Vrouwen zijn betere leiders dan mannen, of niet?

MARC BUELENS

Zijn vrouwen betere leiders dan mannen? Zijn mensen zonder Y-chromosoom beter leiders dan mensen met? Of scoort het vrouwelijk gedrag, ook bij mannen, hoger? Hypothese: vrouwelijk gedrag (meer frequent bij vrouwen) scoort op het gebied van leiderschap sterker dan mannelijk gedrag (meer frequent bij mannen). Bij zulke hypotheses gaan we wel uit van één grote aanname: vrouwen gedragen zich gemiddeld anders dan mannen. We hoeven ons niet eens uit te spreken over de oorzaak daarvan: genetisch bepaald, in de moederschoot verworven, als jong kind verkregen, rolmodellen, maatschappelijke druk, discriminerende of faciliterende instituties. Toch is zo’n uitspraak betwistbaar, want als ik ‘loon’ zou nemen in plaats van ‘leiderschap’ en ik wil bepaalde wantoestanden goedpraten, dan kan ik ook stellen: vrouwen gedragen zich nu eenmaal anders dan mannen, en hoge lonen hangen samen met dat typisch mannelijke gedrag, dat hen blijkbaar tot minder goede leiders maakt.

Vrouwelijke gouverneurs telden minder coronadoden in hun staat en hun instructies om thuis te blijven werden beter opgevolgd.

‘Leiderschap’ is een containerbegrip. Er valt zowat alles onder, zoals het gedrag in een studie van meestergasten, hoofdboekhouders en ploegbazen tot het gedrag van presidenten of excentrieke, heel zichtbare ondernemers, zoals Marc Coucke. Er is geen enkele breed aanvaarde, zorgvuldig geteste theorie over dat bijna ondefinieerbare proces. Denk niet dat een vreemd begrip als ‘authenticiteit’ een theorie kan worden genoemd, want we moeten toch ook heel authentieke narcisten en idioten zoals Donald Trump onder die noemer kunnen vatten? De echt academische theorieën zijn heel voorzichtig en weinig omvattend, en de grote slogans van de leiderschapsgoeroes – zoals the why before the what – zijn inspirerend, net zoals een heilige tekst inspirerend kan zijn.

Leiderschap omvat beslisvaardigheid, overtuigingskracht, visie en moed. Eén dimensie van leiderschap zou je kunnen omschrijven als vrouwelijk: empathie, geduld, respect voor verschillen. Sommigen noemen dat dan wat misleidend ’emotionele intelligentie’. Velen noemen het ‘sociale intelligentie’ en vroeger heette het ‘mensgericht leiderschap’. Vertrek niet vanuit de taak en zeker niet vanuit je ego, vertrek van wie je moet dienen. Er wordt ook wel gesproken van ‘dienend leiderschap’.

Zo komen we tot de gedurfde stelling dat vrouwen meer vrouwelijk leiderschapsgedrag vertonen. Maar ik wil die stelling niet belachelijk maken. Veel commentatoren wijzen erop dat vrouwelijke leiders het in deze covidtijden veel beter doen dan mannen. Dat kan natuurlijk casuïstiek zijn. Angela Merkel wordt ook geprezen omdat ze een wetenschapper is. Jacinda Ardern van Nieuw-Zeeland kan gemakkelijker dan België haar land afsluiten. En uiteraard hebben we ook in eigen land alomgeprezen vrouwelijke leiders: Sophie Wilmès, Maggie De Block, Meyrem Almaci. Of bekijken we hen het best geval per geval, misschien abstractie makend van hun geslacht? Eén zaak valt wel op: een aantal heel zichtbare, erg alfa-aapgerichte mannen ligt heel slecht in de markt van het beoordelen van leiders.

Dan is er nog een laatste vraag: is er dan echt geen degelijk onderzoek, een echt experiment, in plaats van een verzameling losse anekdotes? Toch wel. In het prestigieuze wetenschappelijke tijdschrift The Journal of Applied Psychology hebben onderzoekers in de Verenigde Staten met een veldexperiment de vrouwelijke gouverneurs vergeleken met de mannelijke. Vrouwelijke gouverneurs telden minder coronadoden in hun staat en hun instructies om thuis te blijven werden beter opgevolgd. Hun toespraken toonden meer empathie, maar vooral: ze slaagden er beter in de wurgende onzekerheid weg te nemen, omdat ze zich zelfverzekerder toonden. Nu alleen nog wachten op nieuwe studies van dat niveau.

De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School. Volg mij op www.marcbuelens.com.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content