Waar een wil is, is een hoofdkantoor

An Goovaerts An Goovaerts is redacteur bij Trends

Jean-Luc Dehaene moet het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) ontmijnen. Nu hij toch in de Wetstraat rondhangt, kan hij misschien meteen de begroting op orde brengen? En een deftig arbeidsmarktbeleid op poten zetten? En ervoor zorgen dat de liberalisering van de energie-, telecom-, en post- en treinmarkt het volgende decennium wordt ingeloodst? Nu hij er toch is, moeten we ambitieus zijn. BHV minimaliseren, zou dom zijn. Want bijna alle politici van dit land hebben BHV jarenlang uitgeroepen tot de zaak van de eeuw. BHV als dommigheid bestempelen, zou hun werk dus eenzelfde predicaat geven. In tijden waarin honderden ontslagen en tientallen faillissementen per maand vallen, is BHV een absolute prioriteit. En dat is spijtig genoeg in dit land de waarheid. Want zolang BHV niet opgelost geraakt, is er zelfs geen waterkans op een efficiënt overheidsbeleid.

Terwijl de politici bezig zijn met de voor hen belangrijke zaken, wordt het land overspoeld door ontslaggolven. Buitenlandse bedrijven verlaten ons land als werkterrein. Hoofdkantoren worden uit het land teruggetrokken, met DHL als jongste voorbeeld. De crisis versnelt de beslissingen van bedrijven, maar het probleem zit dieper. België had de aanwezigheid van talrijke hoofdkantoren vooral te danken aan het fiscaal gunstige regime voor hoofdkantoren onder de vorm van coördinatiecentra. Met of zonder veel personeel, als hoofdkantoor was het hier fiscaal gezien goed vertoeven. De federale regering dacht de door Europa verguisde maatregel gemakkelijk te vervangen door het invoeren van de notionele-intrestaftrek. Mis poes. Niet alleen bood de nieuwe maatregel niet dezelfde goede recepten voor een aantal hoofdkantoren, ook de politieke instabiliteit speelde parten. De notionele-intrestaftrek was nog niet van kracht of de maatregel werd al virtueel begraven door een aantal medeondertekenaars. De twijfel die werd gezaaid, schrikte investeerders af. DHL vlucht ook mede door het politieke gekrakeel. De partijpolitieke ruzies laten investeerders nochtans koud. Maar het uitblijven van een krachtdadig beleid als gevolg van deze ruzies niet. Ons land heeft troeven, maar door de wirwar aan regels en politiek gekissebis blijven ze goed verborgen voor buitenstaanders.

Regeringsleiders en vakbonden maken zich graag boos op bedrijfsleiders die mensen ontslaan. Alsof de meerderheid van bedrijfsleiders daar vrijwillig voor kiest. Een ondernemer wil zijn onderneming uitbouwen, zien groeien en welvaart creëren voor het eigen gezin en voor de gezinnen die via zijn bedrijf afhankelijk zijn van een inkomen. De onderneming saneren, is dus geen vrijwillige keuze. Maar als er moet gesnoeid worden, dan spelen zowel rationele als emotionele redenen mee. In een opiniestuk brachten de professoren Jan en Filip Abraham wetenschappelijke studies naar voren die bevestigen dat de afstand tot de hoofdzetel de beslissingen van ondernemingen beïnvloedt. In de bedrijfsfilialen dicht bij het hoofdkantoor is de kans op ontslagen en sluitingen van bedrijfseenheden kleiner. Verankering van bedrijven is dus geen zinloze discussie. Ook niet in Vlaanderen.

Hoofdkantoren liggen in gemeenten die baat hebben bij slagkrachtige regio’s die maar kunnen hopen op een sterke federale regering. De crisis maakt duidelijk dat de bevoegdheden in dit land niet efficiënt zijn verdeeld en dat een verdere staatshervorming zich opdringt. Maar er is een verschil tussen waar we heen moeten en waar we vandaag zijn. Vandaag leven we in niemandsland. Met niemand die kan of wil beslissen. Neem het geruzie tussen de federale minister van Werk Joëlle Milquet (cdH) en haar Vlaamse evenknie Philippe Muyters (N-VA) als voorbeeld. Beiden willen maatregelen nemen om de arbeidsmarkt te dynamiseren, maar komen niet overeen over de aanpak. Welke doelgroepen lastenverlagingen moeten krijgen, is een enorm twistpunt. Vandaag wordt iedereen ontslagen, onafhankelijk van leeftijd, geslacht, huidskleur, diploma of de streek waarin ze wonen.

De Amerikaanse investeringen in ons land daalden vorig jaar met 46 procent. Scott Beardsley, voorzitter van Amcham Belgium, reageerde als volgt: “België heeft veel troeven. Maar andere landen hebben die ook. Dat investeerders naar België komen, is dus geen verworvenheid. Je moet hun redenen geven om naar hier te komen en te blijven. En je kunt niet ontkennen dat de evolutie van de tien voorbije jaren niet positief is.” Internationale gezaghebbende bladen als The Economist vinden ons land een lachertje. Hun lezers zijn potentiële investeerders en nemen deze boodschap serieus. Wij zouden dat beter ook doen.

DE AUTEUR IS HOOFDREDACTEUR.

An Goovaerts

Vandaag leven we in niemandsland. Met niemand die kan of wil beslissen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content