Wat doet uw burgemeester met de enorme spaarpot van de gemeente?

De ene na de andere miljoenendeal passeert dezer dagen op de gemeenteraden. Maar geen burgemeester die nog kan volgen, en geen burgemeester die goed beseft op welke spaarpot hij zit. Hoeveel zit er echt in? En wat gebeurt er met dat fortuin?

De kassa rinkelt in uw stad- of gemeentehuis. De verkoop van Electrabel-aandelen aan Suez brengt 1 miljard euro in het laatje van het gros van de Belgische gemeenten. De verkoop van Telenet: 210 miljoen euro erbij. De verkoop van de helft van de publieke elektriciteitsproducent SPE: 390 miljoen extra. En de gemeenten zijn nog lang niet uitverkocht. De federale staat België mag dan nog tot over zijn oren in de schulden steken, uw burgemeester (en u als aandeelhouder van uw gemeente) zit op een stevige spaarpot van netto 69 miljard euro.

Maar hoeveel burgemeesters weten hoe rijk hun gemeente is? “Geen enkele,” reageert Jef Gabriëls, burgemeester van Genk en voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG). “De burgemeester van de modale gemeente staat er misschien niet bij stil, maar wij zouden als VVSG willen weten hoe vermogend we wel zijn.”

De Belgische gemeenten hebben nog belangen in zes beursgenoteerde bedrijven (zie kader: De gemeenten op de beurs), ze beheren miljardenbelangen in de intercommunales, en ze beschikken over een rijk patrimonium aan gronden, gebouwen en wegen. In totaal zijn die activa 50 miljard euro waard, zo staat het althans in de boekhouding van 2003 ingeschreven. Dat is gemiddeld bijna 5000 euro per inwoner.

En op die activa rust geen zware hypotheek. De Belgische gemeenten moeten amper 15,4 miljard euro aan hun schuldeisers. Er blijft dus een eigen vermogen over van 34 miljard euro (of twee derde van het balanstotaal). De gemeenten zijn daarmee het rijkste overheidsechelon, al hebben ze in het Belgische bestel relatief weinig in de pap te brokken.

Rijker dan u denkt

Het spaarvarken van de lokale overheden is zelfs vetter dan de boeken laten vermoeden. De gemeentebalansen zijn immers gespekt met een pak verborgen meerwaardes of stille reserves. Trends telde in het kluwen van de gemeentelijke belangen zo goed en zo kwaad als het kon de economische waarde van de activa op en kwam uit op ongeveer 84 miljard euro, of netto 69 miljard euro. “Het is belangrijk dat de gemeenten weten hoe diep hun zakken zijn,” vindt Wim Moesen, professor Openbare Financiën aan de KU Leuven. “Want overtollig opgepot belastinggeld moet ofwel worden besteed aan publieke voorzieningen, ofwel worden terugbetaald aan de lokale belastingbetaler.”

De deals van de jongste maanden gaven een deel van die stille reserves al hun juiste weerklank. “Het is decennia geleden dat er zoveel transacties het gemeentelijk vermogen door elkaar schudden. Wat we nu meemaken, gebeurt eens om de dertig jaar,” zegt Jan Pszeniczko, voorzitter van Gefin, de koepel van financieringsintercommunales die optreedt als de financieel adviseer van de gemeentebesturen. Er is niet alleen het bod van Suez op Electrabel, de beursgang van Telenet en de gedeeltelijke verkoop van de publieke elektriciteitsproducent SPE. Er is ook een miljardengeschuif aan de gang in de energie-intercommunales en er liggen nog meer deals op de onderhandelingstafel (zie kader: Belangrijke deals).

“Voor een individuele mandataris wordt het stilaan moeilijk om te volgen,” zegt Jan Leroy. “Niemand heeft het ultieme overzicht. Bovendien heerst de indruk dat de direct betrokkenen niet echt moeite doen om de finesses van de participaties open en bloot te communiceren, ook al gaat het om investeringen met gemeenschapsgeld. We willen met een onafhankelijke partner een grondige inventaris maken van de gemeentelijke belangen, die elke gemeente moet toelaten om met een muisklik zijn individuele vermogensstaat op te vragen.”

Uitgeven of herbeleggen?

De verleiding is groot om het geld dat in het laatje kwam, te gebruiken om de jaarlijkse begroting te spijzen of te spenderen aan witte olifanten. De federale regering geeft al jaren het slechte voorbeeld door de begroting met eenmalige kunstgrepen uit de rode cijfers te houden. Ook de gemeenten staan voor moeilijke begrotingsjaren. De liberalisering van de energiemarkt neemt een hap uit de inkomsten en ook de lagere inkomstenbelasting snijdt via de opcentiemen in het vlees van de gemeenten. De studiedienst van Dexia berekende dat de koopkracht van de inkomsten van de gemeenten dit jaar met amper 1 % stijgt, historisch zeer zwak. En er komen verkiezingen aan, dan geven de regerende coalities altijd wat meer uit om de kiezers milder te stemmen.

Voor 2006 dreigt een gat van 800 miljoen euro. Voormalig minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP.A) vroeg de gemeenten op de uitgavenrem te staan, om het begrotingsevenwicht van de gezamenlijke overheid niet in het gedrang te brengen. Die eis schoot in het verkeerde keelgat van de gemeenten. Jef Gabriëls: “We hebben in het verleden een enorme bijdrage geleverd, zodat België de Maastrichtnorm kon halen. De gemeenten zijn bovendien goed voor 50 % van de overheidsinvesteringen en slechts 5 % van de schuld. Wij hebben dus enorm geïnvesteerd in de goede naam van België. De uitspraak van de minister was ongelukkig. Wij moeten juist wat meer investeren, verkiezingen of geen verkiezingen.”

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen (VLD) stuurde een omzendbrief rond om de extraatjes bij voorkeur te besteden aan schuldafbouw, en grotere participaties in Elia, Fluxys en de distributie-intercommunales. Dat is ook de consensus bij de Vlaamse gemeenten.

Het onverkoopbare stadhuis

“Een goede investering ligt ook in de uitbouw van de gemeentelijke pensioenfondsen,” stipt Moesen aan. “Ze kunnen mits een goede risicospreiding een hoger rendement verzekeren én bereiden de gemeenten voor op de snel stijgende pensioenlasten van het personeel. De gemeentelijke ambtenaren die in de gouden jaren zestig en tijdens het tewerkstellingsbeleid in de periode 1975-1985 massaal zijn aangeworven, bereiken meer en meer de pensioenleeftijd.”

Het vermogen van de gemeenten is in elk geval een buffer om tegenvallers op te vangen. De commissie voor de inventarisatie van het vermogen van de staat schat de waarde van de gemeentelijke activa op 68,5 miljard euro. Al zijn het stadhuis van Antwerpen, het Gentse belfort of het gemeentelijke wegennet natuurlijk niet meteen de meest verhandelbare activa. Zegt Hugo Vermeulen, waarnemend stadsontvanger van Antwerpen: “Ik geef er de voorkeur aan alleen het verkoopbare in de balans op te nemen, en van de rest alleen de kosten en de eventuele opbrengsten. De verhouding activa tegenover schulden van een gemeente lijkt nu fantastisch, maar is absoluut niet reëel.”

Enkele gemeenten probeerden eerder toch al om munt te slaan uit hun rioolstelsel via een cross-border lease aan Amerikaanse investeerders. De formule is echter teruggefloten door de Amerikaanse fiscus.

Maar ook die waardering van 68,5 miljard euro is nog een onderschatting. Vooral in de financieel vaste activa zit een pak méér verborgen dan de 5 miljard euro die nu in de boeken is ingeschreven. En de beursgenoteerde belangen zijn 3 miljard euro waard. Tel daarbij de waarde van de intercommunales, die conservatief geschat 17 miljard euro waard zijn, al hoort een deel van deze koek aan de private partner. We komen in totaal uit op 84 miljard euro aan gemeentelijke activa.

De schatkamers van de gemeenten

De gemeentelijke financiële belangen in de bedrijven en intercommunales liggen opgeborgen in kluizen met namen als de Gemeentelijke Holding, Publi-T, Publigas, Gefin, en een waslijst van acroniemen en warrige samentrekkingen die de meer dan 200 gemengde en zuivere intercommunales benoemen. De intercommunales zijn actief in de verdeling van elektriciteit, gas, water, kabel, en afvalverwerking, streekontwikkeling, ziekenhuizen, recreatie of crematoria, en hun bekendheid is omgekeerd evenredig met hun maatschappelijk belang en hun grote rol in de economie. “De intercommunales horen bij Belgiës best bewaarde geheimen,” meent Wim Moesen, die net een studie klaar heeft met als titel Roergangers zonder peillood – Over het valoriseren van intercommunales (zie kader: Intercommunales, de buitenbeentjes van de economie).

De intercommunales draaien allemaal rond activiteiten waarbij het gemeentelijke patrimonium nodig is. “Het spreekt daarom voor zich dat de gemeenten ook van de baten mogen genieten. Zo kunnen we er ook op toezien dat de sociale- dienstverplichting gerespecteerd wordt,” zegt Martin Verschelde, secretaris-generaal van Intermixt, dat de gemengde intercommunales overkoepelt. Het gaat om de intercommunales die in zee zijn gegaan met een private partner (vrijwel altijd Electrabel). De gemeenten hebben een gemiddeld belang van 45 à 46 % in de gemengde intercommunales, maar dat kan sterk verschillen van gemeente tot gemeente. Ongeveer twee derde van de gemeenten zit in een gemengde intercommunale. Het andere derde van de Belgische gemeenten doet het op eigen kracht via zuivere intercommunales.

De energie-intercommunales, die elektriciteit en gas verdelen, zijn zonder meer de rijkste intercommunales. Aandeelhoudersactivist Knight Vincke schat de waarde van de gemengde energie-intercommunales op 15 à 18 miljard euro. “De waarde is eerder 9 à 10 miljard euro,” corrigeert Martin Verschelde, die zich baseert op de Regulated Asset Base (RAB) die de CREG voor de energie-intercommunales bepaalde. De RAB is belangrijk, want bepalend voor de distributietarieven, die tot 40 % van de elektriciteitsprijs uitmaken. De RAB is gebaseerd op de economische vervangingswaarde van de distributienetten. De tarieven worden zo bepaald, dat de netbeheerders een jaarlijkse return van 5,8 % verdienen op die RAB.

De RAB voor de zuivere energie-intercommunales ligt in dezelfde lijn als de gemengde sector en mag op 5 miljard euro geschat worden. Ter vergelijking: de zuivere energie-intercommunales boekten in 2004 een nettowinst van 290 miljoen euro in elektriciteit en 56 miljoen euro in aardgas. Tegen de huidige koers-winstverhouding van 14 geeft dat een hypothetische beurswaarde van 4,8 miljard euro.

Er zit een addertje onder het gras voor de verbruiker: hij betaalt een tweede keer voor het distributienet. Want deze netten mogen op kosten van de verbruiker worden afgeschreven, en omdat deze netten via de RAB (belastingvrij) geherwaardeerd worden, betaalt de verbruiker dus gedeeltelijk een tweede keer voor dezelfde netten. Verschelde vindt de tarieven niet te hoog: “Bij lagere tarieven kunnen we niet meer investeren.” De RAB was ook het ijkpunt voor de belangrijke miljardendeals die de gemeenten en Electrabel gesloten hebben rond de ontrafeling van de gemengde energie-intercommunales. De gemeentelijke onderhandelaars met Suez zijn Daniël Termont (schepen van Gent, SP.A), Serge Grysolle (schepen van Aalst, VLD) en Jos Ansoms (voorzitter Intermixt, burgemeester van Wuustwezel, CD&V). Elke politieke familie zit dus aan de onderhandelingstafel.

Daan Killemaes

De GEMEENTEkassa RINKELT:

l Verkoop Electrabel-aandelen:

1 miljard euro.

l Verkoop Telenet:

210 miljoen euro.

l Verkoop helft SPE:

390 miljoen euro.

l Totale spaarpot:

69 miljard euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content