Wachten op de vraag

De combinatie van de Chinese groeivertraging en de uitbreiding van het grondstoffenaanbod luidt het einde van de hoge grondstoffenprijzen in. Toch is dat geen drama voor de sector.

De Chinese groei vertraagt. De groei met 7,4 procent in het derde kwartaal lag in de lijn van de verwachtingen, maar de vooruitzichten voor de eerste twee kwartalen werden telkens naar beneden bijgesteld – die voor het eerste kwartaal zelfs van 6,8 naar 6,1 procent. Zo’n groei is een droom voor de westerse economieën, maar voor China is het een duidelijke stagnering tegenover 2010, toen het bruto binnenlands product van het land nog vooruitging met 12 procent. Dat jaar profiteerde de Chinese economie volop van de overheidsinvesteringen in grote – maar vaak nutteloze – infrastructuurprojecten, die werden gefinancierd met goedkope leningen van de Chinese overheidsbanken en de verkoop van bouwgronden. Maar dat verhaal loopt op zijn einde. De vastgoedboom koelt af en heel wat lokale overheden hebben het geld niet meer om te investeren. Bovendien is er in het buitenland minder vraag naar Chinese producten door de recessie in Europa – China’s grootste klant – en de slabakkende conjunctuur in de Verenigde Staten.

Nieuwe supercyclus

De evolutie van de grondstoffenprijzen wordt traditioneel gekenmerkt door elkaar afwisselende cycli. Het vergt heel wat jaren om nieuwe mijnen op te starten. Als de vraag naar grondstoffen toeneemt, kan het aanbod zich niet meteen aanpassen, zodat de prijzen stijgen. De mijnbouwgroepen halen daardoor recordwinsten binnen. Daarmee kunnen ze investeringen doen om nieuwe capaciteit te ontwikkelen, maar wanneer die op kruissnelheid komt, is de vraag meestal al teruggevallen, waardoor de prijzen ineenzakken. Daarna begint een nieuwe cyclus zodra de vraag weer stijgt. Volgens de legendarische grondstoffenbelegger Jim Rogers duren de cycli in de grondstoffensector gemiddeld zestien jaar.

De opkomst van China heeft aan het einde van de jaren negentig een nieuwe supercyclus met recordprijzen op gang gebracht. De industrialisatie en de vastgoed- en infrastructuurgolf in het land stuwden de vraag naar staal jaarlijks met 15 à 20 procent omhoog. Dit jaar zou de vraag naar staal maar met enkele procenten stijgen. De groeivertraging in China – de op een na grootste economie ter wereld – heeft de prijs van ijzererts en cokes, de grondstoffen voor de productie van staal, doen terugvallen. China neemt de helft van de wereldwijde staalproductie voor zijn rekening. Het produceert zeven keer meer staal dan de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk samen – de oude wereldleiders in dat segment. 65 procent van de wereldwijde export van ijzererts gaat naar China.

De zeepbeljaren

Door de hoge grondstoffenprijzen van de voorbije jaren zit een recordaantal investeringen in nieuwe mijncapaciteit in de pijplijn. In Australië alleen al zijn voor 200 miljard euro aan nieuwe mijnbouwprojecten gepland. Het land stuurt een kwart van zijn uitvoer naar China, met als belangrijkste exportproduct ijzererts.

De vele projecten hebben lange wachttijden doen ontstaan bij de toeleveranciers. De leveringstermijn voor een nieuwe mijnbouwmachine was tot voor kort bijvoorbeeld opgelopen tot meerdere jaren. Die situatie is drastisch veranderd. In Australië zijn enkele grote projecten geschrapt en de leveringstermijn van nieuwe mijnbouwmachines is teruggevallen naar enkele maanden. Doug Oberhelman, de CEO van Caterpillar, de Amerikaanse wereldleider in machines voor de bouw- en de mijnbouwsector, noemde de voorbije jaren onlangs “een zeepbel”. Hij verlaagde de winstvooruitzichten van zijn bedrijf voor 2015 van 15 à 20 dollar per aandeel naar 12 à 18 dollar per aandeel. Concurrent Joy Global kondigde aan dat het 25 procent minder orders had ontvangen in het tweede kwartaal van dit jaar tegenover dezelfde periode in 2011.

Geen ramp

De combinatie van de Chinese groeivertraging en de nieuwe investeringen die het aanbod de komende jaren vergroten, luidt het einde van de hoge grondstoffenprijzen in. Dat lijkt rampzalig voor de mijnbouwsector, maar uiteindelijk zal de vraag naar grondstoffen binnen enkele jaren nog altijd structureel hoger liggen dan aan het einde van de jaren negentig. Een nieuw geïndustrialiseerd land zoals China zal grondstoffen blijven verbruiken, en er zal ook vraag komen uit opkomende landen als India en Indonesië. Het hogere aanbod zal klanten vinden, al zal dat niet meer tegen de hoge prijzen van het midden van de jaren 2000 zijn.

Ook voor Australië zijn de lagere grondstoffenprijzen geen ramp. Door de vele investeringen kan het meer grondstoffen exporteren, wat de prijsdaling compenseert. Voor het zuidoosten van het land is het einde van de grondstoffenboom goed nieuws. Vooral het westen van Australië – Perth en omstreken – heeft geprofiteerd van de groei, terwijl de economie van het zuidoosten vooral werd geconfronteerd met negatieve gevolgen: de dure Australische dollar en hoge rentevoeten. Bedrijven in Sydney en Melbourne zullen opgelucht ademhalen als de Australische dollar opnieuw goedkoper wordt en de rentevoet zakt.

Goedkopere munt

De nieuwe fase in de grondstoffencyclus betekent voor beleggers dat ze niet meer kunnen speculeren op scherpe prijsstijgingen. De mijnbouwgroepen zullen de komende jaren nog hoge winsten boeken en daarna profiteren van hun hogere productie door de investeringen die ze hebben gedaan. De slachtoffers van die evolutie zullen vooral de toeleveranciers van de mijnbouwsector zijn, zoals Caterpillar. Maar voor die bedrijven kan de heropleving van de Amerikaanse bouwsector de lagere vraag naar mijnbouwmachines compenseren.

De grondstoffenmunten – en dan vooral de Australische dollar – dreigen ook te verzwakken. De Australische centrale bank heeft haar rente al verlaagd en ze zal dat blijven doen naarmate de grondstoffenboom afzwakt en de inflatiedreiging in het land wegdeemstert. Een voordeel van Australië is zijn gediversifieerde economie. Als de grondstoffensector terugvalt naar een hoog, maar niet excessief niveau, kan de rest van de economie profiteren van de goedkopere munt en de lagere rente. Voor een land als Brazilië, dat meer afhankelijk is van zijn grondstoffensector, is dat een heel ander verhaal.

MATHIAS NUTTIN

Door de hoge grondstoffenprijzen van de voorbije jaren zit een recordaantal investeringen in nieuwe mijncapaciteit in de pijplijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content