WAAROM KOFI ANNAN JALOERS IS OP DE WERELDBEKER VOETBAL

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Zelden een beter opiniestuk gelezen dan de bijdrage van Kofi Annan in de International Herald Tribune naar aanleiding van de wereldbeker voetbal. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft een heel andere boodschap dan ‘leve het voetbal’. Hoe pakt hij dat aan?

Voetbal lijkt zowat de enige echte wereldomvattende sport. Voetbal wordt gespeeld door alle rassen, alle godsdiensten. De Fifa telt 207 leden, de Verenigde Naties slechts 191. Zelfs de Amerikanen draaien langzaam bij. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties gebruikt een merkwaardig argument dat zo uit een handboek management zou kunnen geplukt zijn: bij de wereldbeker voetbal weet iedereen waar zijn team staat, wat het gedaan heeft om daar te geraken, en waar het naartoe wil en kan. Supporters weten wie gescoord heeft, in welke match, zelfs in welke minuut. Ze weten wie de open doelkans heeft gemist en wie de penalty heeft gered.

Kofi Annan voegt er heel mild aan toe: daar kan ik op mijn gebied alleen maar van dromen. Stel u eens voor: alle landen die in een open competitie proberen elkaar de loef af steken op het gebied van minder kindersterfte, een strikt respect voor mensenrechten of een hoge scholingsgraad en alle inwoners die exact weten waar hun regering op dat vlak open kansen heeft gemist of doelpunten gescoord.

Alle cafés. Voetbal is een evenement waarover iedereen praat. Men analyseert met de grootste nauwkeurigheid wat het eigen team goed deed, wat het anders had kunnen doen en wat het andere team fout heeft gedaan. In de cafés van Buenos Aires tot Sydney, van Stockholm tot Tokio wordt er geen detail onbesproken gelaten. Men kent niet alleen het eigen team, maar ook vele details van de andere teams. Tieners worden welsprekende analytische experts van een complexe intermenselijke interactie. De klassieke argumenten om trage ontwikkelingen te verklaren lijken hier plots niet op te gaan: tot in de verste uithoeken van de wereld is men nauwkeurig geïnformeerd over alle mogelijke details. Zou het niet mooier zijn, zo merkt Kofi Annan op, indien men in alle cafés ter wereld even gepassioneerd en met evenveel kennis van zaken dingen zou bespreken als de Human Development Index, het dalende aantal hiv-infecties of de reductie van CO2-uitstoot?

Voetbal is een activiteit waar twee zaken centraal staan: talent en teamwerk. Iedereen strijdt met gelijke wapens. Elk land kan meedingen. Het effect van subsidies, invoertarieven en handelsbarrières blijft erg beperkt.

Steeds meer nationale ploegen aarzelen niet om buitenlandse coaches aan te trekken. In de clubcompetities spelen trouwens heel vaak meer buitenlandse dan nationale spelers in een team. Migranten versterken de ploegen van hun nieuwe vaderland, worden er vaak als helden ontvangen en blijven held op het thuisfront. Supporters van verschillende landen krijgen contact met elkaar. Honderdduizenden verbroederen rechtstreeks en miljarden kijken naar dezelfde wedstrijden. Slechts een heel kleine groep hooligans verstoort het feestje.

Goooooal! Op het einde van zijn opiniestuk gaat Kofi Annan helemaal de managementtoer op: wat hij het meest benijdt in de wereldbeker voetbal, is dat men tijdens de wereldbeker wel degelijk doelen bereikt. Uiteraard letterlijk. Wie herinnert zich niet de legendarische goooooal van Rik De Saedeleer? Maar ook wat minder letterlijk. Want voor velen is het gebeuren zelf, de opwinding, de feeststemming een doel waar ze maandenlang hebben naar uitgekeken.

We sluiten ons graag aan bij deze wijze woorden van een man wiens land (Ghana) voor het eerst aanwezig is op het Grote Feest. En we kunnen zijn verwondering delen. Toen John Kennedy op 25 mei 1961 als doel formuleerde een man op de maan te brengen (en hem veilig te laten terugkeren), bleek eens te meer de kracht van doelstellingen. Zo’n acht jaar later was de krachttoer gerealiseerd. Lyndon Johnson heeft hopeloos geprobeerd iets analoogs te bereiken: de armoede uit de Verenigde Staten bannen. Veertig jaar later is armoede nog steeds een walgelijk tekort van de rijkste samenleving ter wereld. Niet dat de Amerikanen geen hart hebben, maar een doelpunt scoren, winnen bij Grand Theft San Andreas of de twintig kilometer van Brussel uitlopen – zijn doelstellingen die veel haalbaarder zijn dan enkele kilo vermageren, tien minuten per dag fitnessen, een klantgerichte cultuur installeren of vrede in de wereld brengen. Die laatste doelstellingen zijn nochtans vaak niet complex, en Grand Theft San Andreas op topniveau spelen, vraagt maandenlange geconcentreerde inzet. Ergens ligt er dus een ander verschil.

Het is over dat verschil dat Annan zich verwondert. Het is door dat verschil dat we de perfecte dvd-spelers hebben voor 60 euro, maar malaria nog niet uitgeroeid is, dat we fastfoodrestaurants hebben waar je met één maaltijd je dagelijkse portie calorieën binnen hebt, maar nog niet veel rechtvaardigheidswinkels waar we door er binnen te stappen weer een leven redden van een kind zonder helder drinkwater. Managementdeskundigen zouden een heel helder antwoord op die vragen moeten kunnen formuleren. Zodat we managementkennis kunnen inzetten voor voetbal én voor een betere wereld.

De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School.

Reacties: marc.buelens@trends.be

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content