Waarom mag een brasserie geen frieten serveren?

De regering vereenvoudigt en slankt de vestigingswet af. Acht beroepen zijn niet meer beschermd. Een moeilijke evenwichtsoefening tussen bescherming van de consument en protectionisme.

Iemand die houten ramen plaatst, is onderworpen aan de vestigingswet. Hij (of zij) moet naast een attest Bedrijfsbeheer een opleiding volgen of gelijkwaardige ervaring kunnen voorleggen. Maar iemand die ramen uit pvc of aluminium plaatst, moet dat niet. Want dat soort ramen bestond niet toen in 1958 de vestigingswet geschreven werd. Door de jaren heen werd de wet aangevuld en strenger (zie kader: Van De-grelle tot Eyskens). Zo waren er tot voor kort 42 beroepen beschermd.

Eind 2004 besliste de regering dat de vestigingswet aangepast zou worden. “Ik heb drie doeleinden: vereenvoudiging, modernisering en versoepeling,” zegt Sabine Laruelle (MR), minister van Middenstand en Landbouw. Is het milieu of de volksgezondheid in gevaar? Heeft de aankoop van een bepaald goed of dienst een zware impact op de consument? Dat waren de vragen die gesteld werden bij de beoordeling van de 42 beroepen. De regering oordeelde dat voor elf beroepen een bescherming niet meer nodig was. De beroepsverenigingen kregen de kans om tegenargumenten te formuleren. Uiteindelijk werden er acht beroepen geschrapt: molenaar, handelaar in inlandse granen, kleinhandelaar in vaste brandstoffen, fotograaf, handelaar in foerage en stro, horlogemaker-hersteller, kleinhandelaar in vloeibare brandstoffen en wasser. Drie beroepen werden niet geschrapt, onder andere de begrafenisondernemers. “Zij hadden goede argumenten en die hebben we gevolgd,” zegt Sabine Laruelle.

Wel of geen vol-au-vent?

“Het is de eerste keer dat de vestigingswet wordt versoepeld. Dat is historisch, maar de afbouw verloopt moeizaam,” weet Vincent Van Quickenborne (VLD), staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging. “Het is de verdienste van collega Laruelle dat ze gedurfd heeft dit te doen. Maar ik denk niet dat het voldoende is. Als VLD’er zeg ik dat we verder moeten gaan in de versoepeling en vereenvoudiging. Dat zal in ons verkiezingsprogramma staan.”

Van Quickenborne – die niet bevoegd is voor dit dossier, beklemtoont Laruelle – vindt dat er voor een regeling van bouwberoepen iets te zeggen valt, maar voor kappers dan weer niet. “De wet verplicht zelfs niet dat degenen die knippen effectief een kappersdiploma moeten hebben. Het volstaat dat de meewerkende echtgenote zo’n diploma heeft. Bovendien zegt de beroepsorganisatie dat de schaar gevaarlijk is en dat het gebruik ervan een verplichte opleiding vraagt,” zegt Van Quickenborne. “Als de schaar zo gevaarlijk is, vraagt men beter een wapenvergunning aan. Het is de klant die best weet of iemand kan knippen, niet de wet. In de horeca bestaat een nog absurdere situatie. De frietkraamuitbaters mogen frieten bakken, maar geen vol-au-vent verkopen. De brasserieën mogen vol-au-vent serveren, maar geen frieten. En de restaurants mogen alles als ze een gediplomeerde kok hebben. Op die manier wordt de concurrentie tussen de segmenten uitgeschakeld en dat is precies wat men gewild heeft.”

Na de afschaffing van acht beroepen, nadert nu de tweede fase van de hervorming haar eind. De 34 resterende beroepen worden ingedeeld in vier clusters: bouw, personenverzorging, voertuigen en voeding (zie tabel: De 34 beschermde beroepen). In deze beroepen zijn momenteel 195.000 mensen actief en in 2005 waren er 16.820 starters. Bovendien werd een aantal beroepen samengevoegd: er zijn nu nog slechts negen bouwberoepen in plaats van achttien. Voor elke cluster wordt een gemeenschappelijke basiskennis vereist en die voorwaarde wordt aangevuld met een specifieke kennis voor elk beroep. Ook wordt de specifieke kennis gemoderniseerd en afgeslankt.

Voor de eerste drie clusters is er een KB en heeft de Raad van State al een advies gegeven met nauwelijks opmerkingen. “We kunnen de nieuwe regeling laten ingaan vanaf het schooljaar 2007-2008,” zegt Laruelle. “Voor de cluster voeding is er nog discussie met de sector. Ik hoop echter ook dit KB nog te kunnen regelen tijdens deze legislatuur. Bij de horeca is het probleem vooral de afbakening tussen de verschillende gelegenheden.”

Het derde luik van de hervorming is de modernisering van het attest bedrijfsbeheer. Het attest kan gehaald worden mits een opleiding van twee maanden (dat was tot voor kort drie maanden). “Nu moet men soms maanden wachten op een opleiding,” zegt Laruelle. “Er moet elke maand een examen zijn. Het moet ook online afgelegd kunnen worden. Ook dit moet nog gebeuren voor het einde van de legislatuur.”

Protectionisme?

De criticasters van de vestigingsvoorwaarden argumenteren dat ze meer administratieve rompslomp met zich meebrengen en dat ze in de eerste plaats dienen als protectionistische bescherming van degenen die het beroep al uitoefenen. De voorstanders zeggen dat ze vooral de hoge kosten van faillissementen vermijden. “Uit Belgisch en Nederlands onderzoek blijkt dat 66 % van de faillissementen voorkomen had kunnen worden als er meer opleiding was geweest,” zegt Gijs Kooken, juridisch adviseur bij Unizo.

In Nederland is de vestigingswetgeving afgeschaft in 2001. “Dat heeft geleid tot veel meer faillissementen,” stipt Kooken aan. “Wat is het beste? 1000 starters en 500 faillissementen of 700 starters en 200 faillissementen? De interesse voor onderwijs is ook weggevallen in Nederland. Er zijn nu nog maar enkele privé-instellingen die dure cursussen geven. Er zijn ook private kwaliteitslabels ingevoerd ter vervanging van de vestigingswetgeving. Dat geeft veel meer kosten.”

Protectionisme is waarschijnlijk de gevoeligste kritiek. “Men moet toch verder kijken,” zegt Gijs Kooken. “De vestigingswet is in de eerste plaats een kwaliteitsgarantie voor de consument. Als je de cowboys toelaat, dan wordt het een ramp.”

“Toen we de fotografen hebben geschrapt, klaagden ze dat ze daardoor meer concurrentie krijgen,” zegt Sabine Laruelle. “Dat is protectionisme. Minder concurrentie is niet het doel van deze maatregel.” Het kan Unizo niet overtuigen. “Wij krijgen wekelijks mails van fotografen die klagen dat scholen met mensen werken die foto’s in hun vrije tijd maken, en die onder de prijs en in het zwart werken,” zegt Karel Van Eetvelt, gedelegeerd bestuurder van Unizo.

Om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van de geschrapte beroepen, wordt de titelbescherming ingevoerd. Iedereen mag zich professioneel vestigen om foto’s te maken, maar niet iedereen mag de titel fotograaf dragen. De wet is net gepubliceerd en vanaf 15 december 2006 kunnen de sectoren een aanvraag doen. Er zijn al acht beroepen die een aanvraag overwegen: horlogemakers, osteopaten, interieurarchitecten, landschapsarchitecten, experts, fotografen, vastgoedschatters en herstellers van kunstwerken.

Creatieve destructie

Wetenschappelijke bezwaren tegen de vestigingswet komen van Johan Lambrecht, directeur van het Studiecentrum voor Ondernemerschap van Ehsal en KU Brussel. “In België hapert de draaideur van stopzettingen en toetredingen van bedrijven door de vestigingswet,” zegt Lambrecht, die een studie heeft gemaakt over de vestigingswet. Volgens hem is de som van oprichtingen en faillissementen een indicator van de bedrijfsdynamiek. Door beperkingen tot de toegang in te bouwen, daalt die dynamiek.

Het faillissementsargument van de voorstanders maakt geen indruk op Lambrecht. Meer stopzettingen leiden tot meer toetredingen, beweert hij. Dat is de idee van de creatieve destructie van Joseph Schumpeter. De nieuwkomers duwen oudere, minder innovatieve bedrijven uit de markt. Hoe meer nieuwkomers, hoe meer faillissementen, maar ook hoe kwalitatief beter de markt wordt. Een studie van het National Bureau of Economic Research bij 75 landen stelde vast dat een zwaardere regulering van de start koren op de molen is van de gevestigde belangen en helemaal niet gepaard gaat met een betere kwaliteit van de aangeboden goederen.

Ook Van Quickenborne is een aanhanger van de creatieve destructie: “In België is er een te hoge drempel voor de beginnende zelfstandige.”

Karel Van Eetvelt maakt zich ontzettend druk over Lambrecht en Van Quickenborne: “De vestigingswet is tot op de draad versleten, maar ze moet niet in de vuilnisbak gegooid worden. Dat is een typische Quickoplossing. Hij is zelden intellectueel eerlijk. Men wil schrappen met oneerlijke argumenten. Het is toch onzin om het draaideurprincipe van Lambrecht te koppelen aan de vestigingswet. De voorwaarden zijn zo laag, zelfs te laag. De echte drempels zijn bijvoorbeeld de persoonlijke aansprakelijkheid van ondernemers die onlangs nog verhoogd is. Bij onze enquête bij zelfstandigen staat de vestigingswet onderaan bij de drempels. Het zwakke sociaal statuut en het financieringsprobleem staan bovenaan.”

Rem op buitenlanders

Buitenlanders die hier zelfstandige willen worden, hebben het niet gemakkelijk. Een eerste probleem is de erkenning van buitenlandse diploma’s. Nu gaat daar vaak veel tijd mee verloren. “We proberen dat op te lossen door een databank aan te leggen van buitenlandse diploma’s, zodat we snel de homologatie kunnen doen,” zegt Sabine Laruelle.

Een tweede probleem is de onaangepastheid van de wetgeving. Een Afrikaan die een snackbar opent en die typische Afrikaanse producten verkoopt, moet een kokdiploma halen, omdat zijn producten niet in de lijst staan van de toegelaten producten van een brasserie.

Derde probleem ligt bij de opleiding. Van Quickenborne geeft het voorbeeld van een Thaise vrouw die hier een Thais restaurant wil openen, maar geen koksdiploma heeft: “Ze moet hier een opleiding volgen, maar er is enkel een opleiding Franse keuken, waar ze geen boodschap aan heeft.”

Drie problemen en evenveel drempels voor buitenlanders die zelfstandige willen worden. Niet bevorderlijk voor de zo fel beleden integratie. En ook delicaat, want op dit vlak kijkt de EU nauwgezet toe op de vrijheid van handel en verkeer van personen. België heeft ook al een verwittiging gekregen voor zijn systeem van registratie van aannemers. “Het zou wel eens kunnen dat de vestigingswet onder vuur komt van de Europese dienstenrichtlijn,” zegt Van Quickenborne. “Dat is een hefboom die we als VLD zullen gebruiken.”

Guido Muelenaer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content