WAAROM ALLES OPNIEUW FOUT LOOPT

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Velen kennen de wet van Murphy, sommigen kennen het Peterprincipe en slechts enkelingen kennen de wetten van Parkinson.

Het kan echt goed fout lopen in een organisatie. Je lanceert met veel fanfare een nieuw wasproduct en het wast wel witter dan wit, maar ook gaten in de kleding. Je kan jaren PR-campagnes voor de Belgische Zeemacht opzetten en dan blijkt die vooral onderaannemer te zijn geweest voor een ‘prins met een gat in zijn hand’. De wereld heeft de meest strenge toezichtmaatregelen genomen sinds de Enrondebacles, om dan vast te stellen dat de top van Siemens er blijkbaar op klaarlichte dag kan in lukken 200 miljoen euro (de huidige schatting, het begon met slechts 20 miljoen) opzij te zetten, en dat 200 Amerikaanse bedrijven, Apple op kop, de aandeelopties voor hun topmanagement antidateren.

Trends verschijnt. Uiteraard lopen de meeste dingen goed. Anders verscheen er wekelijks geen Trends en zaten mijn studenten meestal vruchteloos te wachten tot hun professor opdaagt. Maar een antwoord vinden op de vraag waarom er zoveel verkeerd loopt, blijft toch wel een boeiende uitdaging. Was het vroeger dan zoveel beter? Ook al niet. Grote denkers hebben de vraag: “Waarom lopen de dingen zo snel en zo grondig fout?” vroeger ook gesteld en … beantwoord. Maar hun wijsheid dreigt verloren te gaan. Velen kennen de wet van Murphy, sommigen kennen het Peterprincipe en slechts enkelingen kennen de wetten van Parkinson. In het licht van recente gebeurtenissen en toekomstige onthullingen brengen we u op systematische wijze de vruchten van deze grote denkers in herinnering. We beginnen met de wetten van Parkinson.

Prof. Cyril Northcote Parkinson was een ernstige wetenschapper, die tot op hoge leeftijd actief is gebleven. Hij stierf in 1993 op 84-jarige leeftijd. Parkinson was een Brit en had even gekeken naar het aantal ambtenaren in het ministerie van Koloniën. Het viel hem op, dat hoe minder koloniën het Britse Imperium telde, hoe meer ambtenaren dat departement telde. En toen de laatste kolonie verdween, telde het departement een recordaantal ambtenaren. Al in de jaren dertig had hij voorspeld dat er bij de Britse Zeemacht weldra meer admiraals dan schepen zouden zijn. Hij kreeg nog gelijk ook. De Zeemacht heeft blijkbaar niet alleen in België de tijd om zich met andere dingen bezig te houden dan te varen.

Parkinsons basiswet luidt: “Arbeid dijt uit naarmate er meer tijd beschikbaar is voor zijn voltooiing”. Veronderstel dat je aan de top van de marine allerlei ingewikkelde dossiers moet behandelen. Eén man kan dat op tien uur per dag. Dat is vijftig uur per werkweek. Dat is toch wat te veel. Een normale werkdag duurt immers slechts acht uur. Daarom vraagt hij een adjunct. Plots vraagt dat werk dus geen vijftig uur, maar tachtig.

Dan komt er onverwacht extra werk bij. Er is bijvoorbeeld een prins die af en toe overleg moet plegen over bouwplannen. Dat vraagt tijdelijk twee extra uren per dag. Dat kan eigenlijk perfect. Maar de hogere officier en zijn adjunct vragen versterking. Die komt er uiteraard, en uiteindelijk valt dat werk voor de koninklijke prins nog wel mee. Na een maand blijkt dat uiteindelijk slechts vier uur per week te zijn.

Nu zijn er drie werkers voor werk dat in het totaal 54 uur vraagt. Dus moet elke medewerker van die dienst minder dan vier uur per dag werken. Uiteraard is dat theorie. Met drie mensen moet je uiteraard veel overleg plegen. Je vergadert dan ten minste een uur per dag, er moeten evaluatiegesprekken worden voorbereid en gehouden, en er moet worden nagedacht over de taakverdeling. Kortom na een tijdje is er werk genoeg voor drie.

Tweede wet van Parkinson. In 1960 verschijnt er dan een tweede boek, met de zeer originele titel “De tweede wet van Parkin-son”. Dat boek begint met de zin: “Uitgaven stijgen tot het inkomenspeil bereikt is.” Of in meer begrijpbare taal: wat gebudgetteerd is, moet uitgegeven zijn. Veronderstel in ons fictief voorbeeld dat de top van de marine vaststelt dat er geld over is op het einde van het jaar, dan kan ze drie dingen doen: dat geld teruggeven aan de belastingbetaler, investeren in besparingen voor de toekomst of het geld geven aan de prins. De tweede wet van Parkinson voorspelt dat de eerste mogelijkheid uitgesloten is. Het geld moet op.

Colawereld. De wetten van Parkinson tellen vele varianten. Een van de leukste is de ontdekking in de Colawereld dat in een gezin een fles cola altijd binnen de dag wordt leeggedronken, onafhankelijk van de grootte van de verpakking. Pepsi heeft op dit inzicht jarenlang zijn strategie gebaseerd om Coca-Cola aan te vallen door systematisch voor hetzelfde geld een grotere verpakking aan te bieden. Pepsi moest niet vrezen dat de consument minder verpakkingen zou kopen. Zodra geopend, dronk de verbruiker ze toch leeg.

Computer. Maar de wet van Parkinson vindt vooral zijn meest gretige afnemer in de computerwereld. Vroeger had ik een harde schijf van minder dan een giga. En die was veel te groot, die geraakte nooit vol, tot … ik wat ambitieuzer werd. Toen had ik een schijf van vijf giga nodig, die zou wel nooit vol geraken. Die werd veel sneller te klein dan bij mijn vorige computer. De computer waar ik nu op werk, heeft, hou je vast, een dubbele schijf: eentje van 250 en eentje van 300 Giga. Ik wil er wel mijn foto’s, video’s en liedjes op bewaren. Weldra zal ook die te klein zijn.

Volgende week: de wetten van Murphy, als Trends verschijnt tenminste, je weet maar nooit …

De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School.

Reacties: marc.buelens@trends.be

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content