VOOR EEUWIG EN ALTIJD ‘JE T’AIME, MOI NON PLUS’

Wat men ook moge beweren, ik ben geen belgicist. Ik ben Vlaming én Belg én Europeaan. Vlaanderen en Wallonië zouden beter kiezen voor efficiëntie op elk niveau. En Brussel is daarbij geen blok aan ons been.

Het is precies een jaar geleden dat mijn boek Vlaanderen-Wallonië, je t’aime moi non plus, op de markt kwam. Zelf had ik onderschat wat het boek allemaal zou teweegbrengen. Hoewel ik hoofdzakelijk Waals oud-links wees op zijn verantwoordelijkheid voor de desastreuze economie, vooral in bepaalde gedeelten van Wallonië, verslechterde vooral met Vlaamse politici mijn relatie. Ik had vooraf moeten spreken over de publicatie van het boek (al raakte het dan waarschijnlijk nooit gepubliceerd), opperden bepaalde politici. Anderen vonden dat ik een boek in naam van een minister had moeten schrijven. Ghost writing, weet je wel. Maar vooral kreeg ik als opmerking dat mijn boek handelde over hét handelsfonds van vele politieke partijen. Voor een topambtenaar kon dat eigenlijk niet.

Gelukkig ben ik vrij filosofisch ingesteld. Studies Thomistische filosofie aan de Katholieke Universiteit van Leuven lieten duidelijk hun sporen na. En ik dacht aan Kierkegaard, de Deense existentialist, die stelde dat mensen zelden gebruikmaken van de vrijheid die zij hebben, in het bijzonder de vrijheid van denken. Ik dacht aan de Franse filosoof Raymond Aron, la force des idées fausses (zie mijn column van 13/9) . Ja, dat zijn de ideeën die ik in mijn boek aanvecht. Valse ideeën zoals ‘Walen zijn lui en leven op de rug van de Vlamingen’; ‘Vlaanderen zou beter af zijn zonder Wallonië’ en ‘Brussel is een blok aan het been dat de scheiding tussen Vlaanderen en Wallonië verhindert’. Het zijn stuk voor stuk valse clichés die niet stroken met de realiteit. Zowel in Wallonië als in Vlaanderen bestaan minder dynamische mensen. En wie gelijkt het meest op een Vlaamse ondernemer: een Waalse ondernemer of een Vlaamse ambtenaar?

Overigens, Walen noch ambtenaren zijn lui van nature. Het systeem kan wel luiheid aanwakkeren of afremmen. Fout zijn dus niet de Walen of de ambtenaren, maar een arbeidssysteem en overheidsadministratie die werk onvoldoende belonen. Als arbeid minder oplevert dan een uitkering (want werkenden hebben geen gratis kinderopvang, geen sociale woning, geen verhoogde kinderbijslag), dan moet men het systeem aanpakken. En als middelmatigheid de minst risicovolle houding is in de publieke sector, moet men ambtenaren geen inefficiëntie verwijten. Of als drie ambtenaren op verschillende niveaus precies hetzelfde werk doen, kunnen ze dat alle drie efficiënt doen, maar is de inefficiëntie van het systeem heel groot.

Dat het Vlaanderen beter zou gaan zonder de Walen, werd mij nog nooit aangetoond. Laat Vlaanderen vooral niet zelfgenoegzaam zijn. We moeten de uitdagingen die zich stellen, zoals de toekomst van de auto-industrie en de chemie, de veroudering van de bevolking of het gebrek aan arbeidskrachten structureel aanpakken. In samenspraak met het federale niveau zouden de regio’s voor elk van die problemen een gezamenlijke, concrete en meetbare aanpak moeten vooropstellen.

Brussel, kind van de rekening

Meer dan 700 vooraanstaande Belgen tekenden mijn oproep aan het gezond verstand. Daarmee onderschreven zij de gedachtegang van mijn boek. Meer dan 100 voordrachten en evenveel artikelen later, kunnen we opnieuw zonder blozen spreken over herfederalisering als correlaat van regionalisering. Niet-separatisten durven weer openlijk zeggen dat ze geen voorstander zijn van een splitsing van het land.

Het afgelopen jaar viel mij de gapende kloof tussen de burger en de politici het meeste op. Weinig burgers liggen wakker van de splitsing van B-H-V. Al of niet splitsing zal vermoedelijk geen enkele buitenlandse investeerder meer of minder opleveren. Gebakkelei wel. Wat burgers willen? Dat mensen die werken meer verdienen dan wie niet werkt. En dat wie van de bijstand leeft, werkelijk te goeder trouw is en écht werkzoekend.

En dan is er Brussel. In plaats van te onderzoeken hoeveel Nederlandstaligen er zijn in Brussel, zouden Vlaanderen en Wallonië beter zien hoe zij Brussel kunnen uitspelen als troef om onze regio’s op de wereldkaart te brengen. Maryland en Virginia, twee onafhankelijke staten in de VS, maken promotie onder de ‘vlag’ Washington DC. Wat een contrast met onze benadering. Dat was trouwens de concrete aanleiding van mijn vervolgboek Brussel het Kind van de rekening?.

Wat men ook moge beweren, ik ben geen belgicist. Ik ben Vlaming én Belg én Europeaan, en ik vind dat ieder beleidsdomein aan het juiste en meest efficiënte niveau moet worden toegekend en liefst zoveel mogelijk in perfecte samenwerking tussen de verschillende niveaus. Ik aarzelde dan ook even toen B+ mij de prijs van politieke moed wilde overhandigen. B+, dat waren belgicisten. Tot mijn eigen scha en schande moet ook ik toegeven slachtoffer te zijn van de perceptie. B+, staat voor een evenwichtig federalisme, en niet voor een Belgique à papa. Vanaf nu betaal ik dan ook met plezier mijn jaarlijkse, zeer democratische, lidmaatschapsbijdrage van 20 euro. En over prijzen gesproken, mij viel tevens de grote eer te beurt de prijs van de democratie Condorcet-Aron in ontvangst te mogen nemen. Zou ik enige kans maken op de Gulden Spoor voor Vlaamse Economische uitstraling die dit jaar, terecht, werd toegekend aan Frans Crols? Van Vlaanderen kreeg ik alvast een heel andere prijs, uitgereikt door de deurwaarder.

Reacties: blikvanaernaoudt@trends.be

Rudy Aernoudt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content