Vooruitgang is ons grootste probleem

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Niet iedereen gelooft in FTI Technoland, de hoogmis van het technologisch vooruitgangsdenken. Edward Goldsmith, stichter van het befaamde milieublad ‘The Ecologist’ en telg uit een beroemde bankiersfamilie, trekt fel van leer tegen de globalisering en pleit voor de zelfredzaamheid van lokale gemeenschappen.

Richmond, (Groot-Brittannië).

“Vooruitgang is ons grootste probleem,” zegt Edward Goldsmith (71 j.), hoofdredacteur van Europa’s leidinggevende milieublad The Ecologist: “De globalisering destabiliseert alle banden met het werkelijke leven. De ontwikkeling van de mondiale economie – geïnstitutionaliseerd door de oprichting van de Wereld Handelsorganisatie(WHO) – leidt voor de meeste mensen tot een ongeëvenaarde toename van onveiligheid, werkloosheid, armoede, ziekte, ondervoeding en milieuverstoring.”

Dit dissonante geluid

zal u deze week op FTI Technoland – de hoogmis van het vooruitgangsdenken – wellicht niet horen. Toch is het geen loze kreet van een verstrooide geitenwollensokker, maar de stem van een erudiete dwarsligger. Edward Goldsmith: een Frans/Britse filosoof/econoom van de universiteit van Oxford, zoon van een joods bankier uit Duitsland die goede banden heeft met de familie Rotschild, stichter van het milieublad The Ecologist, vader van de ecologische beweging in Groot-Brittannië, ex-buurman van Gaia-filosoof James Lovelock (zie Trends, 10 oktober 1996), winnaar van de Right Livehood Award (alternatieve Nobelprijs) in Zweden, cavalier van het Légion d’Honneur in Frankrijk en schrijver van tientallen boeken, zoals The Great U-Turn en De Weg (*).

Anonieme massa’s

Zijn stellingen getrouw, strijdt Goldsmith tegen de globalisering van de wereldeconomie vanuit een kleine, oude hoekwoning in Richmond, een buitenwijk van Londen. Vooraan bevindt zich een elektriciteitswinkeltje. Tussen de duizenden spulletjes piept het hoofd van een oud professortje in stofjas naar buiten. “Of hier soms de redactie van The Ecologist is gehuisvest?” vraag ik vol ongeloof. “Ja, hoor,” krijg ik te horen. “Ga maar naar achteren en loop de trap op naar de eerste verdieping. Daar vind je Terry ( nvdr – zoals Edward gemeenzaam wordt genoemd).”

Na een kopje kruidenthee vuurt Goldsmith – half achteruitleunend op een versleten bureaustoel in een piepklein kantoortje – zijn vlammende kritiek de wereld in. Uw dienaar luistert en noteert nederig. Zelfs chemiereus Monsanto ging na een vernietigend themanummer van The Ecologist in september 1998 door de knieën.

Net als zijn broer James – de twee jaar geleden gestorven raider, miljardair en auteur van de internationale bestseller The Trap – kant Edward zich fel tegen de vrijhandel en de moderne landbouw, die de traditionele levenswijzen grondig verstoren: “De mondialisering heft alle concurrentiebeperkingen op – los van sociale, ecologische of morele bezwaren. Zo vergroten onze problemen op aarde alleen maar. Ik beschouw mezelf dan ook als een conservatief, die nog gelooft in de traditionele gemeenschapsvorm. Zeg maar de stam.”

Maar wie

heeft nog zin om terug te keren naar de oertijd? Goldsmith: “Altijd heeft de mens in familiale entiteiten geleefd. Binnen het ruim gezinsverband vonden de mensen alles om te overleven. Die gemeenschappen waren zelfvoorzienend. Ze zorgden voor voedsel, opvoeding en creëerden vangnetten voor ouderen en zieken. Zodra je die lokale samenleving vernietigt, verdwijnt elke vorm van zelfredzaamheid. De vooruitgangsidee herleidt de gemeenschap tot een anonieme massa. Zo krijg je een almachtige staat, die alle sociale weefsels vernietigt en de mensen omvormt tot onmondige atomen. In tegenstelling tot multinationals – die amper 20% van ‘s werelds arbeidspotentieel nodig hebben – creëert de traditionele maatschappij met ambachtelijke, lokale bedrijven wel werkgelegenheid en respecteert ze elk individu als een volwaardige persoonlijkheid. Dit houdt wel een sociale controle in, maar – geef toe – dat is slechts een klein offer voor veel vrijheid en een echte democratie.”

Lokale economieën

Vandaag hebben de staat en het bedrijfsleven de functies van het gezin, de gemeenschap en het ecosysteem overgenomen. Maar zij kunnen deze taak niet aan, zegt Goldsmith. Ter illustratie wijst hij op het broeikaseffect: “Sommige geo-ingenieurs willen nu 50.000 spiegels van 100 vierkante meter in de ruimte bouwen om de hitte van de zon te weerkaartsen en de planeet koel te houden. Geen technologische monsterprojecten, maar wel het vermogen van de biosfeer om de koolstofoxide – het voornaamse broeikasgas – te absorberen, kan het klimaat op de aarde stabiliseren. Dit impliceert een drastische vermindering van de CO2-uitstoot en het herstel van de wouden, wat alleen mogelijk is als de globalisering wordt vervangen door een lokale economie.” Ook in zijn boek De Weg pleitte Goldsmith voor het herstel van de oorspronkelijke werking van de ecosfeer als zelfregulerend systeem. “Daardoor kunnen we weer de voordelen verkrijgen die als enige de echte behoeften bevredigen die alle natuurlijke systemen, met inbegrip van de mens, in de loop van hun evolutie hebben opgebouwd.”

Evenmin zijn de overheid en de industrie in staat bijstand te verlenen aan de behoeftigen of voldoende jobs te creëren, voegt Goldsmith eraan toe: “Omwille van de competitiviteit wordt de sociale zekerheid tegen een halsbrekende snelheid ontmanteld, wat – ironisch genoeg – de nood aan hulp nog doet toenemen. Ook verminderen de economische herstructureringen de koopkracht van de werknemers. Contracten van onbeperkte duur worden vervangen door arbeidsovereenkomsten van korte termijn. Deeltijds werk neemt de plaats in van een voltijdse job. Het aantal hongerlonen groeit. Hierdoor daalt de consumptie, waardoor het aantal banen verder zal afnemen. We zullen dus een kettingreactie krijgen, waardoor de formele economie niet langer voor het nodige werk of voedsel kan zorgen.”

De mensen

zullen dus noodgedwongen hun heil zoeken in marginale initiatieven, zoals ruilhandel (zie Trends, 20 juni 1996) of het LETS ( Local Exchange Trading System). Goldsmith: “Jammer genoeg is onze sociale economie momenteel slecht uitgerust om deze nieuwe taken op zich te nemen. Onze enige hoop is dat gezinnen en ecosystemen zichzelf kunnen rechttrekken. Alleen traditionele gemeenschappen zijn in staat duurzaam te leven. Mensen die gedurende honderden jaren op dezelfde plaats wonen, bezitten de kennis en de bekwaamheden om optimaal gebruik te maken van hun beschikbare hulpbronnen en zo voldoende voedsel te produceren. Zelfs de Wereldbank, die aan de spits stond van de modernisering van de landbouw in de Derde Wereld, geeft toe dat kleine boeren in Afrika uitstekende beheerders zijn van hun eigen hulpbronnen – grond, meststof en water.”

Revolte tegen de staat

Deze hoop is minder utopisch dan men op het eerste gezicht zou denken, besluit Goldsmith: “De mensen, die nu door de globalisering uit de boot vallen, gaan niet gewoon aan de kant zitten en verhongeren. Velen zullen ongetwijfeld revolteren tegen de grote ondernemingen, die hun grond en waterlopen vervuilen, voedsel en verbruiksgoederen produceren die alleen de elite kan bekostigen en slechts enkele hoogtechnologische jobs verschaffen die door buitenlandse specialisten worden ingenomen. Wellicht komen er ook steeds meer opstanden tegen de staat zelf, zoals tijdens het koloniale tijdperk.

Maar de marginalen zullen zichzelf ook reorganiseren en plaatselijke economieën oprichten, die de nodige infrastructuur verschaffen voor nieuwe, lokale gemeenschappen. Er is waarschijnlijk geen betere manier om gezinnen te herwaarderen dan ze hun echte bestaansreden terug te geven, namelijk zelfredzaamheid. Dit is het lichtpunt aan een duistere horizon.”

(*) Edward Goldsmith, “De weg, Een ecologische wereldvisie”, Wijnegem, Stichting Deltapers, 1996, 81 blz.

Edward Goldsmith, “The Way, An ecological world-view (revised and enlarged edition”, Athens (VS), University of Georgia Press, 1998, 541 blz.

ERIC POMPEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content