Wat langer kernenergie moet alternatieve energie doen rijpen

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Het Belgische uitdoofscenario van kernenergie blijft in 2007 bestaan, maar de deadline verschuift. Ondertussen kan de markt van de hernieuwbare energie rijpen.

Naar Nederlands voorbeeld, waar de kerncentrale van Borssele open blijft tot 2033, zal de nieuwe regering in België het sluiten van de kerncentrales verschuiven naar een nader te bepalen datum. Spelen met tijdslijnen behoort tot de finesse van het politieke compromis. Zo kun je liegen zonder je woord te breken.

Want zelfs regeringsleiders kunnen niet om de werkelijkheid heen, net zomin als de groene utopisten (die we in ons hart toch allemaal zijn). In 2015 kan België nog niet overleven zonder nucleaire energie – hoe graag je dat ook zou willen. Uit een recente studie van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (Vito) blijkt dat hernieuwbare bronnen tegen 2020 maar maximaal 15 % van onze elektriciteitsbehoeften kunnen voldoen. En deze stille wetenschappers uit de Kempen kun je bezwaarlijk oplichters en lobbyisten van Suez noemen, zoals SP.A-voorzitter Johan Vande Lanotte met professor William d’Haeseleer als voorzitter van de gelijknamige commissie deed.

Op zoek naar alternatieven

Uitstel betekent geen afstel. Op termijn moeten we naar een duurzame en betaalbare oplossing overschakelen zonder ons geopolitiek afhankelijk te maken van landen buiten de Europese Unie. Aangezien de hoeveelheid uranium ook beperkt is en kernafval een probleem blijft, biedt alternatieve energie de beste toekomstperspectieven. Maar tot nu toe raakte deze sector maar niet uit de startblokken. Telkens fnuikte monopolist Electrabel – eigenaar van alle kerncentrales in ons land – elk initiatief. Wie met een project op de proppen kwam, werd geboycot of overgenomen. Vraag dat maar off the record aan de kleinere marktspelers – zoals Interelectra (zuivere intercommunale), Electrawinds (windmolens) of Ecowatt (hydrocentrales). Pas ná de principiële regeringsbeslissing om uit de nucleaire optie te stappen, kreeg hernieuwbare energie een echte kans. Hetzelfde scenario vond in de afvalsector plaats. In 1998 besloot toenmalig minister van Leefmilieu Theo Kelchtermans alle vuilnisbelten in Vlaanderen te sluiten. Zo ontwikkelde zich een heuse recyclagegolf. Vandaag realiseert een ecologisch verantwoorde afvalverwerkingsindustrie in België een geconsolideerde omzet van 1,5 miljard euro. In de praktijk verleende de overheid elk jaar bepaalde vrijstellingen. Pas in 2007 zal eindelijk een einde komen aan het storten van bedrijfsafval en huisvuil. En dan nog: echt verdwijnen zullen de deponieën nooit. Uiteindelijk worden de laatste reststoffen uit de verbrandingsovens hoe dan ook onder de grond begraven.

Fonds voor Hernieuwbare Energie

Ondertussen heeft de hernieuwbare energie zich als een volwaardige bedrijfstak ontwikkeld. Voorlopig moeten de windmolens en zonnepanelen nog de steun van de overheid – groenestroomcertificaten – krijgen om te kunnen concurreren met fossiele brandstoffen. Maar als gevolg van de snel stijgende olie- en gasprijzen wint de groene niche veld met jaarlijkse groeicijfers van 30 % tot 40 %. Dankzij grootschalige projecten zakt de productieprijs langzaam onder het niveau van de klassieke stroom.

De groene sector kan nog een steuntje in de rug gebruiken. Hier bieden de kerncentrales een uitweg. De bestaande installaties zijn boekhoudkundig afgeschreven en produceren dus energie tegen onderhoudskost. Elk jaar dat ze langer draaien, leveren ze de eigenaar gratis geld op. Die eigenaar is Suez, die vorig jaar voor een lage prijs – gebaseerd op het uitdoofscenario – Electrabel overnam. Als de overheid nu een vrijstelling toestaat, krijgt de Franse nutsgroep een enorm geschenk in de schoot geworpen.

Toch ligt dé oplossing voor de hand. Koppel aan het uitstel een bedrag: het verschil tussen de investerings- en de onderhoudskost min een aanvaardbaar winstpercentage. Stop dat overschot – volgens PricewaterhouseCoopers (PwC) levert de verlenging van de operationele levensduur van onze kerncentrales met 10 tot 20 jaar tussen 10 en 55 miljard euro gecumuleerde cashflow op – in een Fonds voor Hernieuwbare Energie. Zo slaat de regering drie vliegen in één klap. Primo: de creatie van een autonome energiebevoorrading tegen goedkope kostprijs. Secundo: de verdere ontwikkeling van de hernieuwbare energiesector tot een mature markt, die de economische groei van de regio stimuleert. Tertio: de realisatie van de Kyotodoelstelling.

Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content