Vladimir Poetin, groei en de Britten

Het nieuwe Europese team staat voor zijn vuurproef.

Om de zoveel jaar bepalen de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie in een wervelwind van achterkamertjespolitiek wie de komende jaren de zaak moet runnen. Dat was ook zo in 2014. Brusselwatchers houden in 2015 vooral de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker in het oog, die ieder die zijn hervormingsdeskundigheid in twijfel trok de mond trachtte te snoeren door de structuur van de Commissie in een nieuw kleedje te steken. Ook Donald Tusk, het nieuwe hoofd van de Europese Raad, en Federica Mogherini, de verantwoordelijke voor het buitenlandse beleid, staan in het middelpunt van de belangstelling.

In de loop van het jaar staan in Brussel heel wat grote beleidsdiscussies op het programma, onder meer over het Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag, een ambitieuze vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en de Verenigde Staten die door linksgezinden aan beide kanten van de oceaan met wantrouwen wordt bekeken. Drie grote krachtlijnen bepalen niettemin naar alle waarschijnlijkheid de komende agenda. Ten eerste de dreiging van een op wraak belust Rusland. Ten tweede de verzwakte Europese economie. En ten derde het Britse dreigement om uit de EU te stappen.

Grondwettelijk hof

De eensgezindheid tegenover het gedrag van Rusland is broos. Mocht de oorlog in het oosten van Oekraïne uiteindelijk een nieuw ‘koud conflict’ worden, dan is weinig waarschijnlijk dat de EU veel enthousiasme voor een nieuwe confrontatie kan opwekken. Een aantal uitzonderingen niet te na gesproken, kan het de lidstaten nu eenmaal minder schelen dan Vladimir Poetin. In het zuiden brengen problemen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten ondertussen een eindeloze stroom migranten op gang, vaak met tragische gevolgen.

Op economisch gebied is de existentiële angst die veroorzaakt werd door de eurocrisis in 2010-12 afgenomen. In 2015 kan de eurozone een groei van amper 1 procent opbrengen. Juncker wil de eerstkomende drie jaar een slordige 300 miljard euro besteden aan transport, internetinfrastructuur en energie, maar niemand weet waar dat geld vandaan moet komen.

De Europese Centrale Bank dringt aan op een meer expansief budgettair beleid in Europa — eigenlijk code voor Duitsland om zijn binnenlandse soberheid te temperen. De bank zou ook eindelijk een ongebreideld programma van ‘quantitative easing’ kunnen lanceren. Dat zou goed nieuws zijn voor Frankrijk en Italië, die slechts met moeite de begrotingsdoelstellingen halen. Ondertussen staan de rechters van het Duitse grondwettelijke hof klaar om tussenbeide te komen, mochten zij vinden dat de ECB haar mandaat overschrijdt.

Als de verkiezingen in mei in Groot-Brittannië een door de Conservatieven geleide regering tot stand brengt, moet premier David Cameron zijn belofte nakomen om opnieuw te onderhandelen over de voorwaarden van het Britse lidmaatschap van de EU. Dat moet nog voor het referendum in 2017 gebeuren. De meeste EU-landen willen de Britten liever niet kwijt. Juncker, wiens aanstelling door Cameron fel werd gecontesteerd, heeft de vredespijp aangeboden. Maar reken er toch maar niet op dat er vrede zal uitbreken.

De auteur is columnist van The Economist.

TOM NUTTALL

Drie grote krachtlijnen bepalen de Europese agenda.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content