WAT IS ER MIS MET BELGIË?

Robert Van Apeldoorn redacteur Trends-Tendances

Vooral de telecomregulator wordt voor de huidige stand van zaken met de vinger gewezen.

België zou met zijn kleine oppervlakte, makkelijke geografie en hoge bevolkingsdichtheid een droom moeten zijn voor telecomgebruikers. De feiten zijn anders. De Belgische tarieven voor de combinatie van telefoon, internet en tv zijn ongeveer dubbel zo hoog als die van Free in Frankrijk. Het maandelijkse abonnementsgeld voor telefoon is het derde hoogste in een staal van twaalf Europese landen. Het telefoneren zelf is volgens de Europese Commissie veruit het duurst (als we ons kleine land vergelijken met lokale tarieven elders). Internet is volgens een rapport van Telecompaper. com met gemiddeld 35,33 euro per maand de top.

Zelfs de toezichthouder, het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT), noemde onlangs “de hoge retailtarieven voor breedband in België – en het Instituut moet hieronder ook de kabeltarieven rekenen – een verifieerbare realiteit.”

Waar liggen de oorzaken?

1. De Belg betaalt graag veel voor telecom. “Veel Belgen associëren ‘goedkoop’ met een slechte dienstverlening. Ze verkiezen meer te betalen in ruil voor een betere dienst,” zegt financieel analist Dirk Saelens van KBC Securities, die net een studie over de Belgische telecomsector publiceerde. Te gek? Minder dan het lijkt, zoals uit het volgende blijkt.

2. Vlaanderen is een duopolie. France Télécom heeft in Frankrijk minder dan 50 % marktaandeel in breedband. In Vlaanderen heeft Telenet 56 % en Belgacom op groothandelsniveau de overige 44 %. “Dat duopolie maakt het de concurrenten bijzonder moeilijk om marktaandeel te verwerven, ook al omdat een zeer groot deel van de internauten al breedband heeft en de pc-penetratie in België niet erg hoog is,” zegt voorzitter Eric Van Heesvelde van de Belgische toezichthouder Bipt. Het beste bewijs dat de concurrentie niet speelt is de maatregel van Belgacom om vanaf januari de meeste prijzen nog eens met 2 procent te verhogen, in plaats van ze te verlagen. Belgacom geeft geen verloopcijfers, maar bij Telenet is de churn maar 8 % per jaar voor internet. Klanten loswrikken is dus lastig.

3. Rechtsonzekerheid bevoordeelt Belgacom en Telenet. Theoretisch hebben de concurrenten van Belgacom en Telenet van de regulator dezelfde mogelijkheden meegekregen als hun Franse collega’s. Iliad betaalt 9,27 euro per maand om een lijn van de dominante operator te huren, in België kost dat 11,26 euro. “Dat kan de grote verschillen in retailprijs niet verklaren,” merkt Eric Van Heesvelde op. Toch stelt telecomanalist Joel Stradling van marktonderzoeker Current Analysis dat “de Belgische situatie het gevolg is van een gebrek aan concurrentie. En dat is dan weer het gevolg van ineffectieve marktregulering”. Belgacom moet tussenkomen om een lijn over te dragen aan een concurrent, aldus Stradling. “In zo’n geval moeten op hoog niveau beslissingen worden genomen om de zaken te laten vooruitgaan. Zo niet, gebruikt de historische operator vertragingstactieken. In Spanje neemt Telefónica zes weken om zo’n lijn om te schakelen. Vervolgens gebeurt dat niet goed, of zijn de facturen fout. Tegen die tijd is de alternatieve operator zijn klant kwijt.” En dat scenario is ook op België van toepassing, vindt hij.

In augustus nog loofde het BIPT dergelijke migraties als “noodzakelijk om de eindgebruikers van leverancier te kunnen laten veranderen, om dus de concurrentie te kunnen laten spelen en een druk op de prijzen te kunnen teweegbrengen.” Tegelijk bevestigde het BIPT dat Belgacom in totaal maximaal 18.000 lijnen per maand aan concurrenten moest overdragen.

4. Politici hebben belang bij status-quo. Dirk Saelens wil niet ingaan op de vraag waarom de regelgeving in gebreke blijft. Hij wijst erop dat het BIPT onafhankelijk is. Maar het is een feit dat de Belgische staat, als 50 %-plus-één-aandeelhouder, waakt over het sociaal passief van Belgacom en zich tegelijk royaal van de kas van Belgacom bedient, via dividenden en de terugkoop van aandelen (waardoor de staat zelf weer aandelen kan verkopen). Een extra complicatie in België was de precaire financiële situatie van Telenet in 2000-2002, nadat Telenet de gemeenten en Electrabel fors had betaald – op papier tenminste – voor het overnemen van hun kabelnetten. De intercommunales hadden tot voor de beursgang in oktober vorig jaar 43 % van Telenet, de Gimv 14,9 %. Vandaag hebben die samen nog altijd meer dan 25 %.

5. Geen interesse van nieuwkomers. Superwinsten trekken concurrenten aan, maar Dirk Saelens denkt dat de posities in België min of meer ingenomen zijn. Saelens: “Een operator start beter in een groot land als Frankrijk, waar je met 5 % marktaandeel al iets voorstelt. Bij ons moet je zeker 20 % halen om break-even te draaien. In een marktomgeving die openstaat voor alternatieve spelers is dat niet totaal onoverkomelijk. Maar dat hangt precies van de regelgeving af.” Joel Stradling lacht het argument weg dat België te klein is. “Ook de investeringen zijn er lager. Zodra de regulering zou werken, zouden nieuwkomers binnenstromen, interessante producten brengen en de prijzen omlaag halen.” Potentiële kandidaten zijn volgens hem Deutsche Telekom, Neuf Cegetel of Telecom Italia. Dat Scarlet op zoek is naar een overnemer, zoals algemeen wordt aangenomen, zou een opportuniteit zijn.

GEVOLG: GEBREK AAN INNOVATIE

Ondanks de hoge prijzen en dito winsten liggen de investeringen bij ons, op Duitsland na, het laagst in een staal van elf Europese landen, noteert de European Competitive Telecommunications Association, een organisatie van jonge operatoren. De technologische innovatie is – zacht uitgedrukt – bescheiden. Het snelle ADSL2+ is al twee jaar operationeel bij Iliad, maar pas op 10 juli van dit jaar in het referentieaanbod van Belgacom opgenomen (een voorwaarde voor introductie). VDSL, waarvoor Alcatel in 2004 door Belgacom als leverancier is gekozen, is nog geen blip op de radar. Achter de schermen heeft Belgacom wel al heel wat infrastructuur vernieuwd.

Concurrenten op de residentiële markt hebben vandaag minder dan 1 % van de lijnen volledig van Belgacom overgenomen. Doordat ze in het gros van de gevallen alleen maar de internetcapaciteit van Belgacom doorverkopen (zelfs in de gevallen waarin hun klant van Belgacom geen factuur meer ontvangt), kunnen ze zelf technisch niet vernieuwen. In België zullen we eerder productverbreding zien bij de bestaande operatoren, voorspelt Dirk Saelens, bijvoorbeeld door de bundeling van vaste en mobiel die Telenet nu start met Mobistar.

De Belgische consument moet zich ermee troosten dat tenminste kabeltelevisie in België goedkoop is. Voor de telecombedrijven geldt het omgekeerde. Wie in België televisie in telecom kan veranderen, verandert lood in goud.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content