Waarom Tapie & co. in België wonen

Geen vermogensbelasting, geen belasting op de meerwaarde en geen successierechten: voor Franse nouveaux riches, erfgenamen en renteniers is België een waar belastingparadijs. Wie zijn deze ‘ballingen’ en waar houden ze zich schuil?

Ghislain Prouvost is hier niet komen wonen voor de schoonheid van onze hoofdstad. Hij maakt deel uit van het kransje Franse zakenlui dat wordt aangetrokken door het Belgische belastingstelsel: geen vermogensbelasting, geen belasting op de meerwaarde (behalve bij speculatie of bij overdracht van een aanzienlijk pakket aandelen aan iemand die niet in België woont), een zeer lage belasting op kapitaalopbrengsten (met wettelijke achterpoortjes via de roerende voorheffing) en een eenvoudige overdracht van het vermogen aan de kinderen via een eenvoudige handgift.

“België voorstellen als een fiscaal paradijs lijkt misschien overdreven, maar op de zon en wat palmbomen na, komt het voor erfgenamen en renteniers toch erg dicht in de buurt,” vertelt Muriel Igalson van de Brusselse advocatenvereniging Afschrift.

Chic volk

Martine Aubry, de burgemeester van Rijsel, noemt deze rijkelui met enig misprijzen “de nieuwe immigranten van Koblenz”. Met hoeveel deze fiscale ballingen, zijn is een raadsel. “We lopen elkaar hier voor de voeten,” vertelt Lotfi Belhassine ons al lachend vanuit zijn luie zetel op het terras van zijn woning in Vorst, die tegelijk de maatschappelijke zetel is van LibertyTV.com, waarvan hij directeur en oprichter is. Nadat hij van de dienst vermogensbelasting een zeer onaangename rekening kreeg gepresenteerd na de verkoop van twee bedrijven die hij in Frankrijk had opgericht (de verkoop van Aquarius aan Club Med en die van Air Liberté aan British Airways), besloot deze zakenman van Tunesische afkomst in 1997 zijn intrek te nemen in Brussel. Sindsdien speelt hij hier gids voor zijn landgenoten. “Er komen voortdurend nieuwe mensen aan en ik stel hen voor aan mijn Belgische vrienden.” En daarbij vergelijkt hij België met de Kaaimaneilanden… zonder de eilanden uiteraard.

Onlangs schatte Business Week (1) dat er zo’n 5000 fiscale immigranten uit Frankrijk in ons land zouden verblijven. Voor de Franse overheid gaat het om minder dan duizend gezinnen, die zich komen vestigen in Brussel (dat vooral in trek is bij de Parijzenaars) en de streek rond Doornik (waar we vooral personen uit Noord-Frankrijk aantreffen). Alleen chic volk uiteraard: Paul-Louis Halley (ex- Promodès), Marc Grossman (Celio), Michel Leclercq (Decathlon), een hele reeks personen van de familie Mulliez (Auchan), Bruno Bich (Bic), Bernard Darty en zijn twee broers ( Darty), een handvol Deforreys en Fourniers (Carrefour) en natuurlijk niet te vergeten Bernard Tapie ( Olympique de Marseille), die in de loop van vorig jaar officieel naar Brussel verhuisde. De slimsten beschikken over een professioneel alibi. Paul-Louis Halley, die samen met zijn familie 12% van de keten Carrefour in handen heeft en onlangs een prachtige villa kocht in Ukkel, verschuilt zich achter zijn functie als directeur van Eurocommerce, een Europees lobbygenootschap dat actief is in de distributiesector. De grootste kamikazes zijn de fictieve ballingen. Zo heeft Bernard Tapie zich in het bevolkingsregister van Elsene ingeschreven zonder zijn echtgenote.

“Wij raden onze klanten altijd aan écht te verhuizen. Het is beter open kaart te spelen,” vindt René Philips, belastingconsulent en partner bij KPMG. Een verhuizing met de hele familie lijkt zich bovendien des te meer op te dringen wanneer er een erfopvolging in het spel is: voor een gift van hand tot hand, waarop geen successierechten meer van toepassing zijn op voorwaarde dat de schenker nog ten minste drie jaar leeft na het overdragen van zijn vermogen, moet de begunstigde niet in België wonen, maar het is wel een voordeel. Want wanneer hij in Frankrijk woont, zal het vermogen dat hij ontvangt opnieuw worden onderworpen aan de vermogensbelasting.

Bruno Bonduelle is voorzitter van de raad van toezicht van de groep Bonduelle (diepvriesgroenten en groenten in blik) en ondervoorzitter van de Kamer van Koophandel en Industrie van Rijsel-Metropool. Lange tijd heeft hij de ‘vluchtelingen’ hun gebrek aan burgerzin verweten, maar hij begint toch stilaan zijn mening te herzien. “Ik kan ze geen ongelijk meer geven omdat het Franse belastingsysteem overdreven streng is. En het zijn vooral ideologische redenen die hier spelen. De socialisten hebben de extra stemmen van de communisten nodig en dat verklaart de hele situatie. De rijken vertrekken met al hun geld en komen niet meer terug. Ik ken honderden Fransen die zich in de buurt van Doornik of Kortrijk zijn gaan vestigen: zij hebben het daar perfect naar hun zin en denken er niet meer aan terug te keren.”

Hun vertrek wordt vaak ervaren als een opgestoken middelvinger in de richting van de Franse Staat. “Eerst moeten de zakenlui dertig of veertig jaar knokken in een omgeving die het bedrijfsleven helemaal niet gunstig gezind is, en wanneer ze dan van hun vrijheid willen genieten, worden ze nog een laatste keer gestraft. Niet te verwonderen dat zij die hele situatie als onrechtvaardig ervaren,” stelt een Franse waarnemer.

Gouden driehoek

De Franse media spreken maar al te graag over deze ‘luxeballingen’, die zich op zulke momenten angstvallig stilhouden omdat de belastingcontroleurs niet zelden een onderzoek openen naar aanleiding van een artikel in de pers. Telefoonfacturen, elektriciteitsrekeningen, huurcontracten, treintickets: alles wordt grondig onder de loep genomen. Daarom ook dat deze Brusselse vermogensbeheerder, die anoniem wenst te blijven, ons vertelt dat hij nooit zijn agenda of adresboek meeneemt wanneer hij voor zaken naar Frankrijk gaat. “De algemene directie van de Dienst Belastingen in Parijs volgt nauwlettend het spoor van belastingplichtigen die een solidariteitsbelasting moeten betalen op hun vermogen (1,8% op vermogens groter dan 100 miljoen Franse franc) of die trachten de belasting op de meerwaarde (26%) te ontlopen. De dienst heeft becijferd dat de rijken die Frankrijk ruilen voor België een gemiddeld vermogen bezitten van 186 miljoen frank of 4,6 miljoen euro (2) _ tegenover 600 miljoen frank of 14,8 miljoen euro voor zij die Zwitserland verkiezen. Maar tegelijk geven ze toe dat ze niet over voldoende gegevens beschikken om de ware omvang van het fenomeen correct in te schatten.” Na de renteniers, die zich over geld geen zorgen meer hoeven te maken, volgden de jonge ondernemers die zich uit de voeten willen maken voor ze hun vermogen van de hand doen.

Op basis van verschillende getuigenissen van bankiers, notarissen en financiële experts, heeft een groep Franse senatoren (3) berekend dat er jaarlijks zo’n 300 tot 600 miljard frank (7,4 miljard tot 14,8 miljard euro) aan vermogens wegvloeit sinds de regering- Juppé de bovengrens voor de vermogensbelasting in 1996 heeft afgeschaft. Dat was de druppel die de emmer heeft doen overlopen.

“Het is best begrijpelijk dat men naar verhouding wordt belast op zijn vermogen, maar het is de manier waarop alles gebeurt die ons tegen de borst stuit,” stelt Denis Payre, medeoprichter van de start-up Business Objects, de eerste Franse onderneming die op de Nasdaq genoteerd werd. “Op 31 december was het voor mij telkens weer Russische roulette en afhankelijk van de beursnoteringen en wisselkoersen betaalde ik meer of minder belastingen. Ik had mijn meerwaarden nog niet te gelde gemaakt, maar mijn vermogen, dat trouwens vrij onstabiel was, werd als liquide beschouwd en dus ook als dusdanig belast. Dat kwam in mijn geval neer op een logeerbelasting van minstens 1000 euro per dag.”

Denis Payre heeft voor Brussel gekozen wegens het internationale en tegelijk ook menselijke karakter van de stad. Sinds enkele maanden houdt hij zich bezig met Kiala, een onderneming die pakketten van postorderbedrijven aflevert. Zo creëert hij in ons land een economische waarde en nieuwe banen.

Naast Brussel zijn Londen en Genève de bestemmingen die door deze fiscale ballingen het meest worden geapprecieerd. Monaco valt uit de boot omdat het zo gevaarlijk dichtbij ligt. “Het is zeker niet ondenkbaar dat de politie eens langskomt of dat uw vuilnis wordt onderzocht,” waarschuwt Muriel Igalson.

Voor hij zijn definitieve keuze maakte, heeft Lotfi Belhassine samen met zijn vrouw een paar dagen doorgebracht in elk van de drie steden, om er een eerste indruk op te doen. “Hier voel ik me goed,” is zijn eenvoudige commentaar. Voor wie echt niet kan beslissen, worden er seminaries georganiseerd over het kiezen van een nieuwe woonplaats. Tegenover Londen heeft Brussel voor de Fransen het voordeel dat men er hun taal spreekt en dat het dichtbij hun vaderland ligt. Bovendien is het leven in Brussel ook aanzienlijk minder duur. In Genève is het dan weer moeilijker zich te domiciliëren, liggen de vastgoedprijzen een stuk hoger en is het minder gunstig om een nieuwe business op te starten.

“We hebben zowel op fiscaal als op niet-fiscaal vlak meer te bieden en mijn lange ervaring in het vak heeft me geleerd dat het de niet-fiscale elementen zijn die een doorslaggevende rol spelen bij het maken van een keuze,” vertelt René Philips.

Avenue Louise

Deze kleine gemeenschap vertoont een vrij sterke kuddegeest. “We verenigen ons hier zoals we dat ook in bijvoorbeeld Zimbabwe of Californië zouden doen,” vertelt Denis Payre. Het zijn meestal de vrouwen, die vaak niet werken, die de eerste contacten tot stand brengen. De Fransen hebben zo hun gewoonten: in Brussel tref je ze vaak aan op de Zavel, het Sint-Katelijneplein of Fort Jaco. Ook zij die een woning kopen, hebben een voorliefde voor bepaalde straten en wijken: Ukkel en het chique Elsene (de Louisalaan en de Molièrelaan _ ongetwijfeld omdat die naam een belletje doet rinkelen, lacht een Brusselse waarnemer) zijn zonder meer erg in trek. De prijzen rijzen de pan uit, zoals dat ook al gebeurde op het eind van de jaren tachtig, toen de markt werd overspoeld door de Zweden.

“De waarde van het vastgoed is vandaag het resultaat van een economische realiteit en niet het gevolg van speculaties,” stelt Jean Corman, gedelegeerd bestuurder bij Victoire Properties, dat gespecialiseerd is in vastgoed uit de hogere prijsklasse.

Uitermate geliefd zijn gebouwen in een park of grote bouwgronden, zodat men zijn privacy kan behouden. Maar die zijn zeldzaam en dus duur. “Voor deze bevolkingsgroep speelt prijs evenwel geen rol,” zegt een expert. “Dankzij de fiscale voordelen die ze hier in België genieten, hebben ze die er zo weer uitgehaald.”

Het ijzeren gordijn dat de Franse fiscus heeft opgetrokken (sinds januari 1999 moeten belastingbetalers voor ze Frankrijk vaarwel zeggen een provisie betalen op de eventuele meerwaarde die ze later zouden kunnen verkrijgen uit de verkoop van hun activa) heeft het vuur bij mogelijke fiscale ballingen toch wat gedoofd. Het aantal aanvragen voor een fiscale decharge, de noodzakelijke sleutel tot het paradijs, lijkt duidelijk af te nemen, maar pessimisten menen dat de grootste vogels toch al gevlogen zijn. Niets aan te doen. En ook niet erg, want René Philips heeft al een nieuwe tendens opgemerkt: “Vandaag beginnen de Duitsers belangstelling te tonen voor België.”

B. BodsonPh. TombergChantal Samson

Ph. Tomberg

Chantal Samson

(1) Business Week, 23 juli 2001.

(2) Nota van de DGI over de verhuizing van belastingbetalers, natuurlijke personen, van 1997 tot 1999.

(3) Informatieverslag van de Franse Senaat, juni 2001.

Naar schatting verblijven er zo’n 5000 fiscale immigranten uit Frankrijk in ons land.

De rijken die Frankrijk ruilen voor België bezitten een gemiddeld vermogen van 186 miljoen frank.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content