Voel jij je ook een bedrieger?

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Het zou meer voorkomen bij vrouwen dan bij mannen. Meer bij hoogopgeleiden dan bij ongeschoolden. En het kan uw leven grondig verknoeien. Het bedriegerssyndroom. Als mensen zeer open praten, dan voel je vaak de twijfel in hun geest. O ja, aanvankelijk krijg je verhalen over hoe goed het gaat en alles naar wens verloopt. Maar na een tijdje hoor je iets anders: “Ik weet niet of ik wel goed bezig ben” en “Ik weet niet meer wat ik moet doen om goed te doen”, klinkt het dan.

Zoveel anderen lijken zo vanzelfsprekend aan hun succes te werken, zovelen wandelen van overwinning naar overwinning, maar ik weet niet of ik wel beantwoord aan de strenge criteria van mijn sector. Soms denk ik dat ik maar doe alsof. Ja, er staat een ronkende titel op mijn visitekaartje. En kijk naar mijn indrukwekkende palmares op LinkedIn. Mijn Facebook-pagina straalt geluk, creativiteit, succes en invloed uit. Maar diep in mij voel ik me een kleine bedrieger. Ik doe alsof, ik speel het spel, maar weldra zal men ontdekken dat ik de regels van dat spel toch niet perfect beheers, dat ik niet voldoe aan de hoge eisen die men permanent aan mij stelt. Ik zal ontmaskerd worden.

Hoe weet ik dat? Als ik een presentatie moet geven, dan besef ik dat er vragen kunnen komen die mij zullen kelderen. Voorlopig zijn ze nog niet gekomen, maar nu alles zo snel verandert, kan het niet anders dan dat men zal opmerken dat ik niet ‘mee’ ben, dat ik achterophink. Zijn zij dan mee? Hebben ze alles onder controle? Dat heb ik me ook al afgevraagd. Maar natuurlijk is dat niet belangrijk. Ik word niet vergeleken met hen, men kijkt naar mij om te zien of ik voldoe aan torenhoge verwachtingen. Een welgemikte vraag door een overigens incompetent iemand kan genoeg zijn om mij onderuit te halen.

Ik weet wel dat ik bekwaam ben. Ik heb als enige hier twee diploma’s en heel veel relevante ervaring. Ik sta open voor feedback. Ik krijg goede evaluaties. Ik weet het, maar ik voel het niet. Wat op papier staat, telt niet echt. Wat telt, is wat ik voel. Het is alsof ik met een auto rijd in druk verkeer. Ik heb nog nooit een ongeval gehad, maar dat bewijst niets. Aan het volgende kruispunt kan het zover zijn.

Soms wil ik me dan ook onzichtbaar maken. Gewoon opgeven. Met klei gaan werken. Mijn handen en vingers laten nadenken, en niet mijn brein. In een zeilboot stappen en rond de wereld varen. Niet alleen, maar met enkele mensen die het leven niet nodeloos ingewikkeld maken, waar geen KPI’s of de principes van zelfsturende organisaties belangrijk zijn. Gewoon zelf zo’n organisatie zijn. Leven op het ritme van de tijd. Of een B&B openen in de Provence. Een praatje met de mensen slaan. Een eitje bakken. Broodjes kopen bij de lokale bakker.

Maar dan denk ik: dat is voor losers. Dan ga ik er weer keihard tegenaan. Dan is falen opnieuw geen optie. Dan leg ik de lat hoger dan de wereldkampioen hoogspringen. Kan ik niet de perfecte moeder zijn én topadvocaat? Kan ik niet de nieuwe vader zijn en tegelijkertijd een financiële instelling modelleren naar de principes van zelfsturing? Waar een wil is, is een weg. Yes, we can. Foutloos uiteraard, en razendsnel. Wie opgeeft, is een verliezer. Ik neem ze in snelheid, dan ben ik zeker een winnaar. Wie fouten maakt of traag is, bewijst dat hij er niet bij hoort. Aan mij de overwinningen, de triomfen. Of… toch niet. Kan ik het wel? Waarom stel ik vervelende karweien uit? Waarom leg ik niet dagelijks boeiende contacten met belangrijke stakeholders aan de andere kant van de wereld?

Heb ik een gebrek aan zelfvertrouwen? Helemaal niet. Je moest mij eens in actie zien. Ik weet wat ik in huis heb, en ik durf mezelf weleens te vergelijken met andere ‘goden’. De vergelijking valt vaak in hun nadeel uit. Ik zit niet uren voor mij uit te staren. Besluiteloosheid is niet mijn probleem. Ik combineer probleemloos drie rollen. Toch word ik gek van mezelf. Ik hanteer criteria waarvan ik diep in mij weet dat ze niet haalbaar zijn. Niemand kan drie ballen perfect urenlang in de lucht houden. Ik ben tenslotte maar een mens. Als ik dat eens zou toegeven, zou ik eindelijk ook eens wat geluk kunnen proeven. Laat me al beginnen met dit verhaal niet af te werken. Niet alles hoeft ‘af’ te zijn. Hoe zong Leonard Cohen dat weer in Anthem: er is een barst in alles, en net via de scheur komt het licht binnen.

De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

MARC BUELENS

Niemand kan drie ballen perfect urenlang in de lucht houden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content