Volvo C30 1.6D

‘Premium compact’, zoals dat nu heet.

Met de C30 wil Volvo meespelen in een tuin die zeer vruchtbaar gebleken is voor Audi. Die van de compacte wagen die qua afwerking en inrichting meer biedt dan je van een compacte auto verwacht. Audi lanceerde dik tien jaar geleden de A3, een model dat de omschrijving perfect invult. Eigenlijk niet groter dan de Golf van Volkswagen, maar beter uitgerust. Met een grotere hang naar luxe en comfort. Zoals de Volvo C30 dus, ook nu. Een auto voor wat de marketingjongens in de autowereld intussen de premium compact class zijn gaan noemen.

Volvo stapt dus niet als eerste in dit segment. Temeer omdat de Audi A3 eerder al navolging kreeg bij BMW, dat immers een 1 Reeks in het gamma heeft. Maar het blijft een marktsegment met perspectieven. En wel om verscheidene redenen. Om te beginnen, is dit het soort auto dat goed ligt bij goedverdienende vrijgezellen, en die zijn almaar talrijker in dit jachtige wereldje. Komt daarbij dat compacte auto’s geknipt zijn voor het almaar drukkere (stads)verkeer. En niet het minst belangrijk: op de markt van de bedrijfswagens is er toch wel een trend naar downsizing voor niet-topfuncties: wie vroeger een BMW 3 Reeks kreeg, pendelt nu veeleer met een 1 Reeks. Kleiner en goedkoper, maar nog altijd lekker prestigieus. Premium compact, weet u wel.

Dat prestigieuze tintje, dat zit bij de Volvo C30 vooral bij het design. Zo oogt deze wagen veel minder zakelijk dan de grotere modellen van de Zweedse constructeur. Een sérieux dat hij halvelings overboord gooit en vervangt door frivoliteit. Knipoog naar het jonge volkje dat hij moet aantrekken, uiteraard. Het interieur voelt dan wel weer klassieker aan. Normaal, het is zowat overgenomen uit de S40. Met, inderdaad, ook zo’n slanke en strakke middenconsole. Voorts geen verrassingen, tenzij enige ontgoocheling als we de koffer opentrekken. Omdat hij klein is, amper 251 liter, tot honderd liter minder dan bij de rechtstreekse concurrenten. Maar ook omdat het afdekzeil in de standaardversie knullig aanvoelt.

Achter het stuur, eerste indruk: de stoelen zitten heel goed, en algeheel lijkt de C30 toch wel stevig afgeveerd. Eigenlijk zouden we ook kunnen zeggen: sportief afgeveerd. De C30 geeft dan ook in zowat alle omstandigheden de indruk dat hij stevig op het wegdek ligt, en voor de bestuurder geen verrassingen in petto heeft. Uiteraard is opnieuw heel wat belang gehecht aan passieve veiligheid, want dit is Volvo.

In het vooronder kozen we de bekende 1.6 turbodiesel, een intussen wijd verspreide krachtbron. Een motor die ook hier bewijst dat hij helemaal tot zijn recht komt in compacte auto’s als de 3 van Mazda of de 207 van Peugeot. Zuinig, ruim voldoende krachtig, betrouwbaar en met deeltjesfilter.

Met andere woorden: geknipt voor leasing. En meteen ook het model dat in onze contreien het vlotst zal verkopen. Wat natuurlijk niet wegneemt dat Volvo naar goede gewoonte een ruime keuze uit andere motorenversies aanreikt.

Jo Bossuyt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content