonen in voor het dagelijks beleid. Ik ben van mening dat je in een bedrijf op je hoogtepunt bent tussen je 35ste en 55ste, zeker als je vernieuwend wil blijven. Koen, een ingenieur mijnbouw, en Tom, een informaticus, zijn nu gedelegeerd bestuurder. Koen is CEO en focust op personeel, financiën, O&O en productie. Tom neemt de sales en marketing voor zijn rekening”, zegt Lode De Cock. Roel (27), de jongste zoon, is (nog) niet actief in het bedrijf. Hij zit in de filmwereld. “We hebben een familiaal charter. Iedereen heeft tot zijn dertigste om te beslissen al dan niet in het bedrijf te stappen. Voor je dertigste moet je de wereld leren kennen.”

Lode De Cock blijft actief. Hij zit onder meer de raad van advies van Tribù voor. “Van de familie zitten Koen, Tom en ik erin. Daarnaast hebben we ook drie niet-familieleden: twee Limburgse ondernemers en een financiële expert. Dat draait goed. We hebben een zestal vergaderingen per jaar. Koen en Tom stellen er hun plannen voor, we praten erover en schaven ze bij.”

Geen crisiscollecties

“De business loopt dit jaar beter dan verwacht”, stelt Koen De Cock (36) vast. De CEO had eerder gedacht status-quo te blijven, maar in twee jaar was er een gecumuleerde groei van meer dan 35 procent. “We hebben nu al een miljoen meer gefactureerd dan in 2014.” Nochtans kreeg Tribù met de crisis van 2008 ook klappen. De omzet daalde met 20 procent en bleef een tijd op een lager niveau hangen. “Ons beste antwoord op de crisis was het hoger positioneren van onze buitenmeubelen”, countert Tom De Cock (34). “Tijdens de crisis hebben we met onze collecties alleen op het topsegment gemikt. Het middensegment had meer last van de crisis.”

Lode De Cock zag in die jaren twee opties. “Ofwel ga je naar de top, ofwel ga je crisiscollecties maken. Met crisiscollecties kom je terecht in een massamarkt met veel concurrentie. Dat drukt de prijzen en gaat ten koste van je marge. Daarom zijn wij ons hoger gaan positioneren. We hebben veel geïnvesteerd in O&O in die periode en zijn intensiever gaan samenwerken met ontwerpers die alleen voor het topsegment van de binnenmeubelen werken.”

Een tweede strategische keuze was het aanboren van de contractmarkt. “We zijn groot geworden met de residentiële markt, dat zal altijd de basis blijven waarop we bouwen. Maar de jongste jaren zijn we steeds actiever op de contractmarkt”, verduidelijkt Tom De Cock. Tribù levert nu buitenmeubelen aan klasseresorts van spelers zoals Park Hyatt en Four Seasons in New York, Toronto, Doha, Kaapstad, Singapore, de Seychellen, enzovoort. Ook de inrichting van luchthavenlounges, luxejachten, cruiseschepen en wellnesscentra horen bij de projectmarkt.

“In het begin heeft ons dat geld gekost, maar nu plukken we daar de vruchten van. Vorig jaar haalden we een omzet van 17 miljoen euro, dit jaar zullen we rond 21 miljoen afklokken. We willen naar 20 tot 25 miljoen euro omzet. Dat is haalbaar met eigen middelen zonder een externe financier. Al zijn we veel sneller gegroeid dan we gepland hadden. We hadden ons vijf jaar gegeven om te groeien naar 19 miljoen euro, maar zitten er nu al over”, vertelt Tom De Cock. “Voor mij blijft de grootste uitdaging ervoor te zorgen dat Tribù wereldwijd de referentie wordt in de high-end buitenmeubelen. Wat Hermès in de handtassen is. Daarvoor hoeft onze omzet niet per se toe te nemen”, vult Koen De Cock aan.

Met internationale allure

Door de groei van de jongste jaren barst het pand in Zutendaal uit zijn voegen. Het Tribù-team telt veertig medewerkers en de zaakvoerders willen tegen eind volgend jaar een nieuw kantoor met showroom inhuldigen in Munsterbilzen, naast de huidige opslag- en assemblagehall. Het gaat om een investering van 5 miljoen euro. “We ontvangen hier veel architecten, het wordt dus een modern gebouw met internationale uitstraling”, verklapt Lode De Cock. In de nieuwbouw wordt ook rekening gehouden met ecologische aspecten, een stokpaardje van Koen.

“We gaan zo goed als passief bouwen, wat voor een kantoorgebouw van 2000 vierkante meter best vernieuwend is. De werkruimtes op de benedenverdieping kijken uit op een bos, de showroom komt op de eerste verdieping. Alles moet er efficiënt zijn, ook energie-efficiënt. Zo kan de energie die opstijgt van de werkplekken worden gebruikt in de showroom”, vertelt Koen De Cock. “Ook creativiteit is belangrijk. Als je je mensen aan het raam zet met zicht op groen, dan creëer je automatisch meer rust en creativiteit. Mensen zijn zo minder gespannen en dat werkt beter. Als bedrijf zijn wij maar zo goed als onze mensen presteren.”

Het kernteam van Tribù is vooral actief in O&O, verkoop, administratie, aankoop, logistiek en montage. Voor het design en de productie van de high-end buitenmeubelen wordt samengewerkt met externe ontwerpers en industriële partners. “We zijn niet afhankelijk van een productie die we op volle toeren moeten laten draaien. Als je productiegericht ontwerpt, verlies je bij voorbaat. We binden ons sterk aan onze partners en gaan voor een relatie op lange termijn. Pas na een paar jaar krijg je echt een goede samenwerking. Een ontwerper zoals Piergiorgio Cazzaniga is daar een typisch voorbeeld van. Aan het begin van onze samenwerking in 2007 had hij ons DNA nog niet volledig door. Nu wel. Zijn Vis à Vis-collectie past perfect in ons DNA”, vindt Koen De Cock.

Buikgevoel en innovatie

De catalogus van Tribù telt veertien collecties. Het familiebedrijf brengt een tot twee nieuwe collecties per jaar uit en een collectie gaat gemiddeld een decennium mee. “We verkopen kwaliteit en emotie en maken het verschil met design. Daarvoor moeten we innovatief uit de hoek komen. De concepten die onze ontwerpers voorstellen, zijn vaak niet te produceren met klassieke technieken”, benadrukt Koen De Cock.

In tegenstelling tot veel andere bedrijven volgt Tribù de ontwerpen van de designers redelijk strikt. “Zeker hun sterke punten. Wij doen al het mogelijke om die ontwerpen zo getrouw mogelijk te produceren. Een matrijs kan bij ons een half miljoen euro kosten. Veel bedrijven verklaren je gek als je dat doet, maar wij vinden dat leuk. We maken dingen die we mooi vinden en waarvan ons buikgevoel zegt dat ze gaan verkopen”, zegt de CEO. “Die ingesteldheid vind je enkel nog bij familiale bedrijven. Aandeelhouders hebben liever een half miljoen extra dividend dan zo’n bedrag te investeren in een innovatieve matrijs”, weet Tom De Cock.

Kurt De Cat , fotografie Debby Termonia

“Een matrijs kan bij ons een half miljoen euro kosten. Veel bedrijven verklaren je gek als je dat doet”

“We zijn niet afhankelijk van een productie die we op volle toeren moeten laten draaien. Als je productiegericht ontwerpt, verlies je bij voorbaat”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content