‘We gaan geen zotte dingen doen’

De grootste logistiekedienstverlener van het land, H. Essers, wordt geleid door een duo veertigers. Hilde Essers en Gert Bervoets hebben een goed oog in de toekomst. “We willen organisch en op een gecontroleerde manier meegroeien met onze klanten, en uitkijken naar mogelijke overnames.”

Het is eigenaar en voorzitter Noël Essers (71) die ons verwelkomt in de hoofdzetel van zijn logistiekbedrijf in de Transportlaan in Genk. Zijn vader Henri Essers richtte het bedrijf op in 1928. Noël Essers volgt de onderneming nog nauwgezet op. “We hebben recentelijk mooie contracten binnengehaald, we zitten boven budget”, verklapt hij.

H. Essers boekte in 2014 een omzet van 442 miljoen euro (+6 %). De groep is met 4300 medewerkers actief in elf landen in Europa. Het familiebedrijf beschikt over 925.000 vierkante meter magazijnruimte — waarvan 650.000 in België — een vloot van 1250 trekkers en 2700 trailers. De transport- en logistiekgroep heeft een sterke positie uitgebouwd in sectoren als de chemie, farma, gezondheidszorg en technologieproducten.

De groep wordt sinds twee jaar geleid door CEO Gert Bervoets (45). Hij volgde Ivo Marechal op, die mee zijn schouders zette onder het investeringsfonds Down 2 Earth Capital. “Ik werk hier sinds 2002. Het bedrijf en de familie waren niet nieuw voor mij, zegt Bervoets. “Eigenlijk was er al in 2001 een kantelmoment, toen de familie extern management aantrok. Ivo Marechal kwam aan het roer en ik werd lid van het directieteam. Ik ken de familie, ik ken het bedrijf, dat is iets helemaal anders dan er als nieuwkomer in te duiken.”

“Het was een heel bewuste keuze. We kregen een mooi aanbod om te verkopen”, vervolgt gedelegeerd bestuurder Hilde Essers (45). “Ik heb toen tegen mijn vader gezegd: ‘Waarom zouden we dat doen, we hebben een mooi bedrijf. Zoek voor mij een sterk management en we gaan goed gewapend de toekomst tegemoet.’ Vandaag is mijn vader tevreden en trots dat zijn droom wordt voortgezet.” Hilde Essers is de oudste dochter van Noël Essers. Behalve gedelegeerd bestuurder is ze ook lid van het directiecomité. Haar zus Ann Essers leidt de vastgoedtak van de familie en is niet operationeel actief in het bedrijf.

2014 was een goed jaar voor H. Essers en dit jaar zit u ook op schema?

GERT BERVOETS. “We zijn goed vertrokken, in het eerste kwartaal steeg de omzet met 9 procent, de bedrijfskasstroom nog iets meer. Onze pijplijn is redelijk goed gevuld. We zien heel wat nieuwe projecten op ons afkomen, sommige zijn we nu aan het realiseren. We merken dat we nu ook groeien in de segmenten waar we het in het verleden iets moeilijker hadden. In de polymerenbusiness, de bulktrafieken bijvoorbeeld zien we een redelijk stevige groei. In vergelijking met een aantal jaren geleden zijn we niet ontevreden.”

Wilt u ook groeien door overnames te doen?

BERVOETS. “We kijken altijd rond. We zijn in elf landen aanwezig. Er zijn zeker in Europa nog landen, zoals Nederland en Duitsland, waar we al transportactiviteiten hebben en we ook actief zouden kunnen worden in magazijnactiviteiten. Maar we kijken ook buiten Europa.”

Hebt u plannen in het Midden-Oosten en Zuid-Amerika?

BERVOETS. “Het is nog te vroeg. In het Midden-Oosten en Zuid-Amerika praten we met mogelijke partners, maar er is nog niets concreet. In Europa gaan we voor 100 procent eigenaarschap, terwijl we buiten Europa meer geloven in joint ventures met een lokale partner. Lokale kennis is belangrijk, de concurrentie is groot. Daarom kijken we naar die activiteiten die net iets moeilijker zijn dan de standaardjobs. De hogere segmenten vergen ook zwaardere investeringen en meer kennis. Dat creëert een drempel voor de concurrentie.”

Van concurrentie gesproken, giganten als DHL en UPS mikken meer en meer op de lucratieve farmamarkt, die voor H. Essers heel belangrijk is.

HILDE ESSERS. “Ons grote voordeel ten opzichte van die spelers is dat we ons eigen materiaal inzetten en alles in eigen beheer doen.”

Waarom is dat een voordeel?

BERVOETS. “In die segmenten is kwaliteit heel belangrijk. Er wordt gewerkt met specifiek materiaal, wat grotere investeringen vraagt, en alles moet kunnen worden opgevolgd met technologische systemen die daarrond gebouwd worden. Je moet die farmareuzen 100 procent garantie kunnen geven omtrent veiligheid en het respecteren van de koude keten. Bij problemen staan we klaar met eigen middelen. Zo kunnen we prioriteit geven aan die klanten.”

In Europa is H. Essers een van de grotere spelers. Er is een sterke consolidatiebeweging aan de gang in de sector. Neemt u deel aan die dans?

ESSERS. “Het is een bewuste keuze van de familie om het bedrijf in eigen handen te houden. We blijven geloven in de toekomst. Dat betekent organisch en op een gecontroleerde manier meegroeien met onze klanten, en uitkijken naar mogelijke overnames.”

Is de schaal van de groep geen rem op de verdere internationale groei?

BERVOETS. “Onlangs is de Franse groep Norbert Dentressangle, in Europa zowat de grootste speler in transportcapaciteit, verkocht aan het Amerikaanse XPO Logistics. Dentressangle is vier keer zo groot als zijn overnemer.

“Schaal speelt op een bepaald moment zeker een rol. Daarom hebben wij ook gekozen zwaar in te zetten op een aantal segmenten, waarin we nu redelijk groot zijn. De familie wil zelfstandig groeien. We nemen geen bedrijf over dat vier keer zo groot is als het onze. Dat ligt niet in onze mogelijkheden en niet in onze strategie voor de komende tien jaar. De overnames die we in het verleden hebben gedaan, waren misschien relatief bescheiden.”

ESSERS. “Er zijn kleinere en grotere overnames geweest. In principe hebben we nooit iets overgenomen dat groter was dan 5 procent van onze omzet.”

BERVOETS. “Dat is niet fout. Het zou wel kunnen dat die overnames net iets groter zullen worden. Als ze volledig passen in onze strategische doelstellingen. En als we geografisch kunnen groeien.”

Welke investeringsprojecten staan dit jaar op stapel bij H. Essers?

BERVOETS. “We investeren elk jaar tussen 40 en 50 miljoen euro. We investeren zwaar in nieuwe trailers. Daar gaat veel kapitaal naartoe. Een trailer voor ‘high security‘-farma kost drie keer zoveel als een standaardtrailer. Onze vloot trekkers vervangen we om de vier jaar. We hebben een contract met MAN om in de komende drie jaar 700 trekkers te kopen. Een groot deel van de investeringen gaat naar bijkomende magazijnen. In Winterslag hebben we twee nieuwe magazijnen gebouwd. Op Genk Zuid zijn we als eerste na het Ford-debacle begonnen met de renovatie van een magazijn. In Beringen hebben we een magazijn opgestart voor een sportgigant. Daarnaast investeren we in IT. We hebben 4300 medewerkers. Om alles beheersbaar te houden, moeten de systemen mee evolueren.”

Hoeveel mensen werken in België voor H. Essers?

BERVOETS. “Zo’n 2700. Vorig jaar zijn er 350 jobs bijgekomen, waarvan 200 in Limburg. Dit jaar zal dat opnieuw zo zijn. Het gaat grotendeels om magazijniers en chauffeurs, maar ook om bedienden en leidinggevenden om de operaties te leiden.”

U klaagt niet over de loonkosten?

BERVOETS. “Er blijft een loonkloof van 15 tot 20 procent ten opzichte van de ons omringende landen. Dat we een loonhandicap hebben ten opzichte van Oost-Europa is normaal, maar met de buurlanden is niet normaal.”

ESSERS. “Het verschil is te groot.”

BERVOETS. “Daar moet Vlaanderen toch echt opletten. We hebben alle troeven in handen als logistiek landschap: de ligging, de infrastructuur, goede mensen, al wat je wilt. Ook voor de beschikbaarheid van grond is er nog niet echt een probleem, maar de loonkloof blijft belangrijk. We kunnen dat wel min of meer opvangen met onze productiviteit en de kwaliteit van de medewerkers. Maar dat kan niet eindeloos zo blijven.”

Mevrouw Essers, u bent het uithangbord van ondernemen in Limburg. Waarom doet u dat?

ESSERS. “Ik neem op die manier mijn maatschappelijke rol op. We zijn een ondernemende familie, een ondernemend bedrijf, we zijn de grootste private werkgever van de provincie Limburg. Ik vind het niet meer dan normaal dat je alles op alles zet om dat uit te dragen en ervoor te zorgen dat Limburg weer op de kaart wordt gezet.”

Zijn er voldoende initiatieven om de provincie vooruit te helpen?

ESSERS. “Er zijn heel veel goede initiatieven genomen de afgelopen jaren, er wordt heel veel geïnvesteerd in de provincie. En dat zal op termijn zijn vruchten afwerpen.”

BERVOETS. “We proberen ons deel te doen, maar we moeten opletten dat de middelen niet te veel versnipperd raken. De politiek durft moeilijk keuzes te maken. We moeten uitkijken voor de kerktorenmentaliteit. Als je allemaal kleine beetjes verdeelt, komt er niets uit. Je kunt beter keuzes maken en geloven in een bepaalde organisatie die het dan ook moet doen.”

Hoe ziet u de toekomst van het bedrijf?

BERVOETS. “We gaan iets scherper focussen dan in het verleden, omdat we zo groot zijn geworden. Wij moeten prioriteiten stellen. Onze middelen zijn niet onbeperkt. We kunnen niet alles doen. Als goede ondernemers zien we altijd heel veel opportuniteiten, maar je kunt niet op elke opportuniteit springen, we moeten keuzes maken. En dat in een breder kader, met een groter internationaler karakter. Dat is heel belangrijk om de groei op langere termijn te kunnen verzekeren. We zijn heel groot in België. Als we deze groeicijfers willen blijven neerzetten, dan zullen we iets breder moeten gaan.”

Groeien in België is niet meer mogelijk?

BERVOETS. “De logistiek- en transportsector is nog erg gefragmenteerd. We kunnen nog groeien. Dat bewijzen we trouwens met de jobs die we hier creëren. Dat blijven we doen. En als we internationaal kunnen groeien, dan zal dat ook in het voordeel van België zijn. Dat internationale karakter is belangrijk. We gaan overnames doen, maar we gaan geen zotte dingen doen. We zijn ons zeer bewust van waar we komen. We zullen verstandige en financieel haalbare beslissingen nemen in de juiste segmenten.”

Kurt De Cat, fotografie Debby Termonia

“We gaan iets scherper focussen dan in het verleden, omdat we zo groot zijn geworden”