‘We kennen de koffiepauze. Waarom niet de meditatiepauze?’

De arts en neuroloog Steven Laureys vindt dat meditatie een plaats moet krijgen in elke bedrijfsorganisatie. Het moet iets zijn dat werkgevers aanbieden aan hun werknemers. “We kennen de koffie- en de rookpauze, waarom niet de meditatiepauze?” vraagt hij zich af. Meditatie kan helpen om de chronische stress te verminderen waar veel mensen in hun loopbaan of op de werkvloer mee kampen.

De grote Amerikaanse technologiebedrijven zetten daar sterk op in, omdat het de prestaties en het welzijn van hun personeel bevordert. Google heeft zelfs een intern mindfulnessprogramma voor zijn werknemers. Terecht, oordeelt Steven Laureys.

Hij kwam op het pad van meditatie toen hij zich door een persoonlijke crisis worstelde. De wereldbefaamde boeddhistische monnik Mathieu Ricard nam hem mee op retraite, en daar ging voor de neuroloog een nieuwe wereld open. Sindsdien wijdt hij er een deel van zijn academische werk aan.

Als neuroloog en arts aan het universitair ziekenhuis in Luik onderzoekt hij al enkele jaren de effecten van meditatie op het brein. Die zijn onomstotelijk positief. Meditatie versterkt neurale netwerken in de hersenen, beschermt de chromosomen, helpt stress te verminderen en vergroot het algemeen welzijn.

“Later zullen we terugkijken en onszelf voor het hoofd slaan omdat we zoiets fundamenteels hebben verwaarloosd”, zegt Laureys, verwijzend naar het feit dat meditatie nog niet structureel is ingeburgerd in bedrijven, scholen en de maatschappij als geheel. “Op school zijn er leerkrachten lichamelijke opvoeding die daarvoor zijn opgeleid en vaste uren in het lessenrooster krijgen, maar er is niets voor het mentale welzijn. Waarom kun je dat niet verplicht in het lespakket opnemen en er leerkrachten speciaal voor opleiden?”

Meditatie is een soort mentale gymnastiek, legt de arts uit: “Je kunt het heel breed invullen. Er zijn talloze manieren om te mediteren.” Die mogelijkheden zet hij op een rij in zijn recente boek. Het No-nonsense meditatie oefenboek is een vervolg op zijn bestseller van twee jaar geleden: Het no-nonsens meditatie boek.