Vleermuizen en rum

Wie gaf zijn naam aan Mars, Benetton, Hewlett-Packard en 27 andere merken ? Marcel Grauls spoort de pioniers op en vertelt hun memorabele ondernemersleven.

Het vleermuissymbool dat alle flessen Bacardi siert, dateert uit de prille beginjaren van de vermaard geworden rum. Volgens één van de legenden woonde een kolonie vleermuizen in de buurt van de (primitieve) distilleerderij. ‘s Nachts streken ze in het schuurtje neer om te snoepen van de zoete melasse die als basis diende voor de rum.

Met zulke sappige anekdotes pakt Marcel Grauls om de haverklap uit in De kroon op het merk. Na een eponiemenboek en twee uitgaven over uitvinders van alledaagse voorwerpen, spit de eindredacteur van Het Belang van Limburg nu naar de stichters van bekende merkproducten. In een encyclopedie en zelfs op Internet vind je nauwelijks informatie over de mens achter de merknaam. Grauls grasduinde in biografieën en archieven om dertig van deze doorgaans markante pioniers voor het voetlicht te brengen. Hij vat hun leven samen, maakt een verslag van het ontstaan van de merknaam en geeft tal van faits divers. Strategieën, allianties en winstcijfers komen slechts zijdelings aan bod. Op de eerste plaats vertelt Grauls de (spectaculaire) levensverhalen en ondernemerscapriolen.

CUBA LIBRE.

We blijven nog even bij het succesrijke, maar niet van drama’s gespeende rumverhaal. Bij de bron vinden we enkele ambitieuze migranten, die in 1830 Catalonië verlieten en hun geluk zochten op Cuba, dat toen een hoogconjunctuur beleefde dankzij de teelt en handel van suikerriet. Twee broers Bacardi en een wijnhandelaar namen er een distilleerderij van een Engelsman over. Vader Bacardi ontwikkelde er een (geheime) formule voor een nieuw type rum, die zachter en verfijnder smaakte dan die van de buren. Elders ging het er vrij ruw aan toe. Als de gisting te traag verliep, werd er zelfs een kadaver of een grote lap vlees in de onwillige kuip gestopt.

Voor de Cuba libre werd het nog even wachten. Die ontstond pas nadat zoon Emilio Bacardi zich onderscheiden had als onafhankelijkheidsstrijder en met de hulp van de Amerikanen de Spanjaarden verdreef. De Bacardi’s, nochtans zelf van Spaanse afkomst, lieten zich nooit onbetuigd bij Cubaanse revoluties. Hun erfgenamen steunden zelfs Fidel Castro, maar dat liep catastrofaal af. In 1960 werden alle bezittingen van de firma Bacardi (toen 76 miljoen dollar waard) verbeurd verklaard. De familie vluchtte naar de buurlanden, van waaruit ze de internationale doorbraak van hun rum lanceerden. Vandaag is 60 tot 70 procent van alle in de wereld verhandelde rum Bacardi. In 1992 kocht de gigant voor 1,4 miljard dollar de meerderheid van Martini & Rossi, het grootste sterkedrankmerk ter wereld ná Bacardi.

De Cuba libre ontstond al in 1898 na de verdrijving van de Spaanse kolonisator. Twee Amerikaanse officieren uit het bevrijdingsleger mengden een coca-cola met een bacardi en doopten hun eenvoudige cocktail Cuba libre, ter ere van de pas bevochten vrijheid van het land.

KETCHUP.

Waar Wim Wennekes in zijn klassieker De aartsvaders (Atlas, 1993) de grondleggers van het Nederlandse bedrijfsleven uitgebreid in beeld bracht, houdt Grauls het bij samenvattende verslagen met hier en daar een boeiend snapshot. Wennekens pakte het met Amerikaanse grandeur aan, Grauls daarentegen opteert voor de ietwat uitgebreidere krantenaanpak. Uiteraard legt die benadering vele beperkingen op. Daarnaast gunt ze hem de kans dertig vlot en snel leesbare cases te serveren, afkomstig uit alle windstreken.

Uit zijn bonte verzameling mogen we zeker de geschiedenis van Henry John Heinz niet onvermeld laten. Heinz is niet echt de uitvinder van de tomatenketchup, maar wel van het recept dat in 1876 aan zijn Amerikaanse en later aan zijn wereldverovering begon. Twee jaar eerder, eind 1874, zag het er nochtans beroerd uit voor de grootschalige groenteverwerker uit Pittsburgh. In zijn dagboek schreef hij : “Geen kerstgeschenken dit jaar.” Het bedrijf Heinz & Noble, dat hij samen met twee broers en een vermogende familie had opgezet in 1869, was failliet. Henry kocht groenten met langetermijncontracten tegen een vaste prijs, maar een zomer met recordoogst deed het bedrijf (dat augurken en selderijsaus in glazen potten op de markt bracht) de das om. Hij nam alle schuld op zich en betaalde in de loop der jaren tot de laatste dollar aan schulden af.

In 1876 zette hij de goede stap. Rond 1900 had hij al een modelfabriek met 1000 arbeidsters, die gratis geneeskundige zorgen en manicure kregen. Het was de kroon op een werk dat hij als negenjarige begon. Toen verkocht hij de overschotten uit de tuin van deur tot deur. Nog voor hij zestien werd, had Heinz drie vrouwen aan het werk in de tuin en reed hij drie karrenvrachten per week naar de markten in Pittsburgh. In zijn vrije tijd volgde hij handelsschool om de boekhouding in de steenbakkerij van vader te leren bijhouden. Pioniers beginnen vroeg.

LUC DE DECKER

Marcel Grauls, De kroon op het merk. Van Halewyck, 207 blz., 698 fr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content