Waarom geloven we nonsens?

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Het Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg heeft nogmaals bevestigd wat iedereen al lang wist, maar niet onder ogen durfde te zien: er is geen enkel solide bewijs dat homeopathie werkt, op een placebo-effect na. De homeopaten blijven hun geloof trouw en wijzen erop dat homeopathie zou werken bij kinderen. Alsof placebo’s alleen zouden werken bij volwassenen. Alsof placebo een ander woord zou zijn voor ‘bewuste gedachte’. En dan heb je natuurlijk nog de tevreden patiënten. Men mag er zonder meer van uitgaan dat homeo-patische artsen beter ‘luisteren’, een meer complexe diagnose-op-maat stellen en meer geruststellen. Hun ‘verhaal’ is beter dan dat van vele klassieke artsen.

Er is natuurlijk wel een ontluisterende vaststelling. Waarom geloven zoveel wetenschappelijk gevormde artsen in de heilzame kracht van verdund water? Uiteraard zijn er altijd opportunistische artsen (‘de patiënt vraagt, wij schrijven voor’), hier en daar een rasechte oplichter, maar heel veel homeopaten zijn oprechte ‘believers’, die in het belang van hun patiënten hun geneeswijze koesteren.

Hebben deze dokters niet bij herhaling vastgesteld dat homeopathie werkt? Helaas, de bewijzen van dit type zijn als de bewijzen dat rituele regendansen helpen. Er is inderdaad wetenschappelijk vastgesteld dat er effectief meer regen valt na de dans dan ervoor. Regendansen ‘werken’. Maar het is niet omdat we met onze eigen ogen hebben vastgesteld dat iets werkt, dat het daarom ook effectief werkt. Om dit soort vragen degelijk te beantwoorden, heb je meer systematische observatie nodig, waarschijnlijk via gecontroleerde experimenten.

Veronderstel dat ik als arts vaststel dat homeopathie hoofdpijn verlicht. Wat ik niet weet, is dat niets doen misschien evenzeer helpt, of dat een aspirine nog beter helpt. Je kan als individuele arts heel sterk overtuigd raken van je ‘methode’, net zoals de tovenaar de goden dankt als het – heel toevallig – twee dagen na zijn dans regent. Slimme tovenaars zullen hun volk wel verwittigen: er komt nooit regen onmiddellijk na de dans, je moet wat geduld hebben, want het probleem is ernstig, de goden zijn zeer kwaad. En wat als het niet regent? Dan heeft de tovenaar misschien niet hard genoeg gedanst. Of beter nog, dan waren de offers niet ritueel genoeg. Herbeginnen dus, met nog meer overtuiging. Vroeg of laat lukt het wel, en is het ultieme bewijs geleverd dat een correct uitgevoerde rituele regendans wel degelijk tot regen leidt.

Een wetenschappelijke vorming in biochemie, anatomie of fysiopathologie helpt dus blijkbaar niet om elementaire redeneerfouten te vermijden. Maar laten we niet te veel met de vinger wijzen naar homeopaten of andere aanhangers van de zogenaamde ‘alternatieve geneeskunde’. Wat denkt u dat er gebeurt met de zoveelste managementmode? Telkens opnieuw hoor ik goeroes beweren dat hun methode werkt. Het bedrijf was in moeilijkheden, toen besliste de CEO om alle organisatieschema’s overboord te gooien, budgetten af te schaffen en een spaghetti-organisatie te lanceren. En kijk: de winstcijfers gaan omhoog, de klantentevredenheid stijgt, de marktaandelen groeien. Het interview in het zakenblad, de getuigenis op de managementconferentie, de reportage op het tv-kanaal: verduiveld indrukwekkend. Het werkt! De rituele managementdans is perfect uitgevoerd. Bewijs: zie de winstcijfers. Wat natuurlijk niemand kan controleren, is wat er zou gebeurd zijn indien men de organisatieschema’s nog wat had verfijnd, de budgetten krapper had gemaakt, en er een ouderwetse hiërarchische organisatie had van gemaakt. Misschien zouden de resultaten nog indrukwekkender zijn geweest.

We hebben deze column als titel gegeven ‘Waarom geloven we nonsens?’ Het antwoord is in wezen zeer eenvoudig. Omdat ons brein, zonder langdurige en systematische opleiding, niet in staat is om op een gebied waarheid van nonsens te onderscheiden, en omdat nonsens vaak knap verpakt is als ‘revolutionaire methode’, ‘alternatieve aanpak’ of ‘succesformule’. En omdat de verpakking van de ‘waarheid’ heel vaak luidt als ‘voorlopige conclusies’ of ‘eerste bevindingen’. Dat soort verpakking is meestal weinig overtuigend. We geloven liever nonsens.

De auteur is partner-hoogleraar management aan de Vlerick Leuven Gent Management School.

MARC BUELENS

Een wetenschappelijke vorming in biochemie, anatomie of fysiopathologie helpt blijkbaar niet om elementaire redeneerfouten te vermijden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content